NBB/NFC 75 jaar Op 11 februari van dit jaar is het vijfenzeventig jaar geleden dat in Café Schiller de Bond van Exploitanten van Nederlandse Bios coop-Theaters is opgericht. Na de toe treding van de filmverhuurders en later ook van de producenten is de or ganisatie ontstaan, die vijf jaar geleden weliswaar niet meer als "Nederlandse Bioscoopbond", maar nog wel als N.B.B. (Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmondernemingen) de historische dag in 1918 herdacht. De rede die ik vijf jaar geleden bij die gele genheid in Krasnapolsky heb gehou den (verschenen in FILM 1988, nr. 2), eindigde met de woorden "Laten wij niet bederven wat onze voorgangers hebben opgebouwd!". Dergelijke woor den aan het slot van een feestrede kon den natuurlijk alleen op hun plaats zijn, als zich niet toen al donkere wol ken aan de horizon hadden verzameld. De geschiedenis van de afgelopen vijf jaar heeft aangetoond dat dit inder daad het geval is geweest. Zonder het vele werk en de grote inzet van de vorige generatie van bestuur ders ook maar enigszins te miskennen, kan worden gezegd dat deze bestuur ders de N.B.B, van achter hun be stuurstafel konden besturen. Dat is met name in de afgelopen vijf jaar grondig veranderd. Van het besturen van de bedrijfstaksorganisatie door middel van meerderheidsbesluiten is de ontwikkeling gegaan naar besturen door middel van diplomatie, dat wil zeggen het bereiken van een minimaal noodzakelijke consensus. Deze veran dering is ontstaan door de concentra ties aan weerszijden van de markt, en men kan dan ook zeggen dat de richt lijnen van de Europese Gemeenschap thans alleen iets verbieden wat in de laatste jaren toch al niet meer mogelijk is geweest. De feitelijke invloed van de EG doet zich overigens wèl gelden in de enorm toegenomen betekenis voor onze bedrijfstak van Europese organi saties als het Media Programma en Eurimages. Deze vergen veel tijd en energie van functionarissen van onze organisatie, hetgeen niet altijd een dankbare taak is, gezien het veelal trage opgangkomen van zichtbare re sultaten. In de afgelopen vijf jaar is er in de N.B.B, met vasthoudendheid buitenge woon veel tijd en aandacht gegeven aan de realisering van een nieuwe or ganisatievorm. Nadat sommigen daar bij de hoop op een resultaat al vrijwel hadden opgegeven, is de nieuwe vorm, de Federatie met haar autonome verenigingen, vorig jaar toch werkelijkheid geworden. Dit betekent ech ter niet dat daarmee al een vaste basis voor een nieuwe samen werking is ont staan. Deze omstandig heid, tezamen met de nood zaak, extra bij dragen van de leden te vra gen voor nieuwe collectieve activiteiten, heeft het Federatiebestuur a.i. doen beslui ten, af te zien van grootse festiviteiten, die bij een 75-jarig bestaan op zich niet misplaatst zouden zijn. Anderzijds is het echter geenszins de bedoeling, dit bijzondere lustrumjaar ongemerkt voorbij te laten gaan. Het voornemen bestaat dan ook, in de loop van 1993 enige manifestaties te organiseren die gericht zullen zijn op de oplossing van praktische problemen in de bedrijf stak, waarbij tevens naar een enigszins feestelijk karakter zal worden ge streefd. Nu het werk aan een nieuwe structuur, zij het nog niet geheel maar toch gro tendeels, is afgesloten, is de tijd aange broken dat onze organisatie naast de steeds doorgaande externe belangen behartiging zich ten volle inzet voor het behalen van tastbare resultaten door middel van collectieve activitei ten. Hoewel de contributie in de loop der jaren relatief eerder is gedaald dan gestegen, is het toch zo dat men zich met name in de door concentratie ont stane grotere ondernemingen afvraagt, wat er voor de in absolute zin toch hoge bedragen door de bedrijfstaksor ganisatie wordt geleverd. Een derge lijke kritische opstelling is begrijpelijk, Het hoofdbestuur in vergadering bijeen in de dertiger jaren. en wordt door het bestuur ook niet ge schuwd. Inmiddels is er immers met de twee strategieconferenties te Noordwij k en de daaruit voortgeko men aanbevelingen een goede basis gelegd voor de aanpak van ons be drukkende problemen, en met de no dige solidariteit en voortvarendheid bij de leden zijn er ook tastbare resul taten te verwachten. Hierdoor zullen de komende jaren van cruciale beteke nis voor onze organisatie zijn. Na deze relativerende opmerkingen is er zeker ook reden voor de constate ring van een tot enige tevredenheid stemmende ontwikkeling. Gedurende de 75 jaren van ons bestaan zijn er im mers nieuwe en veelbelovende bran ches ontstaan, die resultaten hebben behaald waarvan wij alleen durfden te dromen, maar een groot deel daarvan is door oorzaken als overproductie, veranderingen van structurele aard, en nieuwe technieken in moeilijkheden gekomen of zelfs alweer verdwenen. Gedurende die lange tijd heeft onze be drijfstak weliswaar met moeilijkheden te kampen gehad, maar zich toch in es sentie weten te handhaven. Dat dient toch tot enige tevredenheid te leiden. De tijd waarin het onderlinge handels verkeer in aanmerkelijke mate door in terne reguleringen kon worden be heerst, is voorbij. Een andere gericht heid van onze organisatie is daardoor niet alleen nodig, maar mede daardoor juist ook mogelijk geworden. Laat ons verwachten dat de N.F.C, met inzet van haar leden daarin zal slagen, en daar mee een waardevolle bijdrage zal leve ren voor de vernieuwingen die in de komende jaren nodig zullen zijn! drs. J.Ph. Wolff

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 3