LADY CHATTERLEY REVISITED
NIEUW LOGO NFC
door Jacqueline Wijchers
Nederlandse
Federatie voor de
Cinematografie
Steeds probeer ik te vermijden in
deze kolommen een waarde-oor
deel uit te spreken over nog in
Nederland in roulatie zijnde speel
films, maar dat lukt niet altijd. Mijn
mening over een film, alleen gemaakt
voor en vertoond op de Britse tv zal
echter wel onschuldig zijn.
Mijn gewaarwordingen bij het kijken
naar Lady Chatterley's Lover op BBC 1
wil ik namelijk graag kwijt.
Ik heb mijn exemplaar van het in 1928
door D.H.Lawrence voltooide boek
weer eens overgelezen. Het was - on
verkort - in 1933 in Parijs uitgegeven
met de strikte vermelding 'Not to be in-
troduced into the British Empire'.
Voor zover ik weet werd de roman pas
in 1960 in 't land van herkomst toegela
ten. Het is een bekende gang van
zaken, dat een verbod alleen maar de
vraag stimuleert, en Mare Allégret kon
dan ook zeker zijn van belangstelling
voor zijn in 1954 opgenomen film
"L'Amant de Lady Chatterley".
Ik vond een knipsel d.d. juni 1956 uit
Verstandig Ouderschap', waarin de
vaste filmrecensent wijlen Jan Koomen
schreef: "De gedetailleerde beschrij
vingen van het liefdesspel der minnen-
den moesten hier natuurlijk achter
wege blijven. Er is nu eenmaal heel
veel verschil tussen de mogelijkheden
in dit opzicht van een roman en die
van een film". Dat stond in een tijd
schrift dat zich speciaal met sexuele
hervorming bezighield. En nu, anno
1993, is het juist in Engeland dat 'the
sexual intercourse' zo expliciet aan het
publiek getoond wordt.
Van relaties in Engeland heb ik verno
men, dat de kijkers daar wel degelijk
erg door de vrijmoedigheden geschokt
zijn en ze zich voor elkaar geneerden.
Discussies erover, onderling en in de
pers, gaan nog steeds door. Bij ver
slaggevers van de Daily Mail en de
Daily Telegraph vond ik echter al
dadelijk geen verontwaardiging, maar
een zakelijk oordeel over de artistieke
kwaliteit.
De publieke smaak was in Engeland al
tijd preutser dan in Nederland en die
achterstand blijkt nog steeds niet hele
maal ingehaald. Wat niet wegneemt,
dat vooral het tweede deel van de vier
delige tv-serie van regisseur Ken
Russell - afgezien van alle moralisme -
waarin langdurig meer getoond wordt
dan nodig, smaakvol en onderhoudend
is. Joely Richardson, die Connie speelt,
weet dan ook al gauw niet meer hoe ze
moet kijken. Door een gedachten-
sprong zag ik opeens Anna Sten en
Hans Albers voor me in "Bomben auf
Monte Carlo" uit 1931. Toen de konin
gin de hut van haar kapitein binnen
ging, maakte de gesloten deur een ero
tischer indruk dan nu deze hele show.
Zijn wij afgestompt door gewenning?
Heeft de stoerheid in "De kleine blonde
dood" bijvoorbeeld nog een andere
functie dan 'kijk ik 'ns durven'? Ja, de
duidelijkheid van het verhaal is er wel
mee gediend, min of meer.
Het treurige is, dat Russell's stevige
aanpak de subtiele atmosfeer van
Lawrence's verhaal aantast. De teder
heid wordt doorbroken door een ze
kere bruutheid. De zoetelijke muziek
moet dat blijkbaar neutraliseren, maar
die vond ik alleen maar ouderwets en
irritant. Bij de auteur is sex een mooi
maar natuurlijk onderdeel van zijn
Rousseau-achtige redenaties.
