Ik zou ze maar wat meer aandacht geven' m m HFN INTERVIEW INTERVIEW 'Het is net heroïne: je gaat er ka pot aan en het vreet je portemon nee leeg/ 'Korting is een soort wisselgeld dat je men sen geeft omdat je ze eigenlijk niet genoeg aandacht geeft.' Interview Jim Stolze Niemand kan nog ontkennen dat de impact van het internet op ons leven revolutionair te noemen is. Voor Jim Stolze was het een reden om zich er in 2008 veertig dagen van af te sluiten en te onderzoeken wat dat met hem deed. Nu is hij een veelgevraagd spreker en adviseur, een veelgelezen auteur en boven alles de man die het gezicht werd van TED in Nederland. Toch eens aan hem vragen of het bioscoopbedrijf nog wat kan leren. Door Jeroen Huijsdens Voor wie het nog niet kent: TED is een fenomeen. De in Amerika op gerichte conferentie heeft tot doel goede ideeën te verspreiden. Dus komen sinds 1990 elk jaar innova tieve en inspirerende denkers en doeners bij elkaar in Californië om die ideeën de wereld in te krijgen. Jim Stolze sprak in 2008 op TED over zijn ontwenningservaringen en schreef er het boek Hoe overleef ik mijn inbox over. Wellicht de grootste winst was dat hij daarna de kans kreeg om als TED-ambassadeur aan de slag te gaan met de neven- conferenties TEDx. Eind november vond de derde editie plaats in Amsterdam. Even daarvoor sprak HFN met Stolze over de invloed van de technologie op het (media) gedrag van de consument in relatie tot bioscoopbezoek en zijn boek Uitverkocht! Hoe verklaar jij het huidige succes van bioscopen en filmtheaters? 'We hebben het drukker dan ooit, we kunnen meer dan ooit, dus is het ook lekker om je anderhalf uur even helemaal te verliezen in beeld en geluid en wel in het gezelschap van anderen. Ik snap dus wel dat bioscopen zo'n revival doormaken. Elke beweging heeft zijn tegenbe weging. Bioscoopbezoek is zo'n tegenbeweging ten opzichte van het in je eentje druk multitaskend op je iPhone door de koopgoot lopen.' In jouw boek gaat het over de aan dachtseconomie. Je benadrukt het belang van aandacht voor de klant en verklaart het traditionele marke tingmodel AIDA (Attention, Interest, Desire en Action) eigenlijk failliet. 'AIDA gaat uit van de trechter waar je mensen in probeert te lokken. Aan het begin zijn het nog naïeve passanten, aan het einde zijn het opeens betalende klanten. Het is een lineair model dat nog steeds in de studieboekjes voorkomt, maar echt passé is. Het hoogtepunt ervan is het reclameblok voor het acht uur journaal. Dan zie je in korte tijd korte filmpjes passeren. Aan het einde van een daarvan zie je dan de boodschap: even Apeldoorn bel len. Ik vraag tegenwoordig aan de zalen waar ik spreek wie er na die boodschap wel eens met Centraal Beheer heeft gebeld. Ik heb nog nooit een hand de lucht in zien gaan. Daar zijn miljoenen euro's ingegaan. Sommigen noemen het branding, naamsbekendheid, maar het is alleen nog maar de A van AIDA! Het is een model van de vorige eeuw.' Tegenover AIDA zet jij het ADHD- model, waarbij AD staat voor aan dacht en HD voor hyperdistributie. En je zegt: vergeet alles wat je weet over marketing en onthoud ADHD! 'Kijk naar een merk als Zalando (een online warenhuis van Duitse origine dat in korte tijd groot is geworden; redactie). Dat is in korte tijd gebouwd, volledig met op basis van AIDA gekochte aandacht. Erg irritant, maar het zit wel in onze kop. Zij hadden niet de tijd om het merk, wat mij betreft, op een "eerlijke" manier op te bouwen. Maar ze hadden wel het geld om het in een keer neer te zetten. De online winkel Zappos daarentegen heeft die tijd wel genomen en is vanaf het begin bezig geweest om haar klanten zielsgelukkig te maken door ze aandacht te geven. Nu wordt het interessant, want wat Zalando heeft gedaan, kan een ander nieuw merk ook gaan doen, mits ze het geld hebben om erin te pompen. Zalando kan in dat geval zijn positie snel verliezen aan de nieuwe marktpartij, terwijl de klanten van Zappos niet zo snel zullen overstap pen. Het duurt langer voordat je de relatie opbouwt, maar die is dan wel duurzamer.' En de social media vormen de distributiekanalen die voor Hyper Distributie (HD) zorgen? 'Social media op zich zijn niks. Ze kunnen dingen alleen heel veel snel ler laten gaan. De goede kant op, zoals bij Zappos, of de slechte kant op zoals bij T-Mobile. Daar zijn ze "verslaafd" aan AIDA. Ze gebrui ken 80% van hun budget voor het werven van nieuwe klanten. Men sen die ze nog niet kennen! Het betekent wel dat ze nog maar 20% over hebben voor het onderhouden van de relatie met de bestaande klant. Als je wilt dat mensen po sitiever over je zijn, dan zou ik ze maar wat meer aandacht geven. Hetzelfde geldt voor korting. Men sen willen geen korting. Korting is een soort wisselgeld dat je mensen geeft omdat je ze eigenlijk niet genoeg aandacht geeft.' Hoe verklaar jij de volle reclame blokken op tv? 