en aanvulling van de Bioscoopwet. De missive had ten doel
het Hoofdbestuur gelegenheid te geven tot het maken van opmer
kingen nopens genoemd wetsontwerp.
Deze geste van den Minister is door ons vanzelfsprekend op
hoogen prijs gesteld. Zij demonstreerde opnieuw, dat er sedert
1918, toen de bekende staatscommissie werd ingesteld, die de tot
standkoming van de Bioscoopwet heeft voorbereid, iets ten goede
veranderd is in de verhouding tusschen Overheid en film- en
bioscoopbedrijf.
Het spreekt vanzelf, dat het Hoofdbestuur zich over de ver
schillende wijzigingen van het ingediende ontwerp ernstig heett
beraden.
In een uitvoerig schriftuur, gedateerd 15 December 1939, heeft
het Hoofdbestuur zijn standpunt ten aanzien van de nieuwe voor
stellen aan den Minister kenbaar gemaakt, hetgeen ertoe geleid
heeft, dat de Bewindsman zich bereid verklaarde aan het Hoofd
bestuur audiëntie te verleenen. Deze heeft aan het begin van 1940
plaats gehad.
Volledigheidshalve moet aan het vorenstaande worden toe
gevoegd, dat blijkens het ontwerp, zooals het einde Januari 1940 bij
de Kamer is aanhangig gemaakt, door den Minister tegemoet is
gekomen aan een aantal bezwaren van het bedrijf tegen verschil
lende voor ons bedrijf zeer nadeelige wijzigingen, welke in. het
voorontwerp waren opgenomen, doch welke wij, aangezien ze ons
vertrouwelijk waren medegedeeld en ze tevens niet in het defini
tieve ontwerp zijn opgenomen, niet gerechtigd achten te vermelden.
Voor de welwillendheid, waarmede de Minister, zoowel als de
heer Voorzitter van de Centrale Commissie en de Huishoudelijke
Commissie voor de Filmkeuring het bedrijf bij de voorbehandeling
van een voor ons zoo belangrijke materie als de onderhavige
wetswijziging tegemoet zijn getreden, alsook voor het begrip, dat
daarbij voor eenige onzer bewaren aan den dag is gelegd, is het
Hoofdbestuur ten zeerste erkentelijk.
Aangezien het onderhavige ontwerp eerst in 1940 bij de Kamer
aanhangig is gemaakt, kan eerst in het verslag over dat jaar in
een nadere beschouwing van de mérites van het ontwerp worden
getreden.
37