anders niet zijn geweest blijkt uit de onderzoeken naar de Shell en Albert Heijn akties. De distributeur en de theaterondernemer leveren er niets op in. In het slechtste geval als je geen compen satie krijgt voor het gratis kaartje, kom je wellicht tegen het "break even point" aan, maar door het feit dat je zoveel extra mensen in de bioscoop hebt gekregen, heb je weer een aantal mensen over de drempel gehaald, dat mogelijkerwijs weer eens bij je terug komt. Dat is een belang rijk naeffect dat moeilijk meetbaar is maar absoluut zo zal zijn. AJV: Omdat je drukte tegemoet gaat. Op het moment dat je drukte hebt word je daardoor gemotiveerd; je medewerkers worden gemotiveerd. De bioscoop komt weer onder de aandacht, iedereen doet wel eens boodschappen bij Albert Heijn. Wat vindt u van de special edition Bioscoopbonnen WvW: Ik ben daar niet zo enthousiast over, omdat ik bang ben dat het verwar rend werkt bij de klant. Als er Pocahontas op staat en die bon ligt nog bij hem of haar thuis op het moment dat Pocahontas alweer richting videotheek is verdwenen, dan zouden mogelijkerwijs mensen kun nen denken dat die bon niet meer geldig is, omdat hij alleen voor Pocahontas gebruikt kon worden. Het idee vind ik leuk, maar ik denk dat het in de praktijk verwarrend werkt naar de consument toe. Ik zou dat weleens gemeten willen zien. AJV: Perfect, absoluut perfect. Je geeft duidelijk een signaal dat we tijdens de komende kerstmaand weer wat leuks in de bioscoop hebben. Met initiatieven van de exploitant kunnen er met de bonnen hele leuke dingen gedaan worden. Wij gaan straks Hoogeveen enthousiast maken voor de Sinterklaas- of Kerstsurprise met daarin een James Bond of Pocahontas bioscoopbon. U weet dat 21% van de bezoekers die met een bioscoopbon aan de kassa komen zonder die bon niet zouden zijn geko men. Dit betekent extra recette en extra buffetomzet. Hoe stimuleert u de verkoop van bioscoopbonnen? WvW: Dat doen wij nog niet goed genoeg zeg ik even heel duidelijk. Het is een onderdeel in onze organisatie dat nog verbeterd moet worden. AJV: In veel reklame nemen wij mee dat bioscoopbonnen heel leuk zijn om weg te geven. Het reklamemateriaal dat wij krij gen van de Stichting wordt rijkelijk opge hangen in het theater. Je kunt er in het theater niet omheen dat er leuke bios coopbonnen te verkrijgen zijn. Wij probe ren ook op externe punten de bonnen te laten verkopen. Dit ligt moeilijk omdat deze mensen ook commercieel denkend zijn. Het enige wat je kunt doen is men sen wat vrijkaartjes ter beschikking te stellen. Verder nemen wij de bonnen mee in lokale advertenties. In bepaalde perioden geven wij een gratis consumptiebon bij een bon van ƒ15. Vorig jaar hebben wij tijdens de Leeuwekoning een grote aktie gedaan. Wij hebben zo'n 20.000 foldertjes uitgedeeld met daarop de tekst: "Als u op zoek bent naar het leukste Sinerklaaskadootje dan moet u zijn bij het Luxor Theater". Wij hadden voor het theater een hele grote stand staan, waarbij mensen dachten: "Dat is toch hartstikke leuk zo'n bioscoopbon". Denkt u dat wanneer de verhuurders het aanbod van produkt meer zouden sprei den dit een positief effect zou hebben op het bioscoopbezoek? WvW: Absoluut, ik vind het een bijna schandalige vertoning wat er gebeurt. Ik denk dat ze in eigen vlees snijden door niet beter met elkaar af te stemmen hoe je eenjaarkalender zou moeten invullen. Dat zou op Europees niveau veel beter moeten geschieden. Als je uit de detailhandel komt, dan weet je dat wanneer je in de maand dat het goed gaat extra aandacht gaat geven, dat de aandacht die je dan moet geven om nog meer mensen te krij gen naar verhouding kostbaar is, maar het was makkelijker geweest met een beetje aandacht die slappe periode wat beter te maken. Het lijkt wel alsof alle distribu teurs, althans zo werkt het systeem, mee helpen om zwakke momenten nog zwak ker te maken en op sterke momenten zitten ze zich met z'n allen te verdringen om in Tuschinski 1 terecht te komen, het is bijna