Wij gelooven echter de waarheid zeer dicht te benaderen, indien
wij zeggen, dat de bedrijfstoestand tengevolge van de economisch
slechte omstandigheden over de geheele lijn zeer is achteruitge
gaan, in 't bijzonder echter in de mijnstreek en haar onmiddellijke
omgeving. Wel geen streek in Nederland wordt zoo ernstig door
werkloosheid en loonsverlagingen geteisterd als het vroeger voor
ons bedrijf zoo welvarend Zuid-Limburg. Het zal dan ook de taak
onzer afdeeling en die van den geheelen bond in de naaste toe
komst moeten zijn speciale aandacht aan het behartigen der belan
gen onzer Zuid-Limburgsche collega's te schenken. Voor ieder
afzonderlijk zal het meer dan ooit plicht zijn met de uiterste sober
heid, op verstandige wijze toegepast, zijn exploitatie te voeren.
Oude reclame-methoden, die meer gericht waren op het afbreken
der ondernemingen van collega's dan op het opbouwen van eigen
zaken, zullen moeten worden afgelegd. Deze methoden zijn immers
kostbaar, maar bovendien onproductief. Het is ook tegen het toe
passen van deze methoden, dat het bestuur in het afgeloopen jaar
eenige malen ernstig heeft moeten optreden.
In 't algemeen is het werk onzer afdeeling echter in hoofdzaak
beperkt gebleven tot het verkenen van krachtige medewerking aan
de door het bondsbestuur ondernomen acties.
Op de allereerste plaats dient hier genoemd te worden de actie
om te komen tot opheffing van het jeugdverbod in de gemeenten
Venlo en Tegelen. De actie tegen dit verbod, voor de opheffing
waarvan allereerst de Katholieke Film Centrale geijverd had, werd
in Venlo met succes bekroond. Een succes, waarvoor onzerzijds
het Hoofdbestuur op de algemeene jaarvergadering met een krans
gehuldigd werd.
De gemeente Tegelen houdt ondanks door de K. F. C. tegen het
aldaar bestaand jeugdverbod aangevoerde argumenten nog aan dit
verbod vast. Ook in de gemeente Tegelen zal men echter tot de
overtuiging komen, dat een goed beheerd en goed functioneerend
bioscoopbedrijf voor iedere gemeente van eenige beteekenis on
ontbeerlijk is en dat naar een overeenstemming met het georgani
seerde bioscoop-bedrijf moet worden gestreefd. Elke oplossing van
een bioscoop-conflict is steeds nog gebleken niet op de eerste
plaats in het belang te zijn geweest van het bioscoopbedrijf, doch
veel meer nog in het belang van de gemeenschap der stad of van
het gewest, waarin de strijd gevoerd werd.
Naast deze actie werd voortdurend onze aandacht gevraagd
voor het optreden van de vereeniging „Filmfront", die in het
Zuiden des lands een dankbaar operatie-terrein meende te kun
nen vinden.
79