onderzoek
Bedrijfsleidersevaluatie
'Opportunisten'
Amusementszoekers
'Filmliefhebbers'
1.
Relatief vaak niet
1.
Bestaan voor de
1.
Vaak kannibaal.
kannibalen.
helft uit
2.
Reden om naar de
2.
Zijn naar de
kannibalen.
bioscoop te gaan
bioscoop gegaan
2.
Belangrijkste
is vaak 'een nieuw
omdat ze een AH
motieven:
verschenen film'.
Filmwekenbon
'amusement' e/o
3.
Vaker te vinden in
hadden.
'uitgaan'.
de filmtheaters.
3. Relatief vaak 3.
bezoekers van
commerciële
bioscopen.
4. Favoriete film: 4.
'Familie 5.
Kinderen
5. Relatief vaak
incidentele
bioscoopbezoekers.
6. Relatief hoog 6.
opgeleid (HBO/
Universiteit).
Bezoekt relatief
vaak de
commerciële
bioscoop.
Zijn jong.
Houden van
uiteenlopende
films behalve van
'Familie-
Kinderfilms'.
Bevinden zich
relatief vaak in
opleiding (vaak:
VWO).
4. Gaan het
frequentst naar de
bioscoop.
5. De kans dat je een
niet actiebezoeker
(=zonder AH
Filmwekenbon) in
deze groep aantreft
is relatief het
grootst.
6. Relatief vaak 50+.
7. Houden relatief
vaker van 'Drama'
en 'Kunstzinnige
en Bijzondere
films'.
Tabel 2:Segmentatie van het bioscooppubliek in 'Opportunisten',
'Amusementzoekers'en in 'Filmliefljebbers'.
bioscoopbezoekers meer interesse
tonen voor de nieuwste films.
Daarnaast proberen frequente bezoe
kers tijdens het bioscoopbezoek uit
eenlopende sociale behoeften te
bevredigen. Vandaar dat het wel of
niet bestaan van een filmactie hen er
niet van weerhoudt om de film in de
bioscoop te beleven.
Hokjesdrift of gewoon
heel handig?
Segmentatie wordt vaak toegepast in
de marketing. Een clusteranalyse is
hierbij een handig hulpmiddel. Het is
een analysemethode die bioscoopbe
zoekers groepeert die veel op elkaar
lijken. Een clusteranalyse is toegepast
op de bioscoopbezoekers tijdens de
AH Filmweken. Het blijkt dat de totale
groep is op te delen in drie subgroe
pen.
1. 'Opportunisten'. Dit zijn de bios
coopbezoekers die dankzij de kor
ting naar de bioscoop zijn gegaan.
De actie is bij de opportunisten der
halve het meest succesvol.
2. 'Amusementszoekers'. Dit zijn per
sonen die 'uitgaan en amusement'
hoog in het vaandel hebben staan.
Deze groep bestaat grosso modo
voor de helft uit kannibalen.
3. 'Filmliefhebbers'. Bij hen is de actie
het minst succesvol omdat zij rela
tief het vaakst kannibaal zijn.
In tabel 2 worden alle kenmerken van
de drie subgroepen kort opgesomd. Al
met al is de twee-voor-een-filmactie
een succes onder incidentele bezoe
kers; dit is meteen één van de belang
rijkste doelstellingen van de actie.
Hier is slechts een fractie van het tota
le evaluatierapport van Stichting
Onderzoek Filmsector besproken. Na
bekendmaking van de jaarcijfers zal in
januari 2008 het definitieve rapport
verschijnen. Het rapport is een must
voor eenieder die werkzaam is in de
film- en de bioscoopsector!
MSc Dimitri Labaut is onderzoeker
voor Stichting Onderzoek Filmsector.
Voor vragen en/of opmerkingen over
het onderzoek kunt u contact zoe
ken via dlahaut@yahoo.com
Ook dit jaar is na afloop van de AH
Filmweken aan de bedrijfsleiders en
bioscoopmanagers gevraagd hoe zij
de actie hebben ervaren.
Uit die evaluatie - er was een res
ponse van 46% - zijn enkele waarde
volle punten naar voren gekomen.
In grote lijnen kan worden gesteld
dat het overgrote deel van de
bedrijfsleiders positief is over de
actie (86%), de ontvangen informa
tie over de actie (80%) en het pro
motiemateriaal (68%). Men was ook
positief over het extra filmmagazine
(75%) en de trailerblokkenopzet
(69%). Het nieuwe magazine werd
echter beperkt verspreid.
De meeste inhoudelijke kritiek is
afkomstig uit de hoek van enkele
filmtheaters.Twee belangrijke les
sen die de NVB en NVF uit het
onderzoek hebben getrokken is dat
de actievoorwaarden op enkele
punten kunnen worden aange
scherpt en dat er bij een volgende
keer rechtstreeks met de bedrijfslei
ders en bioscoopmanagers over de
actie gecommuniceerd moet wor
den. Het voorstel is al gedaan om
hiervoor ook enkele informatiebij
eenkomsten te beleggen.
HOLLAND FILM NIEUWS - 39