kosteloos aan alle leden en donateurs van den Bond toegezonden,
terwijl het op aanvrage tevens gratis ter beschikking wordt gesteld
van niet-leden.
Wat nu de werking van de bedrijfsreglementeering aangaat zij
vermeld, dat in het afgeloopen jaar 18 aanvragen inkwamen om
toestemming tot het vestigen van een nieuwe bioscoop, overeen
komstig de bepalingen van het zoogenaamde Overgangsbesluit
1937, onder welks vigueur wij het grootste deel van het jaar ge
leefd hebben. Van deze aanvragen werden er 11 toegestaan en
7 geweigerd. De aanvragen voor overneming van bestaande biosco
pen krachtens dit besluit werden alle, namelijk 8 in totaal, toege
staan. Voorts werd toestemming verleend, eenmaal tot het over
nemen en eenmaal tot het vestigen van een nieuw filmverhuur
kantoor, terwijl een verzoek tot vestiging van een filmverhuur
kantoor in engeren zin moest worden geweigerd. Van de 4
verzoeken tot overneming van een reizende bioscoop werden er
2 afgewezen en 2 toegestaan. Er kwam 1 reizende bioscoop bij
ingevolge een daartoe strekkende aanvrage, terwijl in een ander
geval een dergelijke aanvrage moest worden afgewezen. Bovendien
werden 2 nieuwe filmproductiezaken gevestigd en 1 nieuwe film
fabriek.
Krachtens het Algemeen Bedrijfsreglement, werd 3 maal toe
stemming gegeven tot het vestigen van een nieuwe bioscoop, terwijl
in 2 gevallen toestemming moest worden geweigerd.
Voorts werd de overneming van een bioscoop en een filmver
huurkantoor toegestaan, alsmede de vestiging van een nieuw film
verhuurkantoor met beperkten duur.
Het tempo niet bijgehouden
Uit het vorenstaande blijkt, dat in het afgeloopen jaar toestem
ming is verleend tot het gaan exploiteeren van in totaal 14 nieuwe
bioscopen. Dit totaal bedroeg voor 1938 eveneens 14.
Gedurende het eerste lustrum van de controle van den Bond
over de vestiging van nieuwe zaken is thans in totaal in 96 gevallen
toestemming verleend tot het gaan exploiteeren van een nieuwe
bioscoop. Dit aantal demonstreert overduidelijk, dat het toezicht
van den Bond op het bedrijf voldoende ruimte heeft overgelaten
voor uitbreiding. Het aantal permanente bioscopen in ons land
bedroeg in den aanvang van 1935 ca. 330. Indien de toeneming
het tempo zou hebben bijgehouden, waarin het Hoofdbestuur deze
in den loop der jaren heeft bevorderd, dan zou men thans ca. 100
18