GELUID WEER OP PLAAT NA HONDERD JAAR FILM door Ronald Rosbeek Nu de nieuwste ontwikkeling op het gebied van filmgeluid al in diverse theaters opera tioneel is, zou het misschien aardig zijn om eens te kijken wat er zoal in Filmland is gebeurd sinds Andrew Holland als eerste in 1894 zijn tot Kinescope omgebouwde schoenenzaak op Broadway New York voor publiek opende. Voor 25 cent - later een 'nic- kel' - kon de toeschouwer in de door Thomas Edison geconstrueerde 'peep show viewer' een voorstelling van 16 seconden aanschouwen. De 50 foot lange filmlus werd met een snelheid van 40 beelden per secon de door de machine gejoekeld. In diezelfde periode waren in Europa drie uitvinders actief op het gebied van bewegen de beelden. Dat waren de Duitser Oskar Messier, de Engelsman Willam Friese- Greene en de Fransman Louis Aime Augustin Le Prince. Zij werkten aan een toe stel om bewegende beelden te kunnen pro jecteren. Het waren uiteindelijk Louis en Augustin Lumière die in december 1895 in de kelder van het "Grand Café" in Parijs voor publiek voorstellingen gaven van geprojecteerde filmbeelden met de door hen ontwikkelde Cinematographe; een toestel waarmee bewegende beelden konden wor den opgenomen en geprojecteerd. De film- projector was geboren. Filmtitels uit het eer ste begin waren: ARRIVAL OF A TRAIN AT A STATION, BABY'S LUNCH en WORKERS LEAVING THE FACTORY. Het was met name Thomas Edison die pro beerde een mechanische koppeling te maken tussen bewegende beelden en de door hem uitgevonden Phonographe, wat hem echter nooit gelukt is. Pril geluid Met de in 1910 door AT&T uitgevonden loudspeaker lukte het Sam Warner in 1926 de 'stomme' film DON JUAN te presenteren. De muziek kwam niet van het live-orkest maar uit de door de projector aangedreven Vitaphone. Vijf maanden vóór de première van THE JAZZ SINGER presenteerde William Fox zijn eerste nieuwsreel met geluid. Het publiek kon het vertrek en de aankomst bewonderen van vliegpionier Charles Lindbergh in het 5000 stoelen tel lende Roxy Theater op Times Square. THE JAZZ SINGER werd tijdens de 'second run' in april 1928 een doorslaggevend succes. De film draaide in twee versies, nl. 'sound on disc' en het door AT&T ontwikkelde foto grafische geluid op film. Dertien jaar later - in 1940 - kwam Disney met een noviteit, de zogenaamde 'Fanta Sound'. Bij de première van de film FANTASIA werd gebruik gemaakt van een separate 35 mm. geluids film met 3 kanalen audio. Cinema Scope In 1953 kwam Fox met de eerste Cinema Scope Film, THE ROPE. Deze bevatte vier magnetische sporen in plaats van één enkel optisch geluidsspoor. Het geluid werd weer gegeven door drie speakers achter het pro jectiescherm en een groot aantal speakers in de zaal werd gevoed door het zogenaamde effect kanaal. Paramount en MGM presen teerden in 1954 het zgn. 'Perspectasound'. De film bevatte een normaal optisch geluids spoor waar behalve de audio ook zgn. stuur- frequenties waren opgenomen. Een "Integrator' schakelde het geluid tussen de drie frontspeakers. Dit systeem werd ook wel pseudo-stereo genoemd. Around the World in 80 Days Eén van de acht echtgenoten van Elizabeth Taylor was Michael Todd. In 1954 was hij betrokken bij de ontwikkeling van het later naar hem vernoemde Todd-AO systeem. Hierbij werd de film opgenomen op een 65mm. negatief. De daarvan gemaakte 70mm. theaterkopieën bevatten zes kanalen magnetisch geluid. Achter het projectie scherm stonden geen drie maar vijf speaker combinaties. Het zesde kanaal verzorgde net als bij Cinema Scope het effect. De weerga- vekwaliteit is ook naar hedendaagse maat staven ronduit subliem. De eerste grote film- produktie op dit systeem was OKLAHOMA uit 1955, gevolgd door Todd's favoriete pro ject AROUND THE WORLD IN 80 DAYS uit 1956. Ondanks de uitstekende beeld- en geluidskwaliteit van deze films is dit sys teem toch een langzame dood gestorven, mede door de kwetsbaarheid van de mag- neetsporen. Het vaak gehanteerde argument dat kopieën zo duur zijn staat eigenlijk in schril contrast met het feit dat acteurs als bij voorbeeld Marlon Brando één miljoen dollar kunnen ontvangen, terwijl ze maar een paar minuten in beeld zijn. 