58
het leveren van oude films aan de biosco
pen, welke nota een plan bevatte dat voor
zag in de vorming van een combinatie van
een aantal bioscoopondernemingen, die
zich ten doel zouden stellen voor een aantal
nader aan te wijzen bijzondere films een
reeks vertoningen met een behoorlijke mi-
nimumopbrengst te garanderen, welke het
voor de verhuurder uit een oogpunt van
direct zakelijk belang aantrekkelijk zouden
maken de bewuste film uitsluitend te re
serveren voor zulk een hervertoning in
enige bioscopen van deze combinatie.
Het Bestuur legde dit plan aan de Afde-
lingsraad voor, welke nadat zijn Bestuur
aanvankelijk instemming had betuigd, na
derhand geen belangstelling voor dit plan
bleek te hebben. Als voornaamste motief
gold, dat het aantal filmleveranties aan de
televisie door de voorgestelde regeling niet
evenredig zou verminderen, zodat geen
enkele garantie kon worden gegeven, dat
andere wèl geleverde films niet evenveel
of bijna evenveel afbreuk aan het bioscoop
bezoek zouden doen als de voor de bios
copen gereserveerde populaire films.
Het behoeft geen betoog, dat deze benade
ring van het plan en de verwerping daar
van het Bestuur heeft teleurgesteld.
CONTACT MET DE
AFDELINGSRAAD
In mei vond wederom een gezamenlijke
bespreking plaats tussen de Besturen der
Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en de Af-
delingsraad, ter behandeling van diverse be-
drijfsaangelegenheden en klachten (waaron
der de aangelegenheid die in het vorig
hoofdstuk uitvoerig is vermeld). De bespre
king had verder als resultaat dat het Be
stuur aan de leden enige circulaires richtte,
waarin adviezen werden gegeven met be
trekking tot het verlenen van toegang op
Bondsdiploma bij de vertoning van colos-
sals, de levering van trailers en trektitels,
de filmverpakking, de filmverzending, de
levering van copieën met magnetisch geluid
voor de bioscopen die voor de reproductie
van dit geluid zijn ingericht, de bekendma
king en verstrekking van het beschikbare
bijzondere reclamemateriaal en de vermel
ding van Nederlandse en buitenlandse film
titels in de reclame, affiches, op de film
dozen, enz. Bovendien had het Bestuur op
eigen initiatief de leden geadviseerd om
hun kantoren tijdens de beursuren tot het
einde toe te doen vertegenwoordigen, als
mede om ingeval van prolongatiebeslissin
gen op feestdagen, zowel overleg te plegen
met de voor- als de nadraaier. Van de zijde
van de Afdelingsraad werd wederom aan
gedrongen op verlaging van de verhuur-
condities voor de zogenaamde vrije films
ten behoeve van de bioscopen die maximaal
60 mogen betalen. Gezien de praktijk
en de omstandigheid, dat niet weinig thea
terondernemers zelf het initiatief nemen
om 70 te bieden teneinde de concurrent
vóór te zijn, terwijl daarnaast de netto
nettoresultaten met de zogenaamde vrije
films behaald, naar het oordeel van de
filmverhuurders voor de exploitant gemid
deld veel beter zijn dan die, welke bereikt
zijn met de niet-vrije films, verzocht het
Bestuur de vertegenwoordigers van de Af
delingsraad om terzake met concrete cij
fers te komen, die het tegendeel zouden
kunnen aantonen.
LES BONNES CAUSES EN
LA TULIPE NOIRE
De processen die door twee leden in 1963
waren aangespannen tegen de Franse maat
schappij Cinexport, werden in het afgelo
pen jaar in eerste instantie gewonnen,
waardoor Cinexport werd veroordeeld haar
verplichting tot levering van de film aan
het ene lid na te komen en betaling van
een schadevergoeding, alsmede tot betaling
van een schadevergoeding aan het andere
bij deze kwestie betrokken lid.
Als uitvloeisel van de met Cinexport ont
stane kwestie was al eerder een waarschu
wing aan de leden gezonden om geen zaken
te doen met Cinexport alvorens de door
het Bestuur op uitdrukkelijk verzoek van
Cinexport getroffen regeling zou zijn na
gekomen. Verscheidene leden aan wie na
deze waarschuwing de film La tulipe noire
door Cinexport werd aangeboden, weiger
den derhalve hierop in te gaan. Eén lid-
filmverhuurder bleek deze film in weerwil
van het verbod toch te hebben gecontrac
teerd en verontschuldigde zich hiervoor wijl
de betrokken circulaire hem ontgaan zou
zijn. Het bewuste lid verklaarde zich echter
aanstonds bereid alle medewerking te ver
lenen om de film te blokkeren (zij was door
hem nog niet betaald), totdat de kwestie
betreffende Les bonnes causes geregeld zou
zijn. Het Bestuur was van oordeel, dat het
betrokken lid in feite op onjuiste wijze een
voorsprong had behaald op de collega's
die de film hadden geweigerd. Het deed aan
het betrokken lid een ernstige berisping
toekomen onder mededeling, dat het bij
herhaling strenge maatregelen in overwe
ging zou moeten nemen. De bewuste film