L. Peters, Directeur van de Stichting Neder
lands Filminstituut, op Zaterdag 20 Juni. Voor
250 leraren en onderwijzers van Arnhemse
onderwijsinstellingen vestigde de heer Peters
de aandacht op de consequenties in paedago-
gisch opzicht van het visuele tijdperk, waarin
de wereld thans is geraakt.
Wegens het succes tijdens de voorgaande film-
weken werden ook nu openluchtvoorstellingen
in het programma ingelast. De leiding ter
zake van deze voorstellingen werd wederom
aan de technische dienst van de Bond opge
dragen. Op Vrijdagavond 19 Juni en Dinsdag
avond 23 Juni werden op het Kerkplein voor
stellingen gegeven, die door vele duizenden
Arnhemmers werden bijgewoond. Deze open
luchtvoorstellingen hebben mede dank zij de
grote technische kwaliteiten ten aanzien van
beeld en geluid niet weinig tot het welslagen
van de manifestatie in haar geheel bijge
dragen.
Belangwekkend waren ook de filmvoorstel
lingen, die door het Nederlands Filmmuseum
onder het motto „Zestig minuten films zien"
in de aula van het Gemeentemuseum werden
gegeven. Hiermede werd beoogd het publiek
in een serie korte programma's beter ver
trouwd te maken met de vele aspecten en
mogelijkheden van de film.
De ontvangsten, welke ook tijdens deze Film-
week werden gegeven, hebben aan de manifes
tatie een extra feestelijk aanzien verleend. In
dit kader kan mede melding worden gemaakt
van het tennistournooi, dat op het tennispark
Beekhuizen bij Velp werd verspeeld in navol
ging van het in 1957 gedurende de Haagse
Filmweek gehouden tournooi. Tevens mag
niet onvermeld blijven het feit, dat de Afde
ling Het Oosten de gelegenheid had aange
grepen om haar 25-jarig bestaan tijdens de
Filmweek te herdenken. De verschillende
festiviteiten in zake dit jubileum hadden
plaats op Maandag 22 Juni.
De week werd met een gala-avond in het
Rembrandt Theater besloten. Onder andere
werden vertoond de drie door het Genoot
schap voor Reclame als de beste reclamefilms
van 1958 bekroonde filmpjes. Voorts reikte
Dr. J. Hulsker, Hoofd van de Afdeling Kun
sten van het Ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen, de Staatsprijzen
Filmkunst 1959 uit voor de drie beste, in de
periode van 1 Juni 1957 tot 1 Juni 1959 ver
vaardigde, korte Nederlandse films. De eerste
prijs werd toegekend aan de film „Prijs de
zee" van Herman van der Horst, welke film
tevens een welverdiende plaats in het pro
gramma kreeg. Voordat de laatste hoofdfilm
van de Filmweek werd ingezet, sprak de
Voorzitter van de Stichting Internationale
Filmweek Arnhem 1959 een kort sluitings
woord uit, waarmede hij dank betuigde aan
allen die aan de organisatie van de week
hadden meegewerkt.
Een receptie van het Bestuur van de Stichting
in Restaurant Royal na afloop van de voor
stelling vormde het feestelijke slot van deze
derde Filmweek.
Bij nadere beschouwing blijkt deze manifes
tatie, die mogelijk is geworden door de samen
werking tussen de overheid, het filmculturele
leven en het film- en bioscoopbedrijf, mis
schien nog meer dan haar voorgangers van
1955 en 1957, aan de bedoelingen van de
initiatiefnemers te hebben beantwoord. Voor
een niet gering deel vloeit zulks voort uit het
hoge niveau van de programmering, waardoor
een waarlijk representatief overzicht kon wor
den gegeven van de stand der filmproductie.
Het is stellig mede hieraan te danken, dat de
belangstelling van de zijde van het publiek
en de pers ditmaal die voor de vorige film-
weken heeft overtroffen. Het valt in het bij
zonder toe te juichen, dat de jeugd in zo
ruime mate bij de manifestatie werd betrok
ken. Zoals Minister Cals er in zijn openingsrede
terecht op heeft gewezen, heeft deze derde
Filmweek zowel hierdoor als door de pro
grammering en de onderwerpen, welke op een
aantal congressen zijn aangesneden, in het
teken gestaan van de jeugd. De conclusie is
gewettigd, dat de Internationale Filmweek
Arnhem 1959 uit een oogpunt van propaganda
en goodwill voor het film- en bioscoopwezen
buitengewone waarde heeft gehad. Alleen
reeds hierom dient naar voortzetting van deze
traditie te worden gestreefd.
Televisie
De aangelegenheid van de uitzending door de
televisie van speelfilms is in ons land geregeld
door de ter zake gesloten overeenkomst tussen
de Nederlandsche Bioscoop-Bond enerzijds en
de Nederlandse Televisie Stichting met de
daarin samenwerkende omroepverenigingen
41