Afscheid van de ANF
achter de schermen
Na twintig jaar is er een einde gekomen aan een van de
meest kenmerkende organisaties van het filmbedrijf: de
Associatie van Nederlandse Filmtheaters. De ANF is 1 januari
jongstleden opgeheven. Holland Film Nieuws sprak met de
man die als boegbeeld van de voormalige ANF mag worden
beschouwd, Gerard Bunnik.
27
Door Jeroen Huijsdens
De ANF-branchetaken zijn overgeno
men door de Nederlandse Vereniging
van Bioscoopexploitanten (NVB) en
de bijzondere (gesubsidieerde) taken
door het Filmfonds. Zo is er per 2005
een enkele brancheorganisatie in
Nederland voor bioscopen, arthouses
en filmtheaters, een unicum na ruim
drie decennia.
Jij zit nu bij het Filmfonds. Welk
deel van jouw voormalige taken
voer je nog altijd uit?
'Het Filmfonds heeft me aangesteld
als landelijk consulent filmvertoning.
Ik blijf mijn expertise inzetten om
overheden, branche en vertoners te
adviseren. Vooral om te zorgen dat het
bijzondere aanbod kan rekenen op
een goede infrastructuur.'
Voor de overige vragen kunnen
filmtheaters en filmhuizen nu
terecht bij de NVB?
'Ja, dat was een voorwaarde. Ik blijf
nog wel een jaar NVB-bestuurslid,
maar de filmtheaters zitten zelf in de
NVB-exploitantenraad en ze kunnen
nu rekenen op een moderne en pro
fessionele brancheorganisatie, die niet
alleen gaat voor een paar concerns
maar ook voor de onafhankelijke bios
copen, arthouses en filmtheaters.'
Met het opheffen van de ANF
komt er wel een einde aan een
tijdperk. Hoe kijk je zelf terug op
al die jaren?
'Ik heb het steeds gezien als een uit
de hand gelopen hobby. Ik groeide op
in Nijmegen, een stad die aan puin lag
na de Tweede Wereldoorlog. De ker
mis en de bioscoop, en voor mij later
het filmhuis, brachten het spreek
woordelijke licht in de duisternis.
Toen ik bij de ANF kwam, was de
klapstoel en de portable-projector
door de filmhuizen net afgezworen. Ik
ben als een soort bouwpastoor heel
Nederland gaan aanmoedigen betere
filmtheaters en een professioneel ver-
tonersbeleid te realiseren. Niemand
had kunnen voorspellen dat het zo
uit de hand zou lopen. In twintig jaar
zijn we van 200.000 naar ruim twee
miljoen bezoeken in 2004 gegaan en
van 180 obscure zaaltjes naar ruim
130 echter filmza
len. Maar achter de
schermen is nog
zoveel te doen; je
hebt geen idee!'
Wat beschouw je
als een absoluut
hoogtepunt?
'Eigenlijk zijn dat er
veel meer geweest.
Maar vooral de ope
ning van LUX-
Nijmegen (negen
zalen) door
Catherine Deneuve,
Lumière (zes zalen)
in Maastricht en
eind 2004 die van
Cinescope in
Almere (vier) waar
mee weer is bewe
zen dat het bios
coop- en filmhuisbe-
drijf goed kunnen
samenwerken. Voor
het advieswerk is vooral het fuseren
met het LOF (1992) en het verschij
nen van twee Handreikingen,
(Filmbeleid in 2002 en Vrijwil-
ligersbeleid in 2005), een opsteker
geweest. Vooral de laatste twee jaar
als NVB-bestuurslid en de samenwer
king met Dr. Joachim Wolff op het
gebied van onderzoek, waren erg
constructief.'
En het dieptepunt?
'De bestuurscrisis in 1994 toen de
ANF weer dreigde terug te vallen tot
een vergadercircuit.We hebben daar
na altijd goede externe voorzitters
gehad zoals Jan Haasbroek, Cees
Brekelmans en Marjet van Zuijlen, die
altijd met mij en een paar verlichte
filmtheaterdirecteuren, zoals Henk
Camping ('t Hoogt), boven de belan
gen van de filmtheaters uit wilden
denken. Dat is eigenlijk de clou: De
ANF heeft altijd het belang van de
film voorop willen stellen. Dat is
aardig gelukt.'
Gerard Bunnik. Foto Jeroen Huijsdens
HOLLAND FILM NIEUWS -