N)pfA DE 'ONTDEKKING' VAN DE ALICE-FILMS
1
zeldzame Disney-films in het archief van het Filmmuseum
G>
Het bericht haalde, behalve veel aandacht in eigen land, de ko
lommen van The International Herald Tribune en USA Today.
Zelfs de BBC en CNN maakte melding van de 'vondst'. Het
Nederlands Filmmuseum was eind september even wereld
nieuws, toen het de media liet weten de conservering te hebben
voltooid van vijftien vroege Walt Disney-films uit de periode
1923-1927. Vijftien brandbare nitraat-kopieën, waarvan er drie
nog recentelijk door een privé-verzamelaar aan het Filmmuseum
waren geschonken, waren omgezet op het onbrandbare acetaat
en daarmee na jaren weer voor vertoning beschikbaar.
De teruggevonden films - alle deeluitmakend van de Alice come-
tf/'es-reeks - zijn dan ook bijzonder zeldzaam.
In zes van de vijftien films blijkt het NFM in het bezit van, voor
zover bekend, de enige bewaard gebleven (35mm-)kopieën. In
vier overige gevallen blijkt het NFM in het bezit van complete
versies van films, die elders alleen in onvolledige staat bewaard
zijn gebleven.
Tenslotte was er één fraai getint filmpje in de reeks, die elders
alleen in zwart-wit versies bekend was. Gevoegd bij het feit dat
de Alice comedies-reeks de eerste serie was die Disney in
Hollywood maakte, en dat Walt Disney enkele van de films zelf
had geanimeerd - iets dat hij later graag aan anderen zoals Ub
Iwerks overliet - kan er inderdaad van een belangwekkende ont
dekking gesproken worden.
De Alice-films laten een vroege combinatie zien van animatie en
live action. Alhoewel Max Fleischer al in 1918 experimenteerde
met deze combinatie, was Walt Disney ervan overtuigd dat zijn
plannen voor de Alice-serie als iets geheel nieuws moesten wor
den gezien. Althans, in die termen probeerde hij potentiële geld
schieters te interesseren voor zijn Alice-project. Fleischer liet
een animatie-figuurtje avonturen beleven in gespeelde scènes,
Disney wilde de zaak omdraaien en een echt meisje avonturen
laten beleven in Cartoonland.
De nagenoeg aan de grond zittende Disney vond uiteindelijk in
Margaret Winkler een geïnteresseerde producent. Zij bood hem
een contract voor de produktie van zes Alice-films aan. Het zou
den er uiteindelijk vierenvijftig worden...
De eerste zes films werden alle door Disney zelf geanimeerd.
Opvallend aan deze films is dat deze binnen de hele reeks naar
verhouding weinig animatie-scènes bevatten. De films beginnen
in een live-action wereld, totdat in een droom, fantasie of sterk
verhaal van Alice aanleiding wordt gevonden om over te gaan
naar animatie. In deze scènes beweegt een levende Alice zich in
een animatiewereld, maar frappant is dat wanneer Alice zich in
al te moeilijke bochten moet wringen ook de figuur Alice geani
meerd wordt.
Gaandeweg de voortgang van de serie - wanneer Disney de ani
matie aan anderen overlaat en zich meer en meer toelegt op het
regisseren, schrijven en bedenken van de gags - neemt de ani
matie in belang toe en de importantie van de Alice-personage af,
totdat de films meteen in een geanimeerde wereld beginnen. Dit
gebeurde enerzijds omdat Ub Iwerks - in feite een meer be
kwaam tekenaar dan Disney - zich vanaf de zevende Alice-titel
nadrukkelijk met de animatie gaat bemoeien, anderzijds omdat
halverwege 1925 Virginia Davis, de dan achtjarige actrice de se
rie verlaat. Nog drie andere actrices spelen de rol van Alice,
maar geen van hen kan Davis overtreffen.
De Disney-films werden min of meer bij toeval nu ontdekt.
Consciëntieus wordt de uniciteit van de tienduizenden titels in
het archief van het Filmmuseum onderzocht. Daartoe wordt veel
gecorrespondeerd met archieven en onderzoekers in het buiten
land. Ditmaal gebeurde het omgekeerde.
Het zwijgende filmfestival van Pordenone schreef diverse ar
chieven aan met de vraag of zij nog vroege Disney-titels beza
ten, dit in verband met een gepland retrospectief rond Disney's
zwijgende films. Omdat het Filmmuseum sinds jaar en dag de
inhoud van de talloze blikken in haar archieven in duizelingwek
kend tempo heeft weten op te slaan in de computer, kon met en
kele drukken op de knop uitsluitsel worden gegeven. En wat nie
mand verwachtte gebeurde. Een aantal titels waarvan men haast
wel uitging dat ze toch zeker in de Verenigde Staten bewaard
zouden zijn gebleven, bleek - voor zover was na te gaan - in
geen enkel ander archief dan dat van het Nederlands
Filmmuseum aanwezig te zijn.
René Wolf
I
19