OP DE HILANDSE TOER 2 2 1 3 U D J ners aanwezig, de bedrijfsleider en de operateur. Van Woensel gelooft niet erg in het oefenen zaaldeuren openstonden. Davidson: "Dat lijkt een klei nigheid, maar die brandwerende met het personeel: "Elke ramp is weer anders, je moet snel handelen en de kennis uit zo'n oefening komt vaak pas lang zaam bij je boven." In Cinema Palace zitten de nooduitgangen op een logische plek, voor in de zaal. De door gangen zijn bij inspectie obsta- kelvrij. Bij dit theater had de brandweer vooral aandacht voor het balkon. Het balkon kan ver laten worden via twee trappen. Gemeentevoorlichter Van den Ham: "Omdat die trappen alle bei in dezelfde hal uitkomen, stelde de brandweer aanvullende eisen. Er is nu een adequate brandmeldinstallatie aange bracht, die een eventuele brand direct opspoort en alarm slaat." Bij navraag blijkt het personeel echter niet precies te weten hoe de installatie werkt. Olaf Nooij, regiomanager bij de Minerva Groep: "Wij hebben vorig jaar, in overleg met de brandweer, een ontruimingsplan opgesteld. Als onze mensen niet precies weten, wat hen in noodsituaties te doen staat, dan moeten wij daar extra aandacht aan beste den." Ook Nooij is aan het den ken gezet door de brand in Volendam. "Wij denken er over een dia te ontwikkelen, die het publiek toont waar de nooduit gangen zijn. Dat kan helpen panieksituaties te voorkomen." Drukte in Purmerend De brandweer van Purmerend heeft het sinds het voorval in Volendam extra druk. De heer Davidson van de afdeling Preventie: "We worden plotse ling overspoeld met verzoeken van horecaondernemers om de brandveiligheid in hun zaak te komen bekijken." De plaatselijke bioscoop Metro wordt al jaarlijks gecontroleerd. In maart 2000 kreeg Metro de aantekening dat de dubbele deuren zorgen er juist voor dat de rook zich niet verspreidt." Met bedrijfsleider Dick de Groot maken we een rondgang door het gebouw, dat twee jaar gele den uitgebreid is met een ruime entree en een vierde zaal op de bovenverdieping. "In de bouw verordening zijn tal van regels opgenomen. Behalve de brand weer stellen ook onze verzeke ringsmaatschappij en de arbeidsinspectie hun eisen. Bovendien wordt de milieuwet geving steeds strenger." Alle medewerkers hebben een draaiboek ontvangen voor aller lei noodsituaties en De Groot houdt om de drie maanden werkoverleg. Graag zou hij met de brandweer een ontruimings- oefening doen. Davidson: "Helaas ontbreekt het ons daar voor aan voldoende capaciteit. Dat ontslaat de exploitant niet van de plicht geregeld met zijn personeel te oefenen. Wij heb ben wel een speciaal aanvals plan voor Metro. Als daar het brandalarm afgaat weten wij precies hoe de situatie is." Met deze ministeekproef lijkt het erop dat het wel meevalt met het veiligheidsbewustzijn van de bioscoopondernemer. Toch zint de NVB op een actie ver beleid. Van der Putte heeft een gespecialiseerd bureau de opdracht gegeven een cursus calamiteitenbestrijding te ont wikkelen voor het bioscoopper soneel. Deze zal binnenkort aan de leden van de NVB aangebo den worden. FILMMUSEUM CONSERVEÊfAARDEVOLLE NEDERLANDSE FILM In oktober 1999 kende staatssecretaris Van der Ploeg het Filmmuseum eenmalig een additionele subsidie van f 1,5 miljoen toe om een begin maken met de conservering van de col lectie Nederlandse naoorlogse speelfilms. Een speciaal samenge steld projectteam, bestaande uit filmhisto- rici en filmrestauratoren heeft hier in de afgelo pen maanden aan gewerkt. Door Ad Pollé Sinds oktober 1999 zijn mede werkers van de afdelingen Filmcollectie en Filmrestauratie van het Filmmuseum bezig met een project om de teloorgang van de oudste van de Filmmuseumcollectie Nederlandse naoorlogse speel films te voorkomen. Inmiddels is naar schatting ruim 1.000.000(1) meter film onder handen genomen. Recente steekproeven in de klui zen hebben uitgewezen dat het met de fysieke conditie van de collectie acetaatfilms, dat wil zeggen de onbrandbare films die na 195 5 zijn geproduceerd, slechter is gesteld dan werd ver ondersteld. Vele kopieën blijken onderhevig aan ontbindingsver schijnselen zoals verkleuring en het zogenaamde vinegar syndro- me. Vanwege ouderdom of slechte opslag in het verleden dreigen onvervangbare negatie ven en unieke kopieën verloren te gaan. Het was al snel duide lijk: om de collectie Nederlandse naoorlogse speel films van het Filmmuseum voor de toekomst te behouden was een grondige en voortvarende conserveringsinspanning nood zakelijk. Met het beschikbare geld kon echter slechts een beperkt deel van de collectie onder handen worden geno men. In Nederland geproduceerde speelfilms zijn zonder uitzonde ring van belang voor de vader landse