In het hol van de leeuw A P I X DIGITAL AND TRADITIONAL VISUAL EFFECTS Film Resolution - Digital Titles Computer Animation - Image Processing Matte Paintings - Models - Retouching D1 Video to 35mm Film Transfers Digital 8k Film Recording Service machined imagery INC Tel. (020) - 625 35 08 Fax (020) - 626 85 33 door Hans Beerekamp Vandaag scheen de zon, toen ik op straat een bekende Nederlandse filmproducent (op zondag zonder das) tegen het lijf liep. Ik kon hem feliciteren met het unieke feit dat onlangs twee van zijn films in de top 60 van best bezochte films in Noord-Amerika voorkwamen. Nu moet u niet denken dat ik op verzoek van de redaktie van dit blad voor de verande ring eens een positief geluid laat klin ken en dus zal ik u de rest van ons babbeltje niet onthouden. Dat ging na melijk ook over het verbazingwek kende en treurige faillissement van zijn collega's Kees Kasander en Dennis Wigman. Hoe bestaat het dat een alom gesre- specteerd producentenduo, dat ook heel wat keren met films (van bijvoor beeld Peter Greenaway) op diezelfde Variety-hitparade vertegenwoordigd was, struikelt over een lullige schuld van drie miljoen gulden? Er zijn men sen in de Nederlandse bioscoop- en filmwereld die veel grotere bedragen uit hebben staan. Toen ik een paar maanden geleden ge tipt werd door een doorgaans zeer goed geïnformeerde filmmaker, dat All Arts surséance van betaling aange vraagd had, belde ik eerst een poten tiële schuldeiser, die het verhaal prompt bevestigde, en daarna het kan toor van de producent. Kasander was natuurlijk in het buitenland, dus deed Wigman het woord. Tsja, er waren wel wat problemen, die vooral verzoorzaakt zouden worden door de trage afdracht van bijvoorbeeld bui tenlandse distributie-inkomsten. Daarom was inderdaad uitstel van bet aling aangevraagd, om te verhinderen dat met name kleine schuldeisers plompverloren een faillissement zou den gaan aanvragen. Maar, eh, moet dat eigenlijk in de krant? Toen ik antwoordde dat de lezers van mijn krant het misschien wel op prijs zouden stellen van dit soort ontwikke lingen op de hoogte gehouden te wor den, antwoordde Wigman dat het toch geen usance was om te berichten over de financiële ellende van Nederlandse filmproducenten. Ik moest toegeven dat de afwikkeling van Gijs Versluys' aktiviteiten als onafhankelijk produ cent inderdaad de publiciteit niet ge haald had, maar dat ik me sindsdien voorgenomen heb om ook de faillisse mentsaankondigingen en andere kleine lettertjes in de economische katernen op de voet te volgen. Ik maakte dus een bericht, dat keurig Wigman citeerde, en ontdekte tot mijn verbazing dat de andere landelijke dagbladen, getrouw aan de journalis tieke ethiek van Wigman, zwegen als het graf. Misschien waren de verant woordelijke redakteuren met vakantie, of wellicht vonden ze het niet interes sant om een bericht te maken dat al in een andere krant gestaan had. Enkele dagen na het uitspreken van het faillissement van All Arts volgde hier en daar wel een wat groter uitgevallen verslag. Misschien moet ik hieruit begrijpen dat je over de onder gang van een Nederlands filmbedrijf pas hoort te schrijven, als die daad werkelijk beklonken is. De curator van dit faillissement was overigens iets minder optimistisch in zijn beoordeling van de financiële situ atie van het bedrijf. Hij meende dat de nog te verwachten buitenlandse in komsten geen rol meer zouden kunnen spelen in het wegwerken van de schul den, die veroorzaakt zouden zijn door een beleid dat systematisch het ene gat met het andere vult. Ook waren het niet zozeer de kleine schuldeisers die All Arts de das omdeden, maar de eigen huisbankiers, die de kraan ge woon dichtdraaiden. De charme van All Arts lag altijd in de schijnbare achteloosheid waarmee het ene fantastische projekt na het andere materialiseerde. Dit waren jongens die meer van poetsen dan van lullen hiel den. Sommige debuterende regisseurs (Jenne Sipman, Irma Achten) moesten ook ervaren dat hun producenten tij dens de totstandkoming van de film met dezelfde superieure nonchalance op geen enkele manier intervenieer den. Het resultaat was dat de regis seurs alle kanten op konden zwem men, niet uitsluitend ten gunste van het resultaat. All Arts was een sympa thiek overblijfsel uit de jaren zeventig, een droom van vrijheid, individu alisme en zorgeloosheid. Er zijn een stuk of wat door All Arts geprodu ceerde films, die het dankzij dezelfde vrijheid-blijheid niet of nauwelijks tot vertoning gebracht hebben. De tijden zijn veranderd, nu de bank het laatste woord heeft. Dat vindt zelfs die sukses- volle tycoon zonder das eigenlijk heel jammer. 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 15