Het dualisme van Marguerite Duras door Jacqueline Wijchers Januari-februari, die maanden zijn voor de Nederlandse filmwe reld verbonden met het Rotterdamse Festival, dat zich maar al te dikwijls bij ijzel en sneeuwstorm heeft afgespeeld; hinderlijk en individueel tenslotte verhinderend. Maar de eerste keer, in juli 1972, was het flink heet, al kwamen we de laatste middag onder een kletterbui uit Calypso. Vooral aan die eerste Film International denk ik met nostalgie terug, maar ik heb dat al eens geuit in de festival-krant onder auspiciën van Margreet Jansen, weemoedige nagedachtenis. Die eerste maal (en toen niet al leen), hoeveel onbekende cineas ten werd er toen een kans gebo den, van wie het sommigen niet lukte bekender te worden, terwijl anderen grote naam gingen maken. We zagen in juli 1972 van Fassbinder 'Der Katzelmacher' en van Wim Wenders 'Die Angst des Tormanns beim Elfmeter'. Dat was door het marcheren van de keeper langs de grenswegen al dadelijk een beetje een 'road movie'. Marguerite Duras was er nog niet bij die eerste keer, hoewel zij al in 1966 was begonnen met regisseren. Tevoren had zij al een paar schitterende scena rio's geschreven: 'Hiroshima, mon amour', geheel in de lijn geregisseerd door Alain Resnais (in 1959) en het al even imposante 'Moderato Cantabile' (regie Peter Brook, 1960). Later kwam zij elk jaar in Rotterdam een nieuwe film presenteren. In gedach ten zie ik haar zitten in een zwarte jas, met een zwart hoedje op en een met zwart omrande bril, beslist een heel verkeerd beeld. Maar ze zat daar wel eenzelvig, bijna stuurs, en ik heb haar nooit met iemand kontakt zien maken, al praatte zij waarschijnlijk met Huub Bals in zijn domein honderduit. Ik heb nooit de moed gehad het woord tot haar te richten, ondanks het gezellige parool: op een festival praat iedereen met iedereen. Nu ik haar wil gedenken, merk ik hoe mijn bewondering voor haar werk gemengd is met negatieve kritiek. We kunnen allemaal haar gegevens na slaan: zij heet Marguerite Donnadieu en werd in 1914 geboren in Vietnam, groeide op in Saigon en vertrok op 17- jarige leeftijd naar Parijs om aan de Sorbonne te gaan studeren. Haar eerste roman verscheen in 1943. De twee we relden, Azië en West-Europa naast el kaar, vormen een motief in veel van haar werk. Al dadelijk in haar eerste scenario 'Hiroshima, mon amour', staan Japan en Frankrijk scherp tegenover el kaar. Maar ook zonder die tegenstelling van twee werelden heeft Duras de neiging - ik zou het soms de hebbelijkheid willen noemen - om twee tegenstrijdige hande lingen parallel te laten lopen, waarbij er één niet uit de verf komt en (mij) alleen maar irriteert. De eerste door haar geschreven en ge regisseerde film die ik zag was 'Nathalie Granger' (1972). In de 'binnenwereld' speelde zich niet veel bijzonders af en de 'buitenwereld' moest tot ons komen via radioberichten, die in mijn ogen ook niet veel om het lijf hadden. Misschien is die film nog het meest in het geheu gen blijven hangen door de introductie van Gérard Depardieu, die tot een suk- sesvolle allespeler uitgroeide. Hij werd er door Duras nog een paar keer met de haren bijgesleept, nl. in 'Vera Baxter' en in 'Le Camion'. Nu ik haar wil gedenken, merk ik hoe mijn bewondering voor haar werk gemengd is met negatieve kritiek. 'Baxter, Vera Baxter' (1977) vond ik zo'n bijna inhoudsloze film, dat ik me af vroeg of ik misschien de kleren van de keizer niet zag. Het onzichtbare buiten- gebeuren, totaal overbodig, stelde voor mij ook niets voor. 'Le Camion' daaren tegen vind ik een meesterwerk. Daarin wordt het buitengebeuren (de bewegin gen van de vrachtwagen) de estheti sche hoofdzaak, terwijl het dwaze ge sprek in een burgermanskamertje tus sen Duras en Depardieu over een ver onderstelde liftster het - blijkbaar on vermijdelijke - binnengebeuren verte genwoordigt, dat je dan maar op de koop toeneemt. In 1967 draaide in Luik, in een bioscoop dicht bij mijn hotel, de film 'Dix heures et demie du soir en été' en ik heb nog altijd spijt, dat ik die toen niet ben gaan zien. In de speelfilmencyclopedie vind ik hem niet en ik weet de naam van de regisseur niet. Wel heb ik de gelijkna mige roman van Marguerite Duras gele zen en daarin hebben de parallel lo pende gebeurtenissen wel een zekere gelijkwaardigheid: de alcoholiste is even tragisch als de vluchteling op het dak. Daarentegen stelt de bedelares aan de Ganges in 'India Song' (1975) - in mijn ogen alweer een meesterwerk - niets voor; het blijft bij verbale vermel ding. Duras heeft echter ook de ge woonte zichzelf te herhalen, misschien om zich te corrigeren, want er was ook al haar film 'La femme du Ganges' uit 1974. De recente verfilming van '1'Amant' is, zoals bekend, niet van de hand van Duras zelf. Naar mijn smaak lijkt die te veel op bekentenis-literatuur. En naar verluidt is zij met een nieuwe roman 'De minnaar uit Noord-China' er al weer verder op ingegaan. Zij blijft produktief, maar meer op pa pier dan op celluloid. Jammer! Over het algemeen vind ik het film-oeuvre van Duras, dat een heel aparte sfeer weet op te roepen, beter dan haar boeken. Zo had ik bijvoorbeeld bij haar roman 'Emily L', die ik wezenloos vond, weer het kleren-van-de-keizer-gevoel. Wel weer binnen (het café) en buiten (de haven). Daarentegen krijgt haar verfilming van 'Des journées entières dans les arbres' (1976) van mij weer het predikaat chef- d'oeuvre. De verschillende elementen zijn daarin verenigd: de persoonlijke belevenissen met haar broer, die niet deugen wilde, worden getoond zowel in het Aziatische land van herkomst als in Frankrijk. Het gedoe van de jongen in de tuin is in dit geval een zinnig buiten gebeuren. Vooral de casting in 'Des journées entières' is zo knap: de be faamde Madeleine Renaud als de moe der, het goede type J-P Aumont, en de prachtige Bulle Ogier. Zoals deze tel kens bezorgd naar haar pas ontdekte schoonmama kijkt! Zij steekt Delphine Seyrig naar de kroon: in 'India Song' 'Von Kopff bis Fuss auf Liebe einge- stellt' in een voelbaar geladen sfeer. Met bewondering wil ik eindigen, nl. voor 'Agatha' (1981). De broer-zuster liefde komt smaakvol en geloofwaardig tot uiting. De vorm van 'Vera Baxter' wordt hier meer overtuigend herhaald: het alleen maar praten in een interieur (dat verveelt nu niet) en het variërende uitzicht op het strand is zo esthetisch, dat het geen minuut overbodig wordt. Alleen van deze film herinner ik mij de - adekwaat toegepaste - muziek. Of het moest de sonatine 'Moderato Cantabile' Zie hier staaltjes van persoonlijke smaak, waarmee iedereen het oneens mag zijn. Op het Festival zelf maken de botsende meningen altijd een attractie uit. 30

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 29