Ledenvergadering en Ledenraad In het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitan ten was het Hoofdbestuur vertegenwoordigd door de heer J. Nijland. In het bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf hadden zitting de heren R. Uges, voorzitter, J. G. J. Bosman, W. F. Dubbeldeman, W. Hemelraad, H. Miedema, tevens lid van het dagelijks bestuur, E. J. Verschueren en A. F. Wolff. In de Bedrijfscommissie voor het Film- en Bioscoopbedrijf was de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman, W. F. Dubbeldeman, C. S. Roem en W. K. G. van Royen, leden, en M. Desmet, E. J Verschueren en A. F. Wolff, plaatsvervangende leden. De heren C. J. Blad, C. S. Roem en R. Uges vertegenwoordigden de Bond in de Gemengde Televisie Commissie, ingesteld krachtens het akkoord tussen de Bond en de N.T.S.; de heer J. G. J. Bosman fungeerde als plaatsvervangend lid. In de sub-commissie van advies voor de bemiddeling van amusementskunstenaars, welke door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid ingestelde Advies commissie in de loop van het verslagjaar is opgeheven, was de Bond vertegenwoor digd door de heer A. J. A. Huyser. De heer Huyser had bovendien zitting in de Raad van Beheer van de Stichting Arbeidsbemiddeling en fungeerde daarbij tevens als voorzitter van deze raad. De heer C. S. Roem had voor de Bond zit ting in de Commissie van Bijstand van het Nederlands Akoestisch Genootschap. In de Commissie '44 (Fotografie en Cinematografie) van het Centraal Normali satiebureau was de Bond vertegenwoordigd door de heer O. P. Besseling. De Bond was op de vergaderingen van de internationale unie van bioscoopexploi tanten (U.I.E.C.) vertegenwoordigd door de Bondsvoorzitter en de Bondsdirec teur. De heer Miedema bekleedde wederom de functie van vice-president van de unie. In de internationale federatie van verenigingen van filmproducenten (F.LA. P.F.) en de internationale bond van filmtechnische industrieën (C.I.T.C.) had de heer C. S. Roem zitting. In het Bureau International du Cinéma had de Bonds voorzitter zitting voor de U.I.E.C. en de heer C. S. Roem voor de C.I.T.C. In het Comité de lTndustrie Cinématographique Européenne was de Bond vertegen woordigd door de heren J. G. J. Bosman en C. S. Roem en in de Union Euro péenne du Spectacle Cinématographique door de Bondsvoorzitter en de Bonds directeur. De jaarlijkse ledenvergadering vond plaats op 20 april 1964. De Voorzitter, de heer Joh. Miedema, heeft in zijn openingsrede aandacht geschonken aan de toe nemende afhankelijkheid van het bioscoopbedrijf van zogenaamde publiekfilms, aan de stijging der gemiddelde filmhuurpercentages, aan het overleg met de autori teiten met betrekking tot het lastenvraagstuk, aan de met de Nederlandse Televisie Stichting getroffen regeling en aan de collectieve reclamecampagne. Goedgekeurd werd het jaarverslag over 1963, alsmede de financiële jaarstukken, nadat de Commissie van Rapporteurs, bestaande uit de heren E. Alter, C. van Liere en H. Zondervan, rapport had uitgebracht over door de commissie gevraagde inlich tingen inzake de rekening en verantwoording over 1963. Verder werd aangenomen het Hoofdbestuursvoorstel betreffende de contributieheffing voor het jaar 1964. Bij de verkiezingen voor het Hoofdbestuur werden de aftredende leden, de heren Joh. Miedema te Sneek en R. Uges te Rijns aterwoude bij enkele candidaatstelling herkozen. In de vacature ontstaan door het aftreden van de heer W. J. F van Ewijk 45

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 45