FILM Ook de firma Kagenaar in Utrecht bouw de een optische geluidsaftaster. Het apparaat had een vaste filmglijbaan waar de film door een aangedreven transportrol langs werd getrokken. De kwaliteit van de geluidsweergave bleef achter bij de latere systemen die waren voorzien van een roterende filmbaan. Kagenaar heeft ook booglicht-lampehui- zen gebouwd en onder eigen naam op de markt gebracht. In het begin der jaren vijftig kwam Philips met een nieuwe projector waarmee het moge lijk was zowel 70 mm films als 35 mm films te vertonen. De projector kreeg de codenaam DP 70. Voor het ont werp werd de heer J. Kotte van Philips in Amerika onderscheiden met een Oscar voor Techniek. Van 29 septem ber tot 7 oktober 1956 presenteerde Philips op de Photokina te Keulen op een scherm van 14.20 meter breed en 7.20 meter hoog de 70 mm Todd-AO demonstratiefilm 'The Miracle of Todd-AO'. De onderkant van het pro jectiescherm was maar 0,95 meter boven de vloer aangebracht, terwijl de bovenkant van het scherm tot aan het plafond reikte. Het scherm was sterk gebogen; bijna 4 meter! De projectie afstand bedroeg 23.40 meter. Dagelijks waren er vijf voorstellingen. En de toeschouwers waren enthou siast. Nog in hetzelfde jaar gaf Philips in Scheveningen een voorstelling met de nieuwe DP 70 en de 70 mm Todd- AO film. In 1954 kwam de NV Optische Industrie Oude Delft met Delrama, een optisch systeem voor anamorphotische opname en projectie. (Delrama Delft Rectifying Anamorphic Mirror Assembly). Het systeem werd ontwikkeld door Prof. Dr. A. Bouwers in samenwerking met Prof. Dr. B.S. Blaisse. Het systeem maak te gebruik van een tweetal gebogen spiegels, waardoor een groothoekbeeld horizontaal werd samengedrukt. Techni- color Ltd. verzocht de Oude Delft een optisch systeem samen te stellen voor gebruik op de filmcamera. In 1956 werd dit systeem over de gehele wereld toe gepast. Het bestond uit twee geslepen prisma's en werd gebruikt onder de naam Technirama. In 1958 kwam Philips opnieuw met een nieuw type 35 mm projector, de FP 20 S. Deze projector was voorzien van de SPP- projectielamp, een nieuw type lichtbron. Als vervanging van de koolspitsen-boog- lamp was in 1956 door de firma Osram de xenonbuis op de markt gebracht. In verband met de inmiddels steeds meer toegepaste automatisering van de pro jectieinstallaties had de booglamp geen toekomst meer. De beperkte brandduur maakte de koolspits voor toepassing bij automatisering onbruikbaar. De Philips gasontladingslamp SPP 800 bestond uit een van kwartsglas gemaakt buisje van 80 mm lengte en een doorsnede van 5,6 mm. Voor de filmprojectie werd de lamp gevoed met een pulserende gelijkstroom van 72 impulsen per seconde of 3 impul sen per beeld. De lamp gaf uiteraard alleen licht tijdens het ontvangen van een impuls. I. Kotte met de Technical Oscar naast zijn DP 70 projector (1956). Tussentijds brandde de lamp niet en gaf dus geen licht. De donkere perioden maakten het gebruik van een vlinder overbodig. Het systeem is enige jaren in gebruik geweest, maar door de kleur van het licht bleek de projectie van kleuren films niet aan de verwachting te voldoen. Door middel van een kleurfilter dat in het beeldvenster werd aangebracht trachtte men dit euvel te verhelpen. Het mocht niet baten. Na enige jaren besloot Philips de productie te staken en stapte over op het gebruik van xenonlampen. Op 30 september 1952 ging in het Broadway Theatre te New York het Cinerama-systeem met de film 'This is Cinerama' in première. Het bleek een succesformule. Negen jaar later waren er elf Cinerama-bioscopen in Amerika en dertig in de rest van de wereld. De Nederlander Hennen llmer kreeg in 1957 van de Amerikaanse Cinerama-directeur Nicholas Reisini de Benelux-vertoningsli- centie mits hij Cinerama op de Expo 1958 te Brussel ging vertonen, llmer deed dat en kwam daarna naar Rotterdam. Hij verbouwde het pas negen maanden oude Scala Theater aan de Westblaak tot een Cinerama Theater. Op 14 juli 1960 werd deze met een gala voorstelling van de eerste Cineramafilm 'This is Cinerama' geopend. Het Cinerama-driebanden-systeem werd ook in Rotterdam een groot succes. Maar er waren slechts een vijftal Cineramafilms volgens beschikbaar: 'This is Cinerama', 'Seven Wonders of the World', 'Cinerama Holiday', 'Search for Paradise' en 'Cine rama South Sea Adventure'. Gezien het succes van de films werd nog een keer teruggegrepen op de hoogtepun ten uit de eerder vertoonde films waaruit 'The Best of Cinerama' werd samengesteld. De door Cinemiracle gemaakte driebandenfilm 'Windjam mer' werd hierna door Cinerama over genomen en ook de Russische Kino- panorama driebandenfilm werd door Cinerama gekocht en bewerkt. De film kreeg de titel 'Cinerama Russian Ad venture Metro Goldwyn Mayer maakte in 1962 twee speelfilms op het Cinerama drie banden-systeem. Het waren 'How the West was Won' en 'The Wonderful World of the Brothers Grimm'. Alle genoemde films werden in Rotterdam vertoond. Toen het systeem niet lan ger een publiekstrekker bleek te zijn, stapte men over op de projectie van de 70 mm films. En dan kwam er nog het IMAX groot- beeldsysteem. IMAX dat werd afgeleid van 'Image-maximum' werd in 1967 ontwikkeld door Gream Ferguson en Ron Jones. Ferguson kwam op het idee om de 70 mm film horizontaal in plaats van verticaal op te nemen waardoor hij het beeldoppervlak op de film kon vergroten. Het IMAX-systeem zoals dat nu nog wordt toegepast ging in 1970 op de wereldtentoonstelling in Osaka (lapan) in première. Sindsdien werden er een beperkt aantal IMAX- theaters gebouwd. Ook Nederland maak te kennis met het IMAX-systeem. Eerst als een attractie van het park De Beekse Bergen te Hilvarenbeek. Later werd de installatie overgebracht naar een nieuw gebouwd IMAX-theater in Rotterdam dat in 1989 werd geopend. De IMAX voor stellingen worden nog dagelijks in Rotterdam gegeven. Met dit artikel is er een einde gekomen aan "100 jaar Filmpresentatietechniek" geschreven door de Heer Henk Berg. Wij danken hem zeer hartelijk voor zijn bijdrage aan ons blad.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1997 | | pagina 38