elgische erichten door Eric Kloeck Ik kan mij best indenken dat na de vorige bijdrage bij sommigen vragen rezen over het Belgische bio scooplandschap. Het lijkt wel of in dit land elke vorm van traditionele bio scoopexploitatie teloor is gegaan, een visioen dat inderdaad vrij snel werke lijkheid dreigt te worden. En dat in een land dat traditioneel een meer dan be hoorlijke publieksbelangstelling kende voor de cinema. Maar de doorbraak van de multiplexen van eigen makelij heeft de Belgische exploitanten tot grondige vernieuwingen of komplete nieuwbouw doen besluiten. Het zit in de Belgische mentaliteit ingebakken. En zoals iedereen in dit afstotelijk vol gebouwde landje, hebben ook de bios- exploitanten maar te graag hun steen tje bijgedragen... Sla die andere nationale trots er maar eens op na: het Belgische stripverhaal uit de fifties. Hoe vaak wandelen Robbedoes en Kwabbelnoot niet door de stad langs een aantrekkelijk ver lichte cinema? En begint er niet een Kuifjesverhaal met een The End', waarachter een cowboy nieuwe hori zonten tegemoet rijdt? Vlak na de Tweede Wereldoorlog was België procentueel gezien het dichtst bevolkte cinemaland. Tot 1957 werden nog jaarlijks nieuwe filmpaleisjes opge trokken in de alsmaar groeiende voor steden. Films circuleerden snel van de stedelijke centra naar de buitenwijken. Er was immers veel concurrentie, mis schien wat té veel. De grote klap kwam natuurlijk begin jaren '60, toen al die buurtpaleizen één voor één sloten. En uiteraard stond de Belg met zijn bak steen op de eerste rij toen bij het einde van dit decennium in de steden de oude zalen werden omgebouwd tot twee of drie kleinere. Eén uitzondering situeerde zich in Antwerpen (natuur lijk), waar Heylen de zon in zijn rijk nooit zag onder gaan; waarom dan ook vernieuwen? Dat verbouwen was alle maal wel goed, maar het volledige con cept, diende daar niet aan gesleuteld? Ene Albert Bert uit het Westvlaamse Harelbeke bleek over zeer visionaire gaven te beschikken, toen hij opperde om cinema's van een grotere zalen- infrastruktuur te voorzien en uit de stedelijke centra weg te halen. Het buurtbiossyndroom, ach wel neen. Want al stond menige oliecrisis als een buitengesloten Fred Flintstone aan onze deur te kloppen, Bert voorvoelde de triomf van de auto in ons maat schappelijk stelsel. Dus ontstonden te Waregem, Harelbeke, maar vooral te Kortrijk - nu meer dan twintig jaar gele den - zijn eerste 'park and ride'-com- plexen. Bioscopen die qua 'look' in niets verschilden met de talrijke erg steriel ogende culturele centra, die rond dezelfde periode het Vlaamse platteland teisterden. Het 'toonaange vende' blad Film en Televisie (toen reeds smalend in cinefielenkringen omschreven als 'Kerk en Leven') juichte in een vlaag van misplaatste progressiviteit deze initiatieven toe. Ach, dergelijke bouwsels vond ik toen reeds haaks op mijn cinema-beleven staan. Wisten wij veel... In 1976 kondigde de heer Bert de bouw aan van een multiplex aan de Gentse stadsrand. Vijf jaar later verrees in dit slapende studentenstadje - mei '68 was er totaal gerateerd - Decascoop, toen zowat Europa's meest geavanceerde filmcomplex. Ook, of vooral, op cinem- avlak was Gent toen een achtergeble ven regio. Enig lichtpunt in die dagen was de gammele Studio Skoop, echter gerund met een ongeziene wilskracht en enthousiasme door Ben ter Eist (een Nederlander!). Maar iets te flam boyant voor het enge nest Gent, was Ben veeleer voorbestemd om een mar- telarenrol te spelen en moest hij net als de schamele concurrentie de dui men leggen voor het Decascoop-ge- weld. Decascoop zorgde voor een gi gantische ommekeer in de Gentse bio scoopfrequentie. Toen zij dan ook handig het mid jaren '70 door Ter Eist opgestartte 'Filmgebeuren' wisten in te pikken, vond ook de cinefiel de weg naar hun zalen. Het onvermijdelijke geschiedde en in 1986 had Gent nog slechts zijn - toen tot twaalf zalen uitgebreidde - Decascoop. Ondertussen heropenden Studio Skoop en de ex-Calypso (nu Sfinks). Een en ander maakte dat het Gentse filmaanbod er de afgelopen jaren zeer aantrekkelijk op is geworden. Maar zowel Skoop als Sfinks dienden eerst hun baksteenreserves aan te spreken en verbouwden beide tot vier zalen. En nu juichten niet enkel 'Kerk en Leven'; zowat iedereen vond Gent een modelstad op cinemavlak. Tja, er zijn natuurlijk de bezoekersaantallen die voor zich spreken. Met dit alles vond zowat iedere provin ciaal het nodig zijn bioscooptempeltje ofwel grondig te verbouwen, ofwel te slopen en een nieuw geavanceerd film- bunkertje neer te poten. Maar wie ben ik om mij zo laatdun kend over deze mensen uit te laten? Hun entreecijfers bewijzen hun gelijk en in deze wereld is geen plaats voor misplaatst sentiment voor de paleizen van weleer. En wanneer we nu de complexen die België rijk is op een rij zetten, dan die nen we vast te stellen dat het bio scoopbestand in zijn totaliteit tot het meest moderne van het continent be hoort. Groot nadeel is natuurlijk dat als straks de 'Bert-normen' de enige waardemeters naar het publiek toe worden, er heel veel mensen dienen af te haken. Feit is dat, na de reeds vorige maal aangehaalde investeringen te Brussel, na het fenomenale sukses van Kinepolis, en de recente nieuwe com plexen in de provincie, we mogen ge wagen van meer dan behoorlijke ticke tontvangsten in Belgenland, met opval lende scores in de provincie. 'Park and ride', inderdaad. Maar met deze gege vens wordt het nu wel duidelijk, dat mijn vorige waarschuwing over de ge volgen van een multiplex in Antwerpen zeer zeker gegrond is. Want slechts en kelen kunnen de investeringen opbren gen om in het zog van de bouwwoede van de familie Bert te blijven, en bo vendien zijn zij gesitueerd in veilige provincieoorden. Maar al dit nieuwe geweld vraagt om nieuwe produkties. En voor grote ver huurders is het uitbrengen van een film met veel kopieën al sinds lang geen probleem meer. Maar het kleine grut? Schuilt misschien ook hier niet de ver klaring voor het verdwijnen van zoveel filmdistributeurs in België de voorbije jaren? Want ook dit is een bedenkelijke realiteit. Nu zalen en distributeurs een grote eenheidsworst zijn geworden, erg korte termijn denkend, staat blijk baar haast niemand binnen het beroep erbij stil dat deze politiek van distribu tie en exploitatie zeer dodelijk is voor elke vorm van 'kreatief' cinema-bele ven. En wat gebeurt als de huidige genera tie cinemalopers afhaakt en een nieuwe ontstaat, die groot wordt met louter consumptieprodukt in de hyper- markten van de cinema? Ja, de ouwe is weer aan het zeuren! Een volgende maal gaan we op bezoek in enkele recent gebouwde complexen. 35

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 35