te verplaatsen naar de ochtendbladen van donderdag, omdat de uitwerking van de reclameboodschap daardoor dichter bij de voor het bioscoopbezoek belangrijkste da gen zou komen. Het nam hieromtrent schriftelijk contact op met de Besturen der drie plaatselijke Afdelingen van exploi tanten, die de idee verwierpen. Deze afde lingen waren van mening, dat de ochtend bladen in het algemeen pas 's avonds gele zen worden. Ze hadden ook nog andere bezwaren van practische aard. EXPLOITATIE VAN EUROPESE FILMS DOOR FILIAALKANTOREN Dit onderwerp, waarover het Bestuur reeds in 1963 een uitvoerig rapport had uitge bracht werd opnieuw ter sprake gebracht in de ledenvergadering van 28 februari. Het bleek, dat de meeste leden wel met het Bestuur van mening waren dat het voor alsnog niet mogelijk is van Bondswege maatregelen te nemen, waarmede aan de filiaalkantoren het recht zou worden ont nomen Europese films te distribueren. De ledenvergadering wenste echter de zaak hiermede niet als afgedaan te beschouwen. Men handhaafde zijn bezwaren tegen deze activiteiten der filiaalkantoren en men nam vooral stelling tegen een der filiaalkanto ren, die ten behoeve van de door hem in Nederland gecontroleerde bioscopen rech ten van bepaalde Europese films alleen voor Nederland zou hebben gekocht. Ook bij nadere beschouwing van dit vraag stuk in de kring van het Bestuur bleek een uitvoerbare oplossing vooralsnog niet te vinden. Misschien dat er aan de tegenstel lingen op dit gebied iets van haar scherpte is ontnomen nu een der filiaalkantoren haar activiteit heeft gestaakt en de uit voerende macht van een ander filiaal in handen van een niet met een buitenlandse productiemaatschappij gelieerd filmver huurkantoor is overgegaan. KEURINGSKAARTEN De Ledenraad hield eind december van het jaar 1963 het voorstel van het Hoofdbe stuur aan, dat beoogde de keuringskaarten in de deksels der filmdozen te bevestigen en deze kaarten in het vervolg aldus te doen verzenden, zulks in afwachting van een straffer optreden van het Hoofdbestuur tegen overtreders van artikel 20 der Bonds- v oorwaarden. Het Hoofdbestuur zond op 10 februari een desbetreffende waarschuwing aan de leden van de Bond en kondigde toepassing van artikel 15 der Statuten aan, ingeval van geconstateerde nalatigheid met de retour nering der keuringskaarten, weshalve het Afdelingsbestuur de leden-filmverhuurders adviseerde desbetreffende gevallen aan dit Bestuur ter kennis te brengen, opdat het in staat zou zijn het Hoofdbestuur gefun deerde klachten voor te leggen. Aangezien de leden der Afdeling er blijkbaar tegenop zagen om als aanklagers te fungeren, ter wijl het dikwijls onmogelijk is de schuldi gen te achterhalen, leverde dit advies geen resultaat op. Wel kwamen in de loop van het verslagjaar talrijke nieuwe algemene klachten bij het Bestuur binnen met opga ven van aantallen verdwenen kaarten, wes halve het besloot deze aangelegenheid in een bespreking met de Afdelingsraad op nieuw naar voren te brengen. DOORZENDINSTRUCTIES Op verzoek van de Afdelingsraad werd bij de leden opnieuw aangedrongen op het ver melden van de juiste vertoningsdata der door te zenden films op de doorzendin- structies, teneinde de betrokken exploitant kosten te besparen, indien er voldoende tijd blijkt te zijn om de films op goedkopere wijze dan per spoor-expresse te verzenden. HERVERTONING VAN OUDE POPULAIRE FILMS IN BIOSCOPEN Grote aandacht heeft het Bestuur gewijd aan klachten van de zijde der leden-exploi- tanten over de schade, welke zij van film- uitstralingen via de televisie in Nederland lijden. Bij onderzoek bleek, dat er jaarlijks 12 a 14 films voor televisie-uitzending wor den geleverd, waarvoor de belangstelling bij het publiek nog zo groot moet worden geacht, dat het vaste bioscooppubliek daar voor thuis blijft. Verscheidene exploitanten, die zich be klaagden over de leverantie van dergelijke ,,publiek-films" verklaarden achteraf, dat zij de bewuste films, wanneer zij zulks te voren geweten hadden, wel opnieuw ter vertoning gebracht zouden hebben. Overwegende, dat het alsnog plaatsen van dergelijke films door het incidentele en on georganiseerde aanbod, alsmede als gevolg van het daaraan verbonden risico voor de exploitant in de practijk op moeilijkheden stuitte, stelde de Administrateur op ver zoek van het Bestuur een nota samen over 57

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 54