IN MEMORIAM C.J.BLAD EEN TIJDPERK Cor Blad is niet meer. Met zijn heengaan is een tijdperk bijna ten einde. Voor velen uit het bedrijf is hij wellicht een onbekende, maar voor de enkele overgeblevenen één der laatsten der Mohikanen. Hij begon zijn loopbaan bij Abraham Tuschinski in het Thalia theater te Rotterdam. Omstreeks 1935 werd hij door de toenmalige direkteur Bram Gelder gevraagd om zijn assistent te worden bij Cineac Amsterdam. Cineac was in die tijd iets nieuws in de bioscoopexploitatie. Een theater dat een programma vertoonde van 50 minuten continu, van 's-ochtends 9 uur tot middernacht, bestaan de uit nieuws van diverse leveranciers aangevuld met een documentaire en natuurlijk een tekenfilm. Bij Cineac werd Cor Blad de exploitant zoals wij hem ge kend hebben. Na een heel moeilijke periode tijdens de oor logsjaren wist hij Cineac uit te bouwen tot 3 journaal theaters en 3 hoofdfilmtheaters te Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Dat vormde de basis van zijn kleine, doch belangrijke imperium. Niet alleen werd op maandagoch tend besloten welke films zouden worden geprolongeerd of ingezet, vele exploitanten uit de provincie belden op om te informeren naar de cijfers, op grond waarvan zij dan een film wel of niet afsloten op de filmbeurs in Krasnapolsky. Om zo nu en dan het hoofd te bieden aan de concurrentie werd in Amsterdam samengewerkt met de broers Ben en Wim van Royen, in Den Haag met Rein Uges en in Rotterdam met Cees van Willigen. Hierdoor werd het mo gelijk belangrijke films te huren, die daardoor soms wel met 6 kopieën uitgingen, iets bijzonders voor die tijd. Doch de journaaltheaters bleven ook zijn zorg houden. Het was een sport om elk jaar weer de journaals te huren met daaraan gekoppeld een 'special' van een gebeurtenis, die nog moest plaats vinden, zoals een huwelijk of reis van de Koninklijke familie en dan natuurlijk exclusief voor Cineac. De naoorlogse belangstelling voor de film begon lang zaam af te nemen en om aan de daaruit voortvloeiende problemen het hoofd te bieden werden toegangsprijzen aangepast, evenals de filmhuren via sliding scales, wat vaak resulteerde in getallen die meestal in telefoonboeken voorkomen. Om deze dan door de filmverhuurders geac cepteerd te krijgen was veel theater nodig, iets wat Cor op het lijf geschreven was en doorspekt met zijn gevoel voor humor lukte het veelal wel. Doch daar stond tegenover dat hij er een eer in stelde om de verschuldigde filmhuren voor het weekeinde te laten overmaken. Ook voor de journaaltheaters ging het tij keren, de actuali teit van het vertoonde nieuws werd achterhaald door het dagelijkse journaal op de televisie en derhalve besloot hij om eerst nog overdag een Cineac programma te vertonen en 's-avonds een hoofdfilm, maar allengs werd het een film voor alle leeftijden overdag en in de avond een reprise of move over. Cor had ook iets waar een exploitant niet buiten kan: een feeling voor films die het goed deden of het nu ging om "lm weiszen Rösll" of "Dirty Dozen". Naast alle besognes voor zijn theaters vond hij de nodige tijd voor bondstaken, die hij met evenveel zorg en nauw gezetheid uitvoerde en deze taken waren er in de loop van de jaren vele. Terecht is hem dan ook het erelidmaatschap van de Bond toegekend. Voorts had hij zitting in het be stuur van de Stichting Bio-Kinderrevalidatie te Arnhem. Na een aktief en werkzaam leven volgde zijn pensionering waar hij geweldig tegenop zag. Doch ook dat ging wennen en tenslotte had hij naar zijn zeggen nog minder vrije tijd over dan toen hij nog werkte. Op 27 september jl. kwam aan dat leven een einde en wij mogen gerust vaststellen dat Cor Blad een grote bijdrage heeft geleverd aan Het Bedrijf. W.van Raab van Canstein 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 13