'Stirred and Shaken' Na de ontwikkeling van Todd-AO blijft het lange tijd stil in filmgeluidland, op een paar kleine schokjes na. In het begin van de jaren zeventig werden een paar rampenfilms geproduceerd volgens het zogenaamde 'Sensurround'-systeem. Door speciaal geconstrueerde speakers worden zéér lage frequenties geproduceerd waardoor de hele zaal lijkt te schudden. Enkele titels waren: EARTHQUAKE, BATTLE OF MIDWAY en ROLLERCOASTER. En dan is er Dolby In 1975 begint de firma Dolby zich te roe ren. Zij halen de door Sansui ontwikkelde 2- 4 matrix uit de motteballen en bouwen dit in één unit samen met hun wereldberoemde Dolby A noise reduction systeem, equalizers en een speciaal ontwikkelde voorversterker. Het standaard Academy geluidsspoor werd vervangen door twee optische Dolby A spo ren. Een groot voordeel van dit systeem is dat filmkopieën ook op conventionele appa ratuur zijn af te draaien met sterk verbeterde geluidskwaliteit. Wordt de film d.m.v. een Dolby processor gedraaid, dan decodeert de 2-4 matrix een midden en surround signaal. Links en rechts worden direct doorgegeven. Een van de eerste films volgens dit systeem is TOMMY uit 1975. In 1986 komt Dolby met een sterk verbeterde noise reduction, het zgn. 'Spectral Recording'. Dit is waarschijn lijk de laatste spectaculaire ontwikkeling in het analoge tijdperk. Digitaal rukt op In 1990 komen de firma's CDS en Kodak met een speciaal ontwikkelde 70mm. print van de film DICK TRACY. De film bevat een optisch digitaal spoor met 6 kanalen audio. De aankondiging van Dolby (die op dat moment de markt in handen heeft) dat zij ook een digitaal systeem gaan uitbren gen, doet de verkoop van CDS apparatuur echter volledig stilvallen en het systeem sterft een geruisloze dood. Een van de eerste films met dolby digitaal geluid is BATMAN RETURNS uit 1992. Mede door een extre me data reductie is het de technici gelukt digitale informatie tussen de perforatiegaat jes te plaatsen. Met behulp van een speciale CCD camera wordt deze informatie afgele zen en doorgegeven naar de DA 10 proces sor, die op zijn beurt de gegevens omzet in zes analoge signalen. Het surround is net zoals bij CDS stereo en er is een separaat sub-woofer kanaal. Digital Theater Sound Met de komst van de film JURAS- SIC PARK ver schijnt plotseling een voor film geheel nieuw di gitaal geluidssys teem: het DIGI TAL THEATER SOUND. De filmkopie bevat een optische 'time code' tussen het beeld en het analoge Dolby A spoor. Deze time code wordt uitgelezen door een aparte reader die de code doorgeeft aan de DTS processor, waarin zich twee CD- Rom disc-drives bevinden. Het geluid van de film staat behalve op de normale plaats ook op de twee CD-Rom schijven. De time code is zo samengesteld dat de computer kan zien waar de plaats van de reader in de film is. Mist er een stuk film, dan zoekt de computer binnen een fractie van een secon de de goede plaats op de disc. Doordat er een geringe datareductie wordt toegepast is de kwaliteit hoorbaar beter dan bij het hier boven be-schreven Dolby systeem. Als dit systeem blijft voortbestaan, zal het geluid na honderd jaar wéér op plaat staan.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1995 | | pagina 8