Het eeuwfeest (Een Kersverhaal) Al meer dan een kwart eeuw geleden had hij z'n toevlucht gezocht m een afgelegen oase in de Achterhoek. Hij schreef novellen en molk wat koeien. Af en toe kwamen de SRV-man en z'n uitgever langs. Soms haalde hij ze door elkaar. Maar dat deed er niet zoveel toe. Hij genoot van dit vreedzame leven en kon zich nauwelijks meer voorstellen hoe hij ooit m een woeste grote stad het hoofd boven water had kunnen houden. Z'n venster op de wereld bestond uit een bijna dertig jaar oude "Loewe-Opta" zwart-wit televisie (zonder afstandsbediening en showview), die, wanneer het niet te erg waaide, wel drie Nederlandse netten kon ontvangen. Zodoende was hem de intocht van de commerciële zenders en de daarmee gepaard gaande algehele nivellering bespaard gebleven. Niet dat-ie veel naar de televisie keek, ove rigens. Nadat Erits van Thurenhout met pensioen was gegaan en er dus op zondag om half vijf niet meer bericht werd over de toto-uitslagen, had hij het voetbal ook maar vaarwel gezegd. Er bleef dus weinig over. Een enkele keer was zijn blik gevallen op een vriendelijke man met een baard (die gezien zijn postuur in zijn vrije tijd misschien wel erg veel kersenbonbons at) en die op een hem kennelijk ingefluisterde eigenwijze toon verhaaltjes vertelde over allerlei films die in de bioscopen te bezichtigen waren. Een ding was hem bijgebleven. De cinema bestond kennelijk opeens 100 jaar. En omdat het exact 25 jaar geleden was dat hij voor het laatst een bioscoopje had gepikt, besloot hij ter ere van dit heugelijke feit zijn steentje aan de feestvreugde bij te dragen. Want de man met de baard had op een wel zeer aanstekelijke toon verteld dat er sprake was van een echt eeuwfeest met unieke festiviteiten. Gewapend met goede moed en een appeltje voor de dorst toog hij naar de Grote Hoofdstad. Daar hingen de vlaggen voor Honderd Jaar Cinema niet uit. Een beetje teleurgesteld drentelde hij naar "Du Midi". Daar had hij ooit "Mary Poppins" en "Ben Hur" gezien. Het eens zo trotse theater droeg nu een authentiek speculanten-keurmerk, want de ingang was verworden tot een troosteloze dichtgespij kerde bouwval. In geen velden of wegen was er iets te bespeuren van het eeuwfeest van de Cinema. In zijn studententijd was hij ook nog wel eens naar "Cmetol" gegaan. Meer van-wege het meisje achter de kassa dan vanwege de ingewikkelde Italiaanse drama's die daar draaiden. Maar Cinetol was nu veran derd m een broedplaats voor experimenteel theater. De zolen van z'n wandelschoenen begonnen al sleetse plekken te vertonen toen hij langs "Parisien" schuifelde. Ook al van de aardbodem verdwenen. Ten einde raad besloot hij om z'n heil te gaan zoeken in de aloude "Cineac" in de Reguliersbre e straat. Maar aldaar bleek dat een of andere populaire krachtpatser net de eerste paal had geslagen voor de bouw van een soort cafë van een andere planeet. Maar gelukkig, wonder boven wonder, hij stond recht tegenover Tuschmski. De tempel der films, nog steeds geheel intact, behoudens een rij smakeloze licht bakken op de gevel. Hij kon kiezen uit wel zeven films. Geen van de titels zeiden hem ook maar iets. "Een film zónder geweld, graag...De glimlach van de kassière, die getooid was in een soort Blokker uniform, bevroor. "U wilt dat ik U ga zeggen naar welke film LI moet gaan?" Hij knikte en voelde het ongeduld van de rij wachtenden achter hem in z'n rug priemen. 'Acht maal Goldeneye", schreeuwde een opdringerig meisje achter hem dat haar geduld al was verloren. Om de feestelijkheden niet te ver storen, sloot hij zich als een mak schaap aan bij haar keuze. De kassière vroeg opgelucht: "Heeft LI soms een Nationale bioscoopbon, of heeft U gereserveerd via de Bifi-Belbios... of heeft U misschien nog airmiles of vouchers van Albert Heijn of Shell...?" Geïmponeerd door deze abacadabra haalde hij aarzelend twee rijksdaalders uit zijn zak. Tot zijn verbijstering moest hij nog een tientje bijbetalen ook. In de bioscoop was het rumoerig. In het voorprogramma staken allerlei cowboys een sigaret op en schitterde het Polygoon-journaal door afwezigheid. Luidruchtige bezoekers naast, voor en achter hem smulden van popcorn. De zakjes knisperden lekker mee en zodoende werden de dialogen in de film bijna onverstaanbaar. Gelukkig waren die niet zo talrijk, want "Goldeneye" bleek een James Bond film te zijn. Maar Sean Connery was vervangen door een kil fotomodel. Hij werd bevangen door heimwee. Het voelde alsof de tijdsklok vijfentwintig jaar naar voren was gezet, en ze hem waren vergeten. Z'n maag begon te borrelen van de weeë lucht van het plakkerige snoep goed om hem heen. Het eeuwfeest was er alleen voor genode gasten. Gasten met "airmiles", of zoiets dergelijks. Hij sloop naar buiten. Daar was het begonnen te sneeuwen. Toen hij thuiskwam was hij doodmoe. Hij plofte in zijn stoel en begon te bladeren m een vergeeld foto boek van "Citizen KaneDat was pas echte cinema uit de goede oude tijd... Toen je voor een paar kna ken nog gezellig naar de bioscoop kon en als onnozele toeschouwer geen speelbal werd van een soort opgeklopte supermarktsfeer. Een feest ter ere van Honderd jaar Cinema? Wat een onzin. Ouder dan vijfenzeventig jaar was de Cinema toch nooit geworden...? Hij schonk zichzelf ter ere van deze conclusie een glaasje wijn in en besloot er een novelle aan te gaan wijden. Opgedragen aan die vriendelijke man met die baard. Hans Pos *7*:«:v..

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1995 | | pagina 21