FILM
Barnstijn, een Nederlandse filmtycoon
De Haagse filmdistributeur en -producent Loet C. Barnstijn heeft in de Nederlandse
filmgeschiedenis een belangrijke rol gespeeld. Gedreven door een sterk ontwikkeld
zakelijk instinct heeft hij onophoudelijk geprobeerd het filmbedrijf van vóór 1940 naar
een hoger plan te tillen en op nieuwe wegen te wijzen. Zo speelde hij onder meer een
voortrekkersrol bij de invoering van de geluidsfilm in Nederland.
Film, architectuur, theater en muziek kruisen elkaar in de voorstelling Barnstijn, een
Nederlandse filmtycoon, die als doel heeft deze markante filmbons opnieuw tot leven
te brengen.
10 mei 1940. Loet Barnstijn bevindt
zich aan boord van de Rex, een
Italiaans stoomschip dat de haven van
New York binnenloopt. Zacht klotsend
water, gekrijs van meeuwen. Barnstijn
zit samen met de barpianist in de
lounge en het duurt nog minstens een
uur voor hij aan wal kan. Hij begint
hardop te mijmeren: "Ik zeg Lottie, zei
ik, maak je geen zorgen, kind. Ik zeg,
Lottie, elk jaar steek ik de oceaan over
om in New York films in te kopen, en
elk jaar ben ik er heelhuids aangeko
men en telkens in goede gezondheid
teruggekeerd, waarom zou dat deze
keer anders gaan?"
Zo zal de voorstelling in het Neder
lands Filmmuseum over Loet C. Barn
stijn (1880-1953) van start gaan. De
werkelijkheid staat op dat moment in
schril contrast met Barnstijns zorge
loosheid: Nederland wordt gemobili
seerd en Barnstijn keert er pas na de
oorlog terug. Hij verkoopt zijn filmver-
huurbedrijf en keert in 1951 terug naar
Amerika, waar hij twee jaar later sterft.
De gloriejaren van Loet Cohen Barn
stijn liggen vóór de Tweede We
reldoorlog. Hij was even werkzaam
geweest in de textielbranche toen hij
in 1913 de deuren van de 'Japansche
Bioscoop' opende. Dit was het begin
van een stormachtige carrière in het
filmbedrijf. Barnstijn was een zaken
man in hart en nieren, bereid om grote
risico's te nemen. Hij zag al snel dat er
in het verhuren van films meer geld te
verdienen was dan in het exploiteren
van filmtheaters. Met zijn bijna hoog
moedige bravoure stuwde hij de publi
citeit voor zijn films op naar grote
hoogten, waarbij geen superlatief hem
te veel was: 'Wij hebben de voldoe
ning! Sound komt, de stomme films
hebben afgedaan. Wij hebben goed
gezien. Wij hebben de voldoening!'
De invoering van de geluidsfilm in
Nederland is één van Barnstijn's groot
ste wapenfeiten. Hij had in Amerika
een demonstratie van de Vitaphone
bijgewoond, een systeem om via
grammofoonplaten films met syn
chroon geluid te vertonen, en ontwik
kelde in samenwerking met Philips
binnen twee jaar een Nederlands equi
valent: de Loetafoon. De lage prijs van
het apparaat maakte het, in combina
tie met Barnstijns offensieve campag
ne voor de geluidsfilm, tot een succes
en zo liep Nederland al snel voor op
omringende landen. De slimme Barn-
Het Mysterie van de Mondscheinsonate (1935).
stijn had zich tevens aldoende verze
kerd van afzet van de geluidsfilms uit
zijn catalogus. De Loetafoon stierf een
snelle dood door de ontwikkeling van
een techniek die het geluid optisch -
rechtstreeks vanaf de kopie - weergaf.
Naast filmverhuur en filmtechniek zag
Barnstijn brood in de productie van
geluidsfilms. Hij was, samen met Hollan-
dia, producent van de jantjes (1934).
LOETCbARNST'JN
D- HOLLANDIA film
„DE JANTJES"
HERMAN BOUBER
MUZIEK
LOUIS DAVIDS
JOHN BROOKHOUSE
MARGIE MORRIS
en RIDO
JAAP SPE 'J ER
AKO'S" FARKAS
FIENTJE DE LA MAR
5USIE KLEIN
CI55y VANBENNEKOM
HWESTERHOVEN
CASTELLO
AAF BOUBER
JOAN REMMELT5
COR HERMUS
RIKA HOPPER
OSCAR TOURNIARE
JAN VAN EE 5
JOHAN KAART JR
HENRIETTEDaVIDS
SYLVAIN POONS
ISY MOINA
FLOR LA ROCME
JAN BLOK
HENRI EEREN5
LOUIS DAVIDS
Na het grote commerciële succes van
deze film beet hij financieel in het zand
met de komedies malle gevallen (1934)
en DE FAMILIE VAN MIJN VROUW (1935). Toch
zette hij een ander oud plan door: de
bouw van een eigen filmstudio. De
films HET MYSTERIE VAN DE MONDSCHEINSONATE
(1935) en merijntje gijzen's jeugd (1936)
kwamen tot stand onder supervisie van
Loet C. Barnstijn Filmstad. De studio,
ook wel 'Filmstad Wassenaar' ge
noemd, werd ondanks het bescheiden
succes van merijntje gijzen's jeugd een
financieel debacle. Dit betekende het
einde van Barnstijns loopbaan als pro
ducent. De studio werd in 1944 platge
bombardeerd.
Barnstijn mocht met een aantal van zijn
activiteiten succes hebben gehad, hij
liep ook tegen de grenzen van het
Nederlandse filmklimaat op. De markt