44 kenis, waarvoor het tarief geldt dat voor een gewone reclamefilm van 60 m zou moeten worden betaald. Deze film is later in verscheidene bioscopen als zodanig vertoond. Stichting Bio-Vakantieoord De Stichting Bio-Vacantieoord, welke in stand wordt gehouden door de gezamen lijke inspanning der bedrijfsgenoten, heeft haar taken ten behoeve van het zwakke en minder-valide kind in 1964 krachtig voortgezet. De stichtingsaktiviteiten, be trekking hebbende op het vakantieoord „Russenduin" te Bergen aan Zee en het herstellingsoord voor lichamelijk gehandicapte kinderen te Arnhem, kregen verdere uitbreiding in verband met de opening van de Bio-Mytylschool Arnhem. Op deze school wordt niet slechts onderwijs gegeven aan de kinderen die in het herstellings oord te Arnhem worden verpleegd, doch, zulks in samenwerking met de Stichting Arnhemse Mytylschool, ook aan lichamelijk gehandicapte kinderen uit Arnhem en omgeving. De officiële opening van de school vond op 18 december plaats door de oud-wethouder van onderwijs der gemeente Arnhem, de heer J. Bronkhorst. De onderhavige taken brengen uiteraard grote financiële lasten met zich die voor een belangrijk deel worden opgevangen door de opbrengsten der bioscoopcollecten. Overige inkomsten worden verkregen door subsidies en donaties. In het verslag jaar hebben twee inzamelingen in de bioscopen plaats gevonden: de zomercollecte heeft een opbrengst gehad van 168.573,07 tegen 160.589,29 in 1963. De kerstcollecte heeft 199.111,04 opgebracht, wat aanzienlijk minder is dan de opbrengst der kerstinzameling van 1963 die 283.905,58 opleverde. Wanneer men echter in aanmerking neemt, dat 1963 een topjaar is geweest, kan het resultaat van de in 1964 gehouden inzamelingen nochtans alleszins bevredigend worden geacht. Het publiek heeft ook in dit jaar weer een duidelijk bewijs geleverd van zijn goede gezindheid nopens het Bio-Vacantieoord. Het Hoofdbestuur heeft de stichting in het verslagjaar een subsidie verleend van 2.500,-. Het Bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord was einde 1964 samengesteld uit de heren Joh. Miedema, Voorzitter, R. Uges, Secretaris, W. K. G. van Royen, Penningmeester, H. S. Boekman, J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, C. van Liere, M. J. W. Peters, W. G. Veldhuizen, C. van Willigen en A. F. Wolff, Leden. Vertegenwoordigingen Ingevolge aanwijzingen van het Hoofdbestuur was de Nederlandsche Bioscoop- Bond in 1964 in een groot aantal organen en instellingen vertegenwoordigd. Een samenvatting van de voornaamste vertegenwoordigingen volgt hieronder. In de Huishoudelijke Commissie van de Filmkeuring was de Bond vertegenwoor digd door de heer R. Uges. De heer M. A. V. Vermin had zitting in het Zuide lijk Nakeuringscomité van de Katholieke Filmcentrale. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio hadden van Bondswege zitting de heren W. K. G. van Royen, tevens voorzitter, J. G. J. Bos man en A. F. Wolff. De Bond was in het bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films door de heren J. G. J. Bosman, D. J. van Leen en Joh. Miedema vertegenwoordigd. Voor de Bond hadden in de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut zitting de heren J. G. J. Bosman, tevens secreta ris-penningmeester, W. Hemelraad, J. Nijland en C. S. Roem.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 44