lachwekkend. Dan willen ze nog de hoogste filmhuur ook. AJV: Het is moeilijk. Soms denk ik wel eens waarom spreiden we het nou niet. Aan de andere kant moet je reëel zijn; er zijn perioden waarin mensen andere din gen aan het hoofd hebben. Vlak na de Kerst en vóór de zomervakantie is het moeilijk. Aan het uitbrengen van een film in die tijd kleeft een aantal risico's. Het is eigenlijk ook niet zoveel gedaan; als we het eens een keer proberen, komen de mensen misschien toch wel. De vergrijzing van de bevolking zal resulteren in een forse afname van bezoekers als de bioscopen hun bezoe kers niet ook, wanneer ze de dertig zijn gepasseerd als klant weten te behouden. Op welke manier kunnen de bioscopen hun doelgroep verbreden? WvW: Wij bouwen bioscopen die niet zijn afgestemd op alleen maar dat jonge publiek. Wij hebben een eigen horecafor- mule ontwikkeld, die meer is afgestemd op de oudere bezoekers. Ouderen stellen zich aktiever op en de bioscoop kan daar in een rol spelen. De belangrijkste doel groep, die wij terug moeten halen, is die van de mensen tussen de 38 en de 55. Die gaan niet meer omdat de kwaliteit van een aantal bioscopen, waaronder ook Pathé bioscopen voor die mensen onder de maat is. AJV: Service. Er bestaat een behoefte differentiatie tussen de jonge en de wat oudere bezoekers. Oudere bezoekers heb ben meer behoefte aan service, kwaliteit, zitcomfort en ruimte. Als je dit biedt kun je deze mensen vaker naar de bioscoop krijgen. Feit blijft dat de frequentie van deze groep nooit zo hoog zal worden als die van de jeugd. Wat moeten kleine exploitanten doen om hun klanten te behouden als Nederlani steeds meer multiplexen krijgt? WvW: De kleine exploitant is beter in staat persoonlijke gastvrijheid te bieden, Ik was verrast toen ik door Hollywood in Winschoten liep, omdat bij iedere tele foon een notitieblok lag; iedereen noteert reserveringen. Daar hoef ik in ons bedrijf voorlopig niet mee aan te komen. Door het grote aantal kopieën dat van een belangrijke film in roulatie wordt gebracht, is er een verschraling van aan bod in de breedte juist in de kleinere bio scopen. Met één film wordt een derde van de schermen gevuld. De kleine onderne mer moet zich onderscheiden van de gro tere theaters door de eigen presentatie naar de consument te verbeteren en een breed scala aan films te vertonen. AJV: Meegaan in kwaliteit. Investeren in renovatie. Minder stoelen in een zaal. Wat multiplexen in het groot doen, moet de kleine exploitant in het klein doen. De basis moet goed zijn; het theater moet goed zijn, personeel moet gemotiveerd zijn en je moet goed bereikbaar zijn, Daarmee neem je al een groot deel van het verschil tussen een grote en een kleine weg. Digitaal geluid is een behoorlijke evolu tie binnen de bioscopie, waarom wordt dit de consument nauwelijks verteld? WvW: Dat ontken ik. Wij beginnen iede re voorstelling met het introduktie filmpje en het staat ook bij de agenda vermeld. Er zijn bovendien regelmatig artikelen over, het is niet zo dat het onder stoelen of ban ken wordt geschoven. AJV: Ik probeer het wel zoveel mogelijk te vertellen. Wij nemen het continu mee in de reklame. Wij vertellen dat het in 6- kanaals stereo wordt weergegeven. Mensen weten in deze tijd niet meer wat digitaal is, alles is digitaal. Het is moeilijk om het mensen uit te leggen, je kunt het alleen maar uitleggen door ze een keer naar binnen te krijgen. Wanneer ik zelf operateur ben, attendeer ik de mensen tus sen het voorprogramma en de hoofdfilm erop dat ze zojuist analoog geluid hebben gehoord en dat ze nu digitaal geluid gaan horen. Als ze de leader horen dan hebben ze het verschil wel door. De film op 35 mm celluloid heeft z'« langste tijd gehad. Wanneer de films pet kabel binnenkomen is er de mogelijk heid om ook ander entertainment zoé sport en muziek te vertonen op het grote doek. Verwacht u dat deze ontwikkeling nog voor het jaar ,2000 tot Nederlands

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1995 | | pagina 8