tie een generale uitnoodiging aan het publiek was gezonden, om gratis een filmvertooning te komen bijwonen. Ook zag het Afdeelingsbestuur zich nogmaals genoopt de straf van waarschuwing toe te passen op een lid, dat in strijd met het Prijsbescherming-Reglement en een krachtens dit Reglement dooi de Afdeeling uitgevaardigden maatregel van bestuur gratis toegangs bewijzen aan een bepaalde groep van personen had uitgereikt. Het Afdeelingsbestuur moest ook optreden tegen een lid, dat bij herhaling op ongepaste wijze reclame in de dagbladen had gemaakt, door o.a. in een advertentie een cliché op te nemen, welks uit beelding op de op een hoog niveau staande film een stempel van minderwaardigheid heeft gedrukt. Op het betreffende lid is de straf van waarschuwing toegepast. Het Afdeelingsbestuur is in overleg getreden met de leden der Afdeeling, om na de afkondiging der mobilisatie uitvoering te kun nen geven aan het door het Hoofdbestuur genomen besluit tot verleening van reductie op de cassa-prijzen aan militairen beneden den rang van onderofficier. De bestudeering en de verdere behandeling van de concept-be- drijfsreglementen hadden tot resultaat een beredeneerd advies, het welk door het Afdeelingsbestuur aan de Ledenvergadering kon worden gegeven. Namens alle leden heeft het Afdeelingsbestuur tegenover den heer Burgemeester van Amsterdam het standpunt uiteengezet, dat de Bond met betrekking tot het auteursrecht op geluidsfilms in neemt, zulks naar aanleiding van een door dezen magistraat aan de leden gezonden circulaire over vermeende overtreding van art. 31 der Auteurswet-1912. De principieele vraag, of door het onderbrengen van een te groot aantal theaters in één concern, een monopolistische positie verkregen wordt, die een gevaar voor de niet bij zulk een concern betrokken ondernemingen kan opleveren, heeft het Afdeelingsbe stuur te beantwoorden gehad naar aanleiding van een verzoek van het Hoofdbestuur, om ingevolge het bepaalde in art. 12 van het Algemeen Bedrij f sreglement advies te verstrekken over de bij dit College ingekomen aanvrage tot het verleenen van toestemming aan een concern, om nog een bioscooptheater te Amsterdam in exploitatie te nemen. Ook de vraag, opgeworpen door den Alg. Ned. Metaalbewer kersbond en den Alg. Ned. Bond van Huispersoneel, of in verband met de prijsstijging ten gevolge van den ingetreden oorlogstoestand, 157

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 154