filmgeschiedenis en film cultuur en onlosmakelijk verbonden met de missie van het Filmmuseum - het bewa ren en bevorderen van de filmcultuur in Nederland -, en vormen daarom een kerncollectie binnen het museum. Speelfilms uit de jaren tachtig en negentig in de collectie van het Filmmuseum verkeren over het algemeen in redelijke staat. De conserveringswerkzaamhe- den concentreerden zich dan ook op titels uit de jaren vijftig zestig en zeventig. Met uitsterven bedreigd Het archief van het Filmmuseum bevat ruim tachtig Nederlandse speelfilmtitels uit die periode, van "Het wonderlij ke leven van Willem Parel" tot "Spetters". Vele titels uit die periode zijn al 'met uitsterven bedreigd'. Zo is bijvoorbeeld het origineel (camera-)negatief van "De overval" (Rotha, 1962) incom pleet en beschadigd. Op dit moment loopt er een intensieve restauratie om het negatief in zijn oorspronkelijke vorm te herstellen. Dit is ten dele moge lijk geworden, omdat er in 1997 nog twee kopieën van de film opdoken in de schenking van Pathé Cinemas, waarin materi aal zat dat bij het opruimen van de kelder van het City Theater in Amsterdam was gevonden. Een ander voorbeeld is het lot van de allereerste Nederlandse kleurenspeelfilm, "Jenny" (Van Hemert, 1958). Alle beschikbare kopieën van deze film waren ernstig verkleurd, maar het negatief bleek in een uitsteken de conditie, waardoor er een nieuwe kopie gemaakt kon wor den in de originele fraaie Agfa- kleuren. Van een titel als "10.32" (Dreyfuss, 1966) heeft het Filmmuseum weliswaar twee kopieën (waarvan overigens een uit de nalatenschap van distri butiemaatschappij Gofilex), maar waar het moedermateriaal zich bevindt is nog altijd niet bekend. Het gaat hier om een van de vele titels waarvan de productiemaatschappijen niet meer bestaan en waarvan het onbekend is of er nog meer materiaal is. Wanneer noch negatieven noch kopieën gevon den worden, zal een kopie uit de Filmmuseumcollectie als basis voor conservering moeten die nen. Van andere Nederlandse speelfilms bezit het Filmmuseum weliswaar het negatief, maar geen projectieko pie. Dit maakt conservering van het unieke negatiefmateriaal en het vervaardigen van een (pro- jectie-)kopie urgent. Dit geldt bijvoorbeeld voor films als "Op de Hollandse toer" (Booth, 1973), met Wim Sonneveld, of "Daniel" (Terpstra, 1971). Onderzoek Ondanks regelgeving en afspra ken over depotstellingen ontbre ken helaas nog tal van titels die in de collectie thuis horen. In het kader van deze conserve- ringssubsidie werd onderzocht waar ontbrekende titels zich bevinden, wat de staat van deze films is en, indien de uniciteit van het materiaal en de fysieke conditie ervan daartoe aanlei ding geven, of er voor de collec tie conserveringen van deze films gemaakt moeten worden. De conserveringsdoelstelling is om uiteindelijk over zowel een kwalitatief goed negatief (moe dermateriaal) als een (projectie) kopie van elke Nederlandse speelfilm te beschikken. Dit laatste is natuurlijk van belang om de film te kunnen presente ren en beschikbaar te stellen. Verder worden door middel van digitalisering de films nog toe gankelijker, voor bijvoorbeeld studiedoeleinden, voor gebruik door tv-programma- makers en voor allerlei edu catieve- en informatieve toe passingen via de elektroni sche snelweg. Gezien de ambities die het Filmmuseum op dit terrein koestert, zal een deel ook worden aange wend om de geconserveerde Nederlandse speelfilmcollec tie te digitaliseren. Interessant nevenaspect van het project is het onderzoek van Mustafa Özen. Hij heeft in eer ste instantie aanvullende gege vens gezocht van de titels uit de periode, zoals gegevens over de uitbreng. Daarnaast heeft Mustafa een uitgebreid receptie- onderzoek verricht naar de titels uit die periode, dat veel inzicht in de populariteit van de films zal opleveren. In maart 2001 presenteert het Filmmuseum een uitgebreid retrospectief rond cineast Fons Rademakers, die onlangs zijn 80e verjaardag vierde. Dankzij het project Op de Hollandse Toer is het nu mogelijk vrijwel al zijn titels, waaronder de film "Als twee druppels water" (1963), met nieuwe kopieën te presenteren. Olaf Nooij: "Wij denken er over een dia te ontwikkelen, DIE HET PUBLIEK TOONT WAAR DE NOODUITGANGEN ZIJN. DAT KAN HELPEN PANIEKSITUATIES TE VOORKOMEN." Jacques van Woensel: "De brandweer in Haarlem is best streng. Wij moesten de zaak een keer een paar uur sluiten omdat de sprinkler installatie lekte." 2 2 DE CONSERVERINGSWERK- ZAAMHEDEN CONCENTREER DEN ZICH OP TITELS UIT DE JAREN VIJFTIG, ZESTIG EN ZEVENTIG. VELE TITELS UIT DIE PERIODE ZIJN AL 'MET UIT STERVEN BEDREIGD'. 23

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2001 | | pagina 21