Cultureel ondernemen zonder CV feature 3 De Filmbrief van staatssecretaris Medy van der Laan Op 31 maart verscheen de langverwachte Filmbrief van staats secretaris Medy van der Laan. Nadat in 1999 een beleid was ingezet om de filmsector als industrie te stimuleren, slaat zij nu een andere koers in: filmbeleid is 'eerst en vooral cultuurbe leid'. Op 31 maart verscheen haar Filmbrief en op 3 april pre senteerde zij haar plannen met zichtbaar plezier ten overstaan van de verzamelde filmwereld. 35 Door Lucia Alleman Medy van der Laan noemt film in haar brief vooraleerst een kunstvorm. Zij is gevoelig voor kritiek van bijvoorbeeld de Raad voor Cultuur en Pressiegroep Auteurs Film (PAF!) dat de artistieke aspecten van film onderbelicht raken en is onder de indruk van het succes van Guernsey tijdens het filmfestival van Cannes afgelopen jaar. En ze geeft boter bij de vis. Gelukkig was er een pot geld over. Van de twintig miljoen die het Ministerie van Financiën voor 2005 gereserveerd had voor de CV- regeling is vijftien miljoen niet geclaimd. Daarvan wordt de komende drie jaar zevenenhalf miljoen euro uit gegeven aan de productie en uitbreng van de artistieke film. Het geld wordt uitgegeven via het Filmfonds. Tegelijkertijd hecht de staatssecretaris groot belang aan de publieke functie en de commerciële mogelijkheden van film.Als D66-bewindsvrouw is zij groot voorstander van het cultureel ondernemerschap. In het nieuwe beleid krijgt de filmproducent de positie van cultureel ondernemer. Hij is de schakel tussen de regisseur en de scenarioschrijver, degenen die artistiek en inhoudelijk verantwoorde lijk zijn, en de financiers. In de ideale situatie gaat de producent door het vuur voor zijn product en weet hij de geldschieters te overtuigen. Financier, geen co-producenten Over de filmfinanciering werd de afgelopen jaren veel geklaagd. Er bestaan verschillende geldbronnen: het Filmfonds, de publieke omroepen, het CoBO-fonds, het Stimuleringsfonds, en de beleggingen in de Film-CV's.Voor filmmakers bete kende dat vaak een tocht langs diver se loketten. Vooral bij de omroepen werden filmmakers geconfronteerd met ongewenste inhoudelijke bemoei enis. Dat moet veranderen vindt Medy van der Laan. De subsidiënten moeten zich meer als financiers dan als co producenten opstellen. Zij moeten zelfstandig keuzes maken; een afwij zing bij de een moet niet meteen een uitsluiting bij de ander betekenen. Het Filmfonds krijgt meer ruimte om grote bedragen toe te kennen aan een film waar zij in gelooft. Dat kan bete kenen dat andere projecten nul op het rekest krijgen. Ook de intendan ten krijgen meer gelegenheid om per soonlijke keuzes te maken en zich toe te leggen op enkele projecten. De plannen werden positief ontvan gen door de verzamelde filmwereld in de Rode Hoed op 3 april.Tegelijkertijd kwam de spanning tussen filmmakers en het Filmfonds aan de oppervlakte. Speelfilmproducenten verwijten het Filmfonds teveel bemoeizucht en incompetentie. Wat dat betreft belooft het niet veel goeds als het Filmfonds meer geld en beslissingsbevoegdheid toegemeten krijgt van de staatssecre taris. Het Filmfonds heeft inmiddels laten weten zich minder te zullen mengen in de filmprojecten. Pauze In 2005 was het marktaandeel van de Nederlandse speelfilm in de bios copen 13,5 Dat is heel behoorlijk. In 2004 was het echter 8,8 Het blijft voor alle partijen moeilijk in te schatten of een scenario ook een goede film oplevert. Dat geldt ook voor filmdistributeurs. Hun beslissing om een film in de bioscoop uit te brengen is tenslotte een belangrijke aanwijzing voor de publiekspotentie Staatssecretaris Medy van der Laan. HOLLAND FILM NIEUWS

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2006 | | pagina 34