Van luxe naar de luwte
m
COLUMN
Hans Pos
'Het gaat
daarbij
niet om
de herver
kaveling
van Gods
akkers,
maar om
het wikken
en wegen
op de
vierkante
centime
ter.'
In tijden van economische recessie, waarin de bezuini
gingszeis liefdeloos over het culturele maaiveld scheert,
'buitenissige' culturele hoogvliegers een kopje kleiner
worden gemaakt, en de horizon langzaam verkrui
melt en verschraalt, is film populairder dan ooit in de
bioscopen. Het is, ondanks de multimediale tijdgeest
waarin het vertier thuis in alle soorten en maten voor
het oprapen ligt, nog altijd een spannende bron van
ontspanning die de consument zich kennelijk in voor- en
tegenspoed wil kunnen blijven veroorloven.
Andere bronnen van vermaak, zoals opera en musical,
waanden zich tot voor kort onaantastbaar voor elke
bezuinigingsstorm. Maar door de plotselinge verhoging
van de btw worden de toch al ferme toegangsprijzen
nu zo torenhoog, dat men bang is dat weinigen zich
meer deze luxe kunnen permitteren. Het is een slag
veld, waarbij het voor menige kunstvorm het verstan
digst is te lonken naar de luwte onder het koren, in de
hoop op betere tijden en een grotere oogst.
Hoewel film vooralsnog de eerste zuivering lijkt te kun
nen overleven, bestaat er niettemin een sterke dreiging
dat de spoeling bij de filmsubsidiërende fondsen nog
dunner gaat worden dan hij nu al is. De kans is groot
dat daardoor het aanbod van Nederlandse films
ernstig zal verminderen. En dat op een moment dat
diezelfde Nederlandse film met de nodige moeite
eindelijk een substantieel marktaandeel heeft weten te
veroveren met een reeks grote films.
Op de filmsubsidiërende fondsen rust derhalve de
zware verantwoordelijkheid om de juiste keuzes en
afwegingen te maken. Het gaat daarbij niet om de
herverkaveling van Gods akkers, maar om het wikken
en wegen op de vierkante centimeter. Het zou in dat
verband niet onverstandig zijn als alle fondsen eens
de koppen bij elkaar zouden steken, om gezamenlijk
te streven naar een maximale effectiviteit. Toch is de
vraagstelling betrekkelijk simpel.
Is het wel zo nodig en verstandig om regisseurs en
producenten die meer dan eens hebben bewezen films
te maken waar geen hond naar komt kijken, niettemin
zo disproportioneel te blijven belonen met de schaarse
subsidiegelden? Of is de tijd aangebroken om filmers
als Dick Maas - al jarenlang bij de fondsen persona
non grata, vanwege een vermeend gebrek aan smaak,
maar daarentegen wel uiterst succesvol aan de box
office - eindelijk een keer ruim baan te geven?
Oftewel: moet er worden gekozen voor de navelstaar
ders of voor het publiek?
Uiteindelijk lijkt het een kwestie van smaak en ach
terhaalde prioriteiten. Maar toch ook van gezond
Hans Pos.
Foto Tanja van
Rooden
verstand. Het bestaan van de Nederlandse film wordt
namelijk puur en alleen gelegitimeerd door die box
officesuccessen die zich in de perceptie van het publiek
kunnen meten aan het buitenlands geweld. Niet met
films die evenveel Gouden Kalveren als betalende
bezoekers halen.
Het is de keiharde wet van de getallen, die evenzeer
van toepassing is op de filmvertoners. Zompige zaal
tjes met klapwiekende stoelen en schermen zo groot
als een postzegeltje, zijn uit de tijd. Het publiek eist
comfort en kwaliteit. Niet voor niets neemt de digitale
projectie nu een grote vlucht en is de bioscoop van nu
niet langer meer een donker onwelriekend hok waar
films liefdeloos en onscherp worden geprojecteerd
(en waar elke aktewisseling zich door kabel en gruis al
minuten van tevoren laat aankondigen).
De moraal van dit eindejaarsverhaal is niet alleen dat
'nobody knows anything' (de beroemde uitspraak over
de filmindustrie van scenarist William Goldman), maar
vooral ook dat het aanbod de vraag bepaalt en niet
andersom. Dit opvallende adagium is ooit al eens door
gezaghebbende sociologen herkend en erkend, en is
eens te meer van toepassing op de filmbranche.
De lucht is grijs en onheilspellend. Veilig verstopt in de
luwte van het maaiveld hopen we de dodelijke zeis te
kunnen ontlopen. Hoop doet leven...
When there are grey skies
I don 't, I don 't mind grey skies.
You make them blue, Sonny Boy.
Friends, friends may forsake me,
let 'em all, let 'em all forsake me.
I still have you, Sonny Boy
(AUolson)
'Het beloofde land was vanaf het moment dat hij voet aan wal zette totaal anders dan hij had verwacht.' (passage uit boek Sonny Boy)