het Festival van de Europese Kolen en Staalgemeenschap in Parijs. De prijs van de Raad voor Europa die in Locarno is uitgereikt, ging naar Jan van der Hoeven voor zijn film „Zon op Zondag". „De Aanmelding" van Rob Houwer ontving in Berlijn een Zilveren Beer. In de reclamefilm-sector waren het Joop Geesink's Dollywood en Starfilm, alsmede Oscar Films N.V. die prijzen bemachtigden. De stijgende lijn in de bedragen die het Ministerie van O.K. W. de laatste jaren ten gunste van de filmproductie heeft gevoteerd, zal ook in 1965 worden geconti nueerd. Voor de vervaardiging speelfilms is een bedrag van 'f> 825.000,op de begroting geplaatst tegen 725.000,— in 1964. In deze bedragen zijn 200.000,— resp. 250.000,begrepen, bestemd voor credietfaciliteiten ten gunste van de Cinetone Studio's. Voorts zal uit andere fondsen de steun aan het Nederlandse filmjournaal ook in 1965 worden voortgezet. Het subsidiebedrag voor de korte films, dat in 1964 550.000,beliep, is voor 1965 verhoogd tot 600.000,Het is te hopen dat uit dit bedrag in het komende jaar wederom enige bijzondere films zullen voortkomen, waarmede de Nederlandse korte film zijn reputatie in binnen- en buitenland kan consolideren. Het produktiefonds voor Nederlandse films De samenstelling van het bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films onderging in het verslagjaar geen wijziging; in functie bleven de heren: Mr H. L. s'Jacob, Voorzitter, en Dr J. Hulsker, Vice-Voorzitter, zitting hebbende voor het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en J. G. J. Bosman, Secretaris, Joh. Miedema en D. J. van Leen, zitting hebbende voor de Neder- landsche Bioscoop-Bond. Op verzoek van het Bestuur heeft Prof. Dr. Ph. J. Iden- burg, voorzitter van de afdeling Filmkunst van de Raad voor de Kunst en tevens voorzitter van de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut, dit jaar voor het eerst deelgenomen aan de bestuursvergaderingen. De middelen die het de Stichting mogelijk maken producenten een financiële bij drage te verschaffen, waardoor het risico voor hen binnen zodanige perken kan blijven, dat zij een Nederlandse speelfilmproduktie durven ondernemen werden ook dit jaar weer door de Nederlandsche Bioscoop-Bond en het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen verstrekt. Het Productiefonds kreeg over een belangrijk hoger bedrag dan in 1963 de beschikking, niet alleen omdat de bij drage van het Rijk evenals voorgaande jaren weer met 100.000,werd ver- 15 hoogd, maar ook omdat het fonds bovendien nog een bedrag van 200.000, kreeg toegewezen voor het verlenen van kredietfaciliteiten aan producenten van Nederlandse speelfilms voor gebruik van studio's enz. van de Stichting Cinetone. Een drietal plannen voor Nederlandse speelfilmproducties werd bij het Productie fonds ingediend. Twee van deze projecten droegen een min of meer experimenteel karakter, hetgeen in een klein productieland als Nederland met alle beperkingen van dien vooralsnog onontkoombaar lijkt. Gezien het doel van de Stichting de productie van Nederlandse speelfilms te bevorderen door het scheppen van finan cieel gunstige voorwaarden voor de continuïteit daarvan, kan het, met het oog op de ontwikkeling op speelfilmgebied en de continuïteit van belang zijn, dat, indien tenminste de opzet aan bepaalde voorwaarden voldoet, een dergelijk project reali seringskansen krijgt. De vorenbedoelde drie produkties werd een financiële bijdrage verleend, benevens aan twee daarvan een bedrag voor de financiering van nader omschreven bestedingen in de Cinetone Studio's. Bovendien werd een tweetal jeugd-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 15