De versie uit 1954 gaf, voor zover ik
het me herinner, beter de juiste sfeer
weer. Dannielle Darrieux speelde de
hoofdrol. In de film uit 1981 van Just
Jaeckin, die ik niet ken, was dat Sylvia
Kristel. En nu dan Joely Richardson.
Het bezwaar van alle drie de dames is,
dat zij te mooi zijn, terwijl Lawrence
uitdrukkelijk vermeldt, dat Connie niet
mooi is, maar wel een warme uitstra
ling heeft. Dat pathetische heeft Joely
een beetje over zich, maar volgens mij
is zij te jong en speelt ze een aantal
scènes als een bakvis. Zo zal dan wel
de regie-opvatting zijn.
Ik vind Jean Bean ook niet helemaal lij
ken op de wat kwetsbare, blonde
Mellors, maar soms is hij innemend en
in het derde (volgens mij minst
slechte) deel laat hij overtuigend zien
'Wij horen bij elkaar'.
Men heeft werkelijk prachtige lokaties
voor de opnamen gevonden, en ik vind
dat men niet zo'n ongelukkige hand
had met de type-casting. Hoe ontdekte
men bijvoorbeeld een man met uitpui
lende ogen (James Wilby) om Sir
Clifford gestalte te geven? Als er maar
wat beter geacteerd werd. Of liever:
als er maar wat minder geacteerd
werd en wat meer echt verpersoon
lijkt. Fons Rademakers merkte op, toen
hij twintig jaar geleden "Because of the
cats" maakte: "Als ik tegen Bryan
Marshall zeg 'Loop door de
Kalverstraat', dan loopt hij door de
Kalverstraat. Een Hollander speelt dat
hij door de Kalverstraat loopt."
(Intussen is de camera-routine hierte-
lande natuurlijk flink toegenomen).
Deze Britse cast is voortdurend in de
weer met spelen, en maakt de woor
den van Dirk Bogarde waar (interview
in Vrij Nederland van 19 juni 1993), dat
tegenwoordig in Engeland beginnende
akteurs in tv-produkties dragende rol
len toegewezen krijgen, waarvoor ze
nog niet rijp zijn. Die stelling wordt
met Lady Chatterley bevestigd.
In hoeverre een scenario (in dit geval
van Ken Russell en Michael Haggiag)
van het origineel mag afwijken, is een
hoofdstuk apart. Uit kleine, zelfs liefde
vol te noemen momenten is op te
maken, dat men het boek goed kende.
Het was helaas te verwachten, dat
zulke trekjes aan het grootste deel van
het publiek voorbij gaan.
Maar wat men voor het (allang te ver
wachten) happy end bij elkaar geflanst
heeft, is eenvoudig belachelijk.
Toegegeven: moeizaam verbaal over
leg betreffende echtscheidingen en
een lange brief, zijn nauwelijks in beel
den te vatten, en de film heeft toch al
te veel dialoog.
In wanhoop heeft men de vierde afle
vering volgestopt met vreemde ele
menten: Clifford gaat schuitje varen,
jeu de boules spelen en op een vleugel
spelen, waarbij Connie zelfs zingt. Zij
wordt in de hut met Mellors 'betrapt'
door de nieuwe jachtopziener. Het
werkt allemaal niet. De probleemloze,
zalige omhelzing aan het slot is nog te
kinderachtig voor een ouderwetse
meisjesroman, arme David Lawrence!
m In augustus vorig
jaar nodigden wij
I ■■k de kreatieve le-
JL I zers van FILM uit
l^k 1 een logo te ont-
1 ^kl werpen voor de
I NFC. Uit de di
verse inzendingen
werd het hierbij
afgedrukte logo
geselecteerd, een
ontwerp van de
Amsterdamse ontwerper Jaap Bollee.
De keus van het bestuur viel op dit
ontwerp, enerzijds vanwege zijn een
voud, anderzijds vanwege het feit dat
door de verwerking van de nationale
driekleur de eenheid en gezamenlijke
belangenbehartiging van het Neder
landse bioscoop- en filmbedrijf wordt
benadrukt.
25