Huur een merk m IN BEELD IN BEELD Franchise in de bioscoopbranche Eigen baas blijven en toch profiteren van alle voordelen van een geves tigd merk. Binnen de Nederlandse retailmarkt is f ranchising de gewoon ste zaak van de wereld. Loop maar eens door een gemiddelde winkel straat. HFN zoekt uit waarom het f ranchisemodel niet wordt gebruikt in de bioscoopbranche. 'Het heeft zo zijn voordelen om alles binnen dezelfde organisatie te hebben.' Joep Coubo: 'Als kleine zelfstan dige moet je eigen inbreng je overlevings strategie zijn/ Hans Beef tink: 'Een bioscoop is niet uniek, maar het geheel kan een unieke samenhang hebben/ Door Jon van Houten Blokker, Bruna en Hema, voor beelden van grote retailers waar zelfstandige ondernemers gebruik maken van de formule van een bekend winkelmerk. Concerns als Pathé, JT, Wolff en Utopolis voeren ook duidelijk een eigen merk, maar beheren eigen filialen met een eigen theatermanager. Naast deze grote ondernemingen bestaat het bioscooplandschap in Nederland uit tal van kleine (familie)bedrijfjes die ieder op zichzelf een eigen formule hanteren. Maar zou het niet handi ger zijn om als kleine ondernemer een bioscoop te exploiteren zonder na te hoeven denken over merkbe kendheid en huisstijl? Hans Beeftink is franchise-expert bij AG Hart Advocaten en heeft ervaring met het begeleiden en opzetten van nieuwe formules van retailketens en franchisevereni- gingen. Volgens zijn mening zijn bioscopen zeer goed franchisebaar. 'Het moet dan een geheel zijn van programmering, horeca, inrichting, uitstraling, reclame, prijsstelling, website en kaartverkoop.' Volgens Beeftink moet voor een geslaagde franchising de formule uniek en kloonbaar zijn. 'Een bioscoop an sich is niet uniek, maar het geheel kan een unieke samenhang hebben. De formule moet kloonbaar zijn, en veel Pathé-bioscopen zijn klonen.' Look and feel Lauge Nielsen, directeur van Pathé Nederland, denkt dat zijn merk inderdaad te franchisen valt. 'Het staat op onze agenda, we staan ervoor open. Maar dan moeten we wel de voorwaarden weten die we willen hanteren.' Volgens Nielsen is franchising pas echt interessant als je een sterke merknaam hebt. En dat is nog niet eens heel gemak kelijk. 'Als we voor onszelf een defi nitie hebben wat een Pathé-theater precies inhoudt, dan pas kunnen we de volgende stap zetten. Hoe zit het organisatorisch en financieel in elkaar? Welke waarden moetje respecteren en hoe ziet je product eruit?' Pathé is daar intern erg mee bezig door de omvorming van de bioscopen die ze hebben overge nomen van Minerva. 'Hoe geven we er een Pathé-look-and-feel aan? Dat heeft te maken met kwaliteit in de fysieke omgeving, zoals goede zalen, goede zichtlijnen, geen wachtrijen. Maar ook met de kwaliteit van het personeel. Goede service en vriendelijkheid. We hebben een heel strak trainings programma. Die verschillen zie je niet als je puur naar de buitenkant kijkt, maar dat merk je wel als je in andere bioscopen komt. Als je dat niveau wilt behouden, dan moetje dat veel aandacht geven.' Nielsen denkt nog een jaar nodig te hebben om te weten wat een Pathé-theater inhoudt en wil eind 2013 verder kijken. 'Wij hebben momenteel geen kleinere biosco pen, maar daar is op veel plekken wel de ruimte voor. We moeten, willen en gaan ook kijken of we bioscopen kunnen exploiteren met drie tot vier zalen. Dat vraagt om een andere bedrijfsformule. En als In tegenstelling tot Nederland kennen Engeland en Amerika wel franchiseb/osco- pen (Curzon en Alamo Draft- housej. we dat niet zelf rendabel willen of kunnen doen, dan komt franchising om de hoek kijken.' Schroef in de muur Dat er geen franchisesysteem bestaat in Nederland is voor een groot deel historisch ontstaan, denkt Nielsen. 'Pathé is ook groot geworden door de overname en het samenvoegen van zelfstandige bioscopen. Je moet wel eerlijk zijn, de markt in Nederland is redelijk klein. Het heeft zo zijn voordelen om alles binnen dezelfde organisa tie te hebben.' Frits Nieuwenhuizen is eigenaar van NH Bioscopen en beheert CineMagnus in Schagen, CineMeerse in Hoofddorp en Cinema Texel in Den Burg. Hij is het eens met Nielsen dat de Neder landse markt klein is. 'Voor Texel heb ik een verkapte vorm bedacht. Ik heb daar de horeca verhuurd, en degene die dat nu doet, die be heert voor mij de bioscoop. Ik zorg voor de films en als er een stoel kapot is, dan is dat mijn pakkie an. Maar ik heb een hele harde schei ding in de opbrengsten getrokken. De inkomsten van eten en drinken zijn voor hem, de recette van de bioscoop is voor mij. Op kleine schaal is dat voor mij een uitkomst, maar ik zie dat onder grotere vlag niet zo snel gebeuren.' Dat heeft volgens Nieu wenhuizen te maken met de aard van het bi oscoopvak. 