'Omdat er nog steeds reclame- en mediabureaus zijn die erg goed zijn in het overbrengen van de boodschap dat de helft van elke marketingeuro weggegooid is, maar dat ze alleen niet weten welke helft. In het AIDA-model draaien merken in een rondje. Ze moeten blij ven adverteren om effect te be reiken. Het is net heroïne: je gaat er kapot aan en het vreet je portemonnee leeg. ADHD daarentegen Jim Sfolze. Foto links Caroline Oosten-Den Boer, foto boven Efienne Olde- wordt steeds groter omdat je er vanaf het begin iets goeds in hebt gestopt. Bioscopen en filmthe aters hebben de contacten met de bezoekers. Het is een kleine moeite om hen te vragen of ze de avond - ondanks de wisselende films - ook aan een ander zouden aanbevelen. Daarna kun je de Net Promoter Score, de NPS, uit rekenen. Die zegt veel meer dan de absolute bezoekersaantallen.' De Net Promoter Score? 'Ja, die zou interessant zijn voor bioscopen. Het is een soort rapportcijfer dat aangeeft of mensen een dienst of product zouden aanbevelen aan vrienden of familie en in welke mate. Dan zijn er heel veel diensten die een dikke min krijgen, zoals kabelaars. Er zijn diensten die een voldoende scoren, maar er zijn er ook die een hele dikke voldoende krijgen. De mensen die zo'n cijfer geven, de "brand ambassadors", bevelen zo'n dienst dus graag aan, geven jouw dienst onbetaalde aandacht en gaan als het ware voor jouw merk op pad.' De techniek maakt veel mogelijk. Je kunt een kaartje kopen op af stand, krijgt een barcode en loopt er anoniem een bioscoop mee binnen langs een scanapparaat, om het even wat extreem neer te zetten. Dat kan het allemaal erg onpersoonlijk maken. Arnold Heertje heeft het in het voorwoord van mijn boek Uitver kocht! over de dehumanisering van transacties. Wat je schetst is daar een voorbeeld van. Ik vind het nog steeds leuk dat als ik naar de bioscoop ga, er iemand is die mijn kaartje scheurt, mij in de ogen kijkt en mij een prettige voor stelling wenst. Laten we vooral niet alles virtualiseren, want dan gaat de lol er snel af. Het gastheer schap hoort bij het avondje uit.' Als je uit alle aspecten uit jouw boek, iets zou moeten halen waar bioscopen zich op zouden moeten richten, wat adviseer je dan? 'Ik moet denken aan Harry Potter, mijn lievelingsvoorbeeld uit de aandachtseconomie. We kennen het verhaal: J.K Rowling schreef de boeken, de films waren een gigasucces. Daarmee was het verhaal af, maar niet voor de fans. Het lag in de lijn der verwachting dat er een themapark zou komen. Dat kwam er: The Wizarding World of Harry Potter. Maar hoe zetje dat in de markt? Het AIDA-model zegt datje in zo'n geval de media- aandacht koopt. Cindy Gordon (vice-president, public relations new media van Universal Or- lando Resort; redactie), besloot de aandachtseconomie te volgen. Die zegt don't talk to strangers, talk to people who care. Ze heeft online gekeken wie de grootste fans van Harry Potter waren. Fans met een weblog, met een populaire Facebook-pagina, met veel volgers op Twitter. Ze koos er zeven uit. Die kregen een brief van professor Perkamentus. Daarin stond dat er geheim nieuws was over Harry Pot ter en dat ze moesten inloggen op een speciale webcast. Die avond waren die zeven live verbonden met het kantoor van Perkamentus. Daar zaten de bedenkers die het grote nieuws, namelijk dat er een park zou komen, als eerste met hen deelden. Ze vertelden hoe het er uit zou komen te zien. En dat zij een privérondleiding zouden krijgen. Ze mochten het nieuws natuurlijk delen met vrienden en volgers. Dat hebben ze gedaan. Er is uitgerekend dat die zeven mensen in vierentwintig uur 350 miljoen mensen bereikten. Want zij vertelden het aan hun vrienden en die deelden het nieuws weer met hun vrienden. Dat is wat ik de bedrijven in de bioscoopsector zou willen adviseren. Wie zijn jouw zeven fans? Je moet ze weten te vinden en je moet ze iets geven, waaronder aandacht, maar dan worden het jouw pr-kanonnen.' 'Just pay attention. You might learn something.' (Rachel McAdams als Inez in Midnight in Paris) 'Do you think I deserve your f uil attention?' (Jesse Eisenberg als Mark Zuckerberg in The Social Nefwork)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2011 | | pagina 11