ken tot een internationaal aanvaard uniform contract bij de huur en verhuur van films. Met de internationale federatie van filmproducentenorganisaties werden de contacten voortgezet omtrent de instelling van een internationaal arbitrage-instituut voor de behandeling van geschillen tussen filmverhuurders en filmproducenten. Evenals het B.I.C. en de U.I.E.C. vergaderde de F.I.A.D. in oktober in Milaan en wel op de negentiende. De heer C. S. Roem, Vice-Voorzitter van het Hoofd bestuur en Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, fungeerde ook in het verslagjaar weer als gedelegeerde van het Hoofdbestuur bij de F.I.A.D. F.E.T.C. De Fédération Européenne des Industries Technique du Cinéma, zijnde een groepering van de Europese laboratoria- en filmstudio's kwam in 1964 slechts een maal bijeen en wel tijdens een informele vergadering op 9 en 10 januari te Parijs. De Bond werd bij die gelegenheid vertegenwoordigd door de heer C. S. Roem en de heer L. Claassen als administrateur van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten. Er zijn maatregelen besproken om tot betere contacten te geraken met de E.E.G.- funetionarissen in Brussel, die op het onderhavige terrein opereren. In de loop van het jaar hebben de via de Belgische delegatie ondernomen stappen nog geen merk baar resultaat opgeleverd. Voorts is een aantal min of meer technische zaken aan de orde geweest, met het doel tot een grotere Europese uniformiteit te geraken voor wat betreft de filmbe werking en de houding ten opzichte van de televisie. Duidelijk bleek dat de labo ratoria en studio's in verschillende E.E.G.-landen grote moeilijkheden ondervinden, doordat de televisie sterk de neiging heeft om niet van de bestaande faciliteiten gebruik te maken, doch liever alles zoveel mogelijk in eigen beheer te verzorgen. Dit heeft er in enige gevallen toe geleid, dat de televisie met behulp van staatsgelden als concurrent van bestaande particuliere bedrijven is gaan optreden. Het was de bedoeling om in de loop van het jaar nogmaals over deze kwestie te vergaderen, doch dat is om onbekende redenen niet gebeurd. F.I.A.P.F. De Fédération Internationale des Associations de Producteurs de Films vergaderde in 1964 driemaal. De eerste vergadering, waarin de heer C. S. Roem de Bond ver tegenwoordigde, vond plaats op 18 maart te Madrid met als voornaamste agenda punt een voorstel tot wijziging van de Statuten der Federatie. Het betrof hier een aantal redactioneel-technische veranderingen waaronder die van de benoeming van vice-voorzitters voor de verschillende werelddelen. In deze vergadering zijn voorts diverse economische kwesties besproken, waaronder de belemmeringen die de ver spreiding van films in tal van landen nog steeds ondervindt. De Secretaris-Generaal zal in deze kwesties de nodige stappen ondernemen. Tenslotte hebben de delegaties uit negen landen zich bezig gehouden met een definitie van het begrip jeugdfilm, waarover veel verwarring blijkt te heersen. Op 2 juli is vervolgens een informatieve bijeenkomst gehouden ter gelegenheid van het Internationale Filmfestival in Berlijn. De daar aanwezige producenten spraken over diverse bedrijfsproblemen en wisselden ervaringen en gegevens uit. De jaarlijkse ledenvergadering vond tenslotte plaats op 9 december in Rome. Ook hier werd de Bond vertegenwoordigd door de heer C. S. Roem. De heer Ralph Hetzel werd als voorzitter voor een ambtsperiode van twee jaar herkozen en dit 21

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 21