'Bij een restaurant kun je precies omschrijven wat je van je fran chisenemer verwacht. Dat is goed overdraagbaar en controleerbaar. Als je franchisenemer wordt van bijvoorbeeld McDonald's krijg je een handboek waar ze verschrikke lijk de diepte in gaan. Elke schroef in de muur wordt beschreven. Bij een bioscoop kan dat in principe ook wel, maar Nederland is een klein land met veel cultuurverschillen tussen de streken. Ik vind dat je je bioscoop moet aanpassen aan het publiek in je verzorgingsgebied. Bij een bioscoop draait het toch om de personen die erachter zitten en dan moet je als franchisegever heel veel vertrouwen hebben in je franchisenemer om dat uit handen te kunnen geven. Wij kiezen ervoor om zelfstandig te zijn en onze eigen route uit te stippelen.' Persoonlijke touch Kleinschaligheid is ook voor Joep Caubo van servicebioscoop Luxor in Reuver een argument om niet in franchise te stappen. 'Ik ben er niet op uit om zo groot mogelijk te worden. Mijn kracht ligt in huiselijk heid. Niet alleen voor de klant, maar ik zie mijn personeel ook als familie. Gezellig samen een bios- coopje exploiteren. En bepaalde zaken zijn niet te kopiëren, zoals die persoonlijke touch. Als kleine zelfstandige moet je eigen inbreng je overlevingsstrategie zijn. Als je in een franchise terechtkomt, ben je nogal anoniem. Ondanks het voordeel dat je ermee hebt.' Maar Caubo ziet zich ook nog niet snel als franchisegever, hoewel zijn idee van een service bioscoop veelvuldig is gekopi eerd. 'Ik had in 1984 een van de eerste servicebioscopen van Nederland en sindsdien heb ik heel wat exploitanten op bezoek gehad om te zien hoe ik het doe. Nu zie je overal servicebioscopen die op de mijne lijken en dan denk ik: ah shit, misschien had ik het anders op moeten zetten. Een stom voorbeeld: ik heb met zorg prachtige vloerbedekking uitgezocht, speciaal voor mij ontworpen. Nu zag ik dat onlangs in een andere bioscoop liggen. Ik had best een franchise kunnen opzetten, maar daar ben ik niet zo geschikt voor. Dat ligt ook aan mezelf, ik heb moeite om dingen uit te besteden.' Passief Dat franchise ook een voordeel kan zijn, illustreert franchise-expert Beeftink met een praktijkvoorbeeld. Hij is jarenlang voorzitter geweest van schouwburg De Kolk in Assen en in 1992 bedacht hij een plan om de teruglopende subsidies op te vangen. 'De gemeente wilde van ons af en besloot om alle bezuini gingen op cultuur te focussen op ons. In datzelfde jaar moest bios coop Diana haar deuren sluiten en ik heb toen een plan gemaakt om films te vertonen in de schouwburg. We hadden de Wolff-groep bereid gevonden om ons tegen een vergoeding te begeleiden, een constructie die erg op franchise leek. Ik kreeg nogal wat interne weerstand. De theaterdirecteur was mordicus tegen en heeft alles maar dan ook alles gedaan om het plan tegen te houden, maar het werd een groot succes.' Beeftink is de Wolff-groep nog immer dankbaar. 'We volgden hun professioneel en zakelijk verstandig advies. En ja, er kwam popcorn, ook in het theater, maar ook witte wijn in de bioscoop.' Momenteel heeft Assen met De Nieuwe Kolk een goeddraaiend theater en bioscoop, maar het had net zo goed een Wolff-bioscoop kunnen zijn, denkt Beeftink. 'Met Wolff hadden we een kortlopend contract gesloten waarbij we een percentage van de bioscoopomzet betaalden. Maar hoe goed de begeleiding bij de bouw was, bij de exploitatie waren ze passief. Die bestond louter uit het programmeren van de films. Hier had Wolff meer uit kunnen halen en De Kolk had zeker een franchise- contract geslo ten als dat was aangeboden.' Nederland is niet te klein voor franchising van bioscopen, denkt Beeftink. Hij ziet genoeg voorbeelden van kleinschalige franchise. De regels hoeven ook niet zo strak te zijn als bij een hard franchisemerk als McDonald's. Met de intenties van Pathé in het achterhoofd lijkt het slechts een kwestie van tijd te zijn voordat het Nederlandse bios cooplandschap zijn eerste franchise kan verwelkomen. Voorbeelden in het buitenland, zoals Curzon in Groot-Brittannië en Alamo Draft- house in de Verenigde Staten, be wijzen datje inderdaad succesvol een bioscoopconcept kunt klonen. Was it the one branch or all of them?' (Tim Blake Nelson in O Brother Where Art Thour) 'Your clones are very impressive. You must be very proud.' (Ewan McGregor in Star Wars: Episode II -Attack of the Clones)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2012 | | pagina 21