"NU MAG DE BRANCHE HET
EINDELIJK ZELF DOEN"
NICAM CLASSIFICATIESYSTEEM EN DE GEVOLGEN
VOOR DE BIOSCOOPBRANCHE
De discussie over de vraag of een classificatiesysteem op basis
van zelfregulering voor alle audiovisuele media zinvol is ligt
achter ons. Uit een recent onderzoek van de NOS dienst Kijk- en
Luisteronderzoek blijkt dat de consument, vooral ouders, veel waar
de hecht aan uitgebreidere voorlichting over de inhoud van audiovi
suele producten. Vanaf eind februari moeten de bioscoopfilms die
dan uitkomen voorzien zijn van een classificatie aan de hand van het
systeem van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van
Audiovisuele Media (NICAM), dat ontwikkeld is door externe des
kundigen en wetenschappers.
lil
G
Door Linda Kleinhout
-,4.tK-Ai':
,■:-*■ .-1
:\;SM
Nu de invoering van dit nieuwe
systeem op basis van zelfregule
ring steeds dichterbij komt moe
ten wij ons gaan afvragen wat
het in praktijk gaat betekenen.
Wat zijn de gevolgen voor distri
buteurs en exploitanten van
bioscoopfilms? Deze vraag is
voorgelegd aan Wilco Wolfers,
bestuurslid van het NICAM en
tevens directeur van Warner
Bros. en aan Jan van Dommelen,
voorzitter van de NFC en direc
teur van Jogchem's Theaters.
Internationaal uniek
Een direct gevolg van de invoe
ring van het classificatiesysteem
van het NICAM is het verdwij
nen van verschillende systemen
van keuring voor de bioscoop
films en videofilms. Het nieuwe
systeem gaat de Filmkeuring
voor bioscoopfilms en het sys
teem van zelfregulering voor
videofilms vervangen. De audio
visuele sector krijgt een uniform
systeem dat voor de gehele sec
tor geldt en waar ook de hele
sector aan meewerkt. Het sys
teem is internationaal gezien
uniek. Bij verschillende produc
ten van één film kunnen geen
verschillende classificaties meer
voorkomen. Distributeurs classi
ficeren een film die zij uitbren
gen en deze classificatie geldt
vervolgens ook voor de video en
DVD die van de film wordt uit
gebracht.
Het classificatiesysteem van het
NICAM heeft een voorlichtend
karakter. Het systeem biedt de
consument een service door
informatie te bieden over leef-
tijdsgeschiktheid en inhoudelij
ke aspecten van de film. Op
basis van deze informatie kan
een ouder bepalen of een film
schadelijk kan zijn voor de kin
deren. Nieuw is de informatie
die gegeven wordt over inhoude
lijke kenmerken als geweld,
seks, angstwekkend materiaal,
discriminatie, drugsgebruik en
grof taalgebruik. Aan de
bestaande leeftijdscategorieën
wordt de categorie 'zes of zeven
jaar en ouder of meekijken
gewenst' toegevoegd. Volgens
Jan van Dommelen past het sys
teem goed in de Nederlandse
mentaliteit. "Nederlanders wor
den niet graag bemoederd. Ze
willen zelf bepalen of een film
geschikt is".
Classificeren via het Internet
Producenten, distributeurs en
exploitanten hebben vanaf
februari 2001 niet langer te
maken met een onafhankelijke
instantie, de Filmkeuring, die
films voorziet van een leeftijds-
i sr
pnpm
H
I