Nederlandse filmindustrie hangt aan een cliff feature Het gaat goed met de Nederlandse film. Dit jaar worden er zo'n zeventien speelfilms uitgebracht. Er komen steeds meer bezoekers voor naar de bioscoop en we dingen mee naar de Oscars. Het succes is voor een groot deel te danken aan gun stige belastingmaatregelen die investeren in film lucratief maken. Maar de regering wil na zes jaar de stekker uit de regeling halen. Alle hulptroepen verzamelen zich rondom het Nederlandse filmbedrijf. Zullen zij de Nederlandse film red den? Femke Halsema: 'Het filmbeleid van de staatssecretaris lijkt op een sterfhuisconstructie.' Door Lucia Alleman Het verhaal van de Nederlandse speel film is een geschiedenis met vele cliff hangers. Het begon zo mooi, toen in 1997 minister HansWijers van EZ, staatssecretaris Willem Vermeend van Financiën en staatssecretaris Aad Nuis van Cultuur eendrachtig beleid maak ten om de Nederlandse filmindustrie te stimuleren. Er werd een heel pak ket aan maatregelen uitgedacht, maar de meest effectieve was een fiscale constructie waarbij particuliere investeerders voordelig konden beleg gen in films, de CV-constructie. De regeling trad in 1999 in werking en zou in ieder geval vijf jaar van kracht blijven. Vol ijver gingen filmproducten aan de slag. In de eerste twee jaar werden 125 filmvoorstellen ingediend. Daarvan werden er zo'n 40 in film- CVs aangeboden aan investeerders. Tegelijkertijd verschenen er in de pers kritische verhalen. De filmvoor stellen zouden kwalitatief onder de maat zijn, buitenlandse producenten zouden profiteren van Nederlands belastinggeld, onderling gekissebis van producenten zouden film-CV's om zeep geholpen hebben, de kosten voor de schatkist zouden de pan uit rijzen en het commercieel succes bleef uit. Maar het productievolume Zal Cool! Gerrit Zalms blik op füm veranderen} 8 - HOLLAND FILM NIEUWS nam toe en daar was de maatregel voor bedoeld. In 2000 werd het eer ste succes gevierd met Lek. Kink Al gauw kwam er een kink in de kabel, want in 2001 werd er een nieuw belastingstelsel ingevoerd. Veel te laat kwam men erachter dat fïlmin- vesteerders in dit stelsel niet meer golden als ondernemers en dus geen gebruik konden maken van de bijbe horende belastingaftrek. Staatssecretaris van Financiën Wouter Bos maakte op de valreep een over gangsregeling. Echter, tot diep in 2001 zaten de filmproducenten nog te wachten op goedkeuring van de EU. Ook de nieuwe regeling, de FIA, die in 2002 in werking zou treden, kwam laat tot stand. Het betekende opnieuw onzekerheid voor de filmindustrie. Met de FIA werd de totale belasting derving beperkt tot drieëntwintig mil joen euro per jaar. Op die manier werd er een limiet gesteld aan het aantal filmvoorstellen dat voor belastingaftrek in aanmerking komt. Ondertussen begon de Nederlandse filmindustrie resultaten op te leveren. Costa!, Ik ook van jou, Minoes, Van God los, Liever verliefd en Pbileine zegt sorry trokken allemaal een hon derdduizenden publiek. Zus Zo van Paula van der Oest en De tweeling van Ben Sombogaart werden genomi neerd voor de Oscar voor niet Engelstalige films. Voor de tweede helft van 2004 staan er nog twaalf nieuwe speelfilms op stapel. Het bios cooppubliek trekt niet langer de neus op voor een Nederlandse film. De speelfilm gaat Nederlandstalige pop en de musicals in populariteit achter na. En met televisieprogramma's als Shownieuws en RTL Boulevard lijkt er zowaar een sterrencultus te ont staan met eigen diva's en divo's. Op 1 januari 2003 zouden de tijde lijke maatregelen een einde vinden, maar met een motie riep de Tweede Kamer de regering op tot een verlen ging om in ieder geval de budgetten die nog op de plank lagen, op te gebruiken. Maar nu lijkt het definitie ve einde van de fiscale maatregel toch aanstaande. In een brief aan de Tweede Kamer stelde minister Brinkhorst van Economische Zaken afgelopen voorjaar onomwonden dat de regering vastbesloten is het filmsti- muleringsbeleid niet te continueren. In haar rapport van najaar 2003 had bureau Berenschot geconcludeerd dat ondanks een enorme vooruitgang de filmindustrie nooit als zelfstandig eco nomische sector zou kunnen bestaan. Structurele steun strookt niet met het economisch beleid dus trekken EZ en Financiën hun handen af van de film industrie. Zij moet zich voortaan ver staan met de staatssecretaris van Cultuur. Maar Medy van der Laan ziet zich al geconfronteerd met een flinke bezuinigingstaak op haar begroting. M&D-fonds Het wordt tijd om alle hulptroepen te verzamelen. Ook de bioscoopexploi tanten en de filmdistributeurs dragen hun steentje bij. Op 1 juni presenteer de Wilco Wolfers namens de NVF, de NVB en de NVS aan staatssecretaris Medy van der Laan een nieuw fonds Pluk van de Petteflet ketingcampagnes en een grote uit breng van de films. Alleen met veel kopieën kan de Nederlandse film con curreren met het aanbod uit de rest van de wereld. Als een film succesvol is zal de oor spronkelijke bijdrage volgens nog vast te stellen spelregels weer terugvloei en in het fonds. Dit bedrag kan dan voor Marketing en Distributie van Nederlandse speelfilms. Het fonds krijgt tot en met 2008 de beschikking over acht miljoen euro, gemiddeld twee miljoen euro per jaar. Het geld wordt ingezet naar gelang het produc tievolume. Wim Stolwerk van de NVB verwacht dat met het huidige produc tievolume er in 2005 nog geen twee miljoen nodig is, maar in 2008 zou het budget op kunnen lopen tot 2,7 miljoen. Het geld is bedoeld voor mar- onder andere gebruikt worden om de succesvolle producent te belonen. Voor Wilco Wolfers staat het effect van de stimuleringsmaatregelen bui ten kijf. 'Ten eerste is het marktaan deel van de Nederlandse film geste gen van een paar procenten in 1999 naar 15,3% dit voorjaar. Dat is substan tieel. Ten tweede hebben de filmma kers een enorme prolëssionaliserings- slag gemaakt. Als je nu stopt met het stimuleringsbeleid, dan ben je dat zo kwijt. Wij moeten dit niveau juist vast houden.' Op de releaselijst van 2004 staan nog twaalf Nederlandse speelfilms aange kondigd. Vijf daarvan worden uitge bracht door A-Film, drie door Independent Films en één door Moonlight Film, UIP, RCV en Warner. Wolfers:'Misschien zijn distributeurs wat voorzichtig. Als je het mij per soonlijk vraagt zouden filmdistribu teurs veel eerder bij een project betrokken moeten worden. Er wor den bij het Filmfonds heel veel pro jecten ingediend en gesteund met een bijdrage voor de ontwikkelingsfase. Filmdistributeurs zouden in dat stadi um al vanuit hun expertise hun licht kunnen laten schijnen over de levens vatbaarheid van zo'n project.' Voor de instelling van het M&D-fonds moet echter aan een aantal voor waarden voldaan worden. Wim Stolwerk: 'Het is in ieder geval nood zakelijk dat er Nederlandse films geproduceerd worden. De regering moet met nieuw stimuleringsbeleid komen. En naar onze mening kan dat HOLLAND FILM NIEUWS - 9

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2004 | | pagina 11