Filmen is het leukste dat er is...
HFN
COLUMN
Sommige
waaghal
zen
proberen
dat zelfs
zonder
Barry
Atsma
inde
hoofdrol.
Hans Pos
Zal een Nederlandse film ooit nog een keer een Oscar
winnen? Ooit nog eens een serieuze gooi gaan doen
naar een Palm of een Beer? Of glijdt de Nederlandse
film langzaam weg in het drijfzand van de 'sorry dat ik
besta' vergetelheid? Kunnen we ons alleen nog maar
amechtig bezondigen aan het lokale klatergoud van
gammele kalveren en vergeten Rembrandts?
Het lijkt wel alsof de Nederlandse film kampt met
een latent minderwaardigheidscomplex, zodra er een
stapje over de grens wordt gezet. Net als met de ooit
zo trotse voetbalclubs uit 010, 020 en 040 het geval is,
lijkt de Nederlandse film internationaal afgezakt te zijn
tot een niveau ver onder het maaiveld. Daar beneden
is het natuurlijk veilig toeven, al twitterend rondom de
dorpspomp. Maar soms toch ook benauwend, en met
bitter weinig internationaal perspectief aan de horizon.
En dat terwijl er wel degelijk spraakmakende films in
Nederland gemaakt worden (sommige waaghalzen
proberen dat zelfs zonder Barry Atsma in de hoofdrol),
die de nationale grenzen gemakkelijk en vol bravoure
kunnen overstijgen. Oorlogswinter van Martin Koolho
ven had qua thema, kwaliteit en allure probleemloos
moeten kunnen meedingen naar het felbegeerde
beeldje en meer. Waarom dan toch dat vermaledijde
calimerosyndroom?
Liggend op de bank bij mijn oude getrouwe filmpsy-
chiater, vertrouwde hij mij toe dat er wel degelijk een
medicijn voorhanden is. Ik veerde vol levenslust op
en riep: 'vertel!'. Hij boog zich voorover en zei: 'elke
Nederlandse film die letterlijk en figuurlijk de grenzen
overstijgt, moet ondersteund worden door profes
sioneel klaroengeschal, uitgekiende campagnes, en
doordacht opgebouwde structurele relaties met buiten
landse distributeurs en vooraanstaande filmfestivals.
Ontworstel jezelf uit de wurgende marginaliteit, poets
het imago op en laat zien, horen en voelen datje weer
bestaat'. Ik kikkerde meteen op van deze gloedvolle
woorden, en dacht met ontluikende verbijstering aan
al die goedbedoelende en door de overheid in stand
gehouden filmpromotionele instellingen en personen,
die zich al jarenlang onledig hebben gehouden met het
plengen van hun spaarzame promotiedruppeltjes op
een gloeiende plaat. Zouden zij zich wel bewust zijn
van hun luchtledigheid en vooral: zou het nieuwe en
van ambitie blakende EYE Instituut hiervoor de oogjes
wel openhouden?
De tijd gaat het leren.
Dat twitterde ik meteen naar Martin Koolhoven.
Een halve seconde later antwoordde hij: 'oogjes dicht
en snaveltjes doe' (hij twittert veel).
Gesterkt door de diagnose van de filmpsychiater
Hans Pos.
Fofo Tanja van
Rooden.
(wiens identiteit ik in deze kolommen niet mag ont
hullen, tenzij er een lucratief prijsvraagje aan wordt
verbonden. Nee, het is San Fu Maltha noch Frans
Afman) toog ik weer aan de arbeid. Want filmen is
'for better and for worse' nog steeds het leukste dat
er is. Ik spoedde mij dus naar de set van Sonny Boy.
De verfilming van het hartverscheurende en op ware
feiten gebaseerde epos van Annejet van der Zijl is in
volle gang.
In een grote loods die ooit eigendom was van het
kennelijk zieltogende Telegraaf-imperium bouwde
production designer Jan Rutgers een authentiek ap
partement anno 1930 na, met uitzicht op een compleet
nagebouwde gevelrij van de toenmalige Azaleastraat
in Den Haag. Dat alles, omdat de echte locatie
inmiddels door de tand des tijds is overwoekerd met
hedendaagse betonnen creaties. Dat is het euvel en
tegelijkertijd de uitdaging van deze grootse productie
die zich afspeelt in de jaren 1920 - 1945 en ons zal
voeren naar heinde en verre, zelfs Suriname. Vrijwel
alles moet worden nagebootst of nagebouwd, en de
spaarzame authentieke plekken die nog zijn overge
bleven worstelen vreemd genoeg nog vaak met de
naweeën van Zwartboek en lijken voor goedwillende
filmers ontoegankelijk (tenzij je vooraf het dubbele
tarief in cash betaalt).
Uiteindelijk zal het een voldaan gevoel geven wanneer
dit prachtige verhaal van toen opnieuw zal herleven op
het witte doek. Vooral wanneer hoofdpersoon Waldy
Nods, nu tachtig jaar oud, bij leven en welzijn zijn le
vensverhaal zal kunnen terugzien. En dat maakt filmen
het leukste dat er is...
'Je hebt echt helemaal geen idee waar je mee bezig bent hè?' (Yorick van Wageningen als Ber