Nederlandse filmproduktie bij de Europese films, waardoor het aandeel van deze films in de totale filmimport verder gedaald is tot 68 (1963: 69 Het aantal van 34 opnieuw uitgebrachte films lag aanzienlijk hoger dan de laatste jaren het geval was (1963: 12, 1962: 8, 1961: 16); tot deze films behoorden 20 (1963: 11) Amerikaanse. Doordat de ingevoerde kleurenfilms tot een aantal van 184 zijn gestegen, hebben zij het grootste aandeel van 51,4 (1963: 46,2 van de totale filmimport behaald. Deze stijging is tot de Amerikaanse films beperkt gebleven; uit de Europe se landen zijn 2 kleurenfilms minder ingevoerd, waardoor het aandeel van Europa in de totale invoer van kleurenfilms verder is gedaald tot 58,2 (1963: 61 In 1964 beleefden drie nieuwe Nederlandse hoofdfilms hun premières, te weten „Mensen van Morgen" van Sapphire Film Productie N.V. op 15 oktober, „Plantage Tamarinde" van N.V. City Film op 29 oktober en „Spuit Elf" van Kappa Film Productie op 21 december. De succesvolle vertoning van eerstgenoemde film moest reeds per 5 november wor den gestaakt en wel op grond van een rechterlijk vonnis dat op verzoek van de ouders van een der minderjarige medespelenden werd gewezen. Er waren tegen het einde van het verslagjaar plannen om een gewijzigde versie van deze film in 1965 in roulatie te brengen. De beide overige genoemde films leverden helaas niet het succes op, dat de makers daarvan verwacht hadden. Als productiejaar moet 1964 dan ook teleurstellend worden genoemd. Dit neemt niet weg, dat de vertoning van de film „Alleman" van Bert Haanstra Filmproductie, die op 20 december 1963 was begonnen een overrompelend succes is geworden. De opbrengst van de gezamenlijk in 1964 vertoonde Nederlandse films was daardoor hoger dan in het voorgaande jaar, toen niet minder dan vijf nieuwe Nederlandse hoofdfilms in première kwamen. De heer H. J. v. d. Linden, die onder de naam Rex Film sedert vele jaren jeugd- speelfilms vervaardigt, bracht in het verslagjaar de reeds in 1963 geproduceerde films „De avonturen van Pietje Bell" en „De jongen uit het Wilde Westen" in pre mière. In productie waren wederom twee jeugdfilms, voorlopig getiteld: „Vrijbuiters van het Woud" en „Sjors en Sjimmie bij de Indianen". Met inbegrip van deze beide 14 films is het aantal naoorlogse door hem vervaardigde films gestegen tot 15! Voor wat de korte films betreft kan worden vermeld dat met inbegrip van reclame films 146 films gereed zijn gekomen. Daarenboven zijn nog 22 televisiefilms ver vaardigd en niet minder dan 466 televisie-spots voor binnen- en buitenland. Deze aanzienlijke stijging ten opzichte van het vorig jaar (=t 150 spots) is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de commerciële televisieperiode van de R.E.M, in de laatste maanden van het verslagjaar. Er werd in 1964, meestal door bemiddeling van het Ministerie van O.K. W. met 56 inzendingen aan 57 buitenlandse filmfestivals deelgenomen. Daar echter slechts weinig nieuwe films beschikbaar waren, kwam een groot deel van de 14 internatio nale onderscheidingen op naam van films uit voorgaande productie jaren. Van de bekroonde films vermelden wij „Alleman" van Bert Haanstra Film productie, die in Berlijn een Gouden Beer verwierf, „Droom zonder Einde" van Max de Haas, die in San Francisco werd onderscheiden en „De Tovertuin van Nederland" vervaardigd door Carillon Films N.V., die de eerste prijs verwierf op

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 14