werd in elk geval in ons land niet ter ver toning gebracht. Afgewacht moet worden wat het resultaat zal zijn van het door Cinexport ingestelde hoger beroep tegen de beide in eerste in stantie gewezen vonnissen. FILMHUURSCHULD-COMMISSIE in het verslagjaar verzond de Filmhuur- schuld-Commissie 847 sommaties (in 1963: 700), nopens recette-staten en filmhuurbe- talingen, betrekking hebbende op een totaal filmhuurbedrag van 189.606,40 (in 1963: 137.457,73). De boycotmaatregel werd 61 maal uitgevaardigd tegen 38 in het jaar daarvoor. Evenals in 1963 blijkt er dus een sterke toeneming in het gebruik van het somma tie-apparaat nodig te zijn geweest. Ener zijds weerspiegelt zich hierin de achter uitgang van de bedrijfsresultaten der bios copen, anderzijds moet het verschijnsel beschouwd worden als een teken van de verscherpte waakzaamheid der filmver huurders. FILMBEURS De Filmbeurzen van Paasmaandag en Pinkstermaandag werden verplaatst naar de daarop volgende dinsdagen, 31 maart en 19 mei. Verder werd geen Beurs gehou den op 20 juli, omdat de zaal niet beschik baar was en op 28 december in verband met de feestdagen. SAMENSTELLING COLLEGES In de op 28 februari gehouden jaarlijkse ledenvergadering zijn de periodiek aftre dende Bestuursleden, de heren S. Barnstijn, G. J. H. Dujardin en J. de Wilde bij enkele candidaatstelling herkozen. In de buitenge wone ledenvergadering van 16 maart werd voorzien in de Bestuursvacature, ontstaan door het tussentijds aftreden van de heer W. J. F. van Ewijk, wegens het aanvaar den van een functie in het buitenland. In deze vacature waren twee candidaten ge steld, namelijk de heren F. Denker en P. J. N. R. Ooms, waarvan laatstgenoemde bij meerderheid van stemmen werd gekozen. Tevens besloot de vergadering om ter voor ziening in de door het aftreden van de heer W. J. F. van Ewijk in het Hoofdbestuur ontstane vacature als enig candidaat te stellen de heer P. J. N. R. Ooms, voor noemd. Tot leden van de Ledenraad wer den in de ledenvergadering van 22 mei herkozen de periodiek aftredende heren E. van Buren, R. A. H. Herzet en J. P. M. A. Smulders. In de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van de heer P. Kijzer werd voorzien door de benoeming van de heer L. J. Paerl. In de vacature, ontstaan door het tussentijds aftreden van het lid P. J. N. R. Ooms, werd benoemd de heer P. Silvius. LEDEN De heer J. L. Paerl, directeur van Univer- sal Film Agency N.V. en ere-lid van de Bond, Oud-Vice-Voorzitter van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders en lid van ver schillende Bondscommissies, overleed op 7 mei. De crematie vond plaats op 12 mei op de begraafplaats Westerveld onder grote belangstelling van talrijke bedrijfsge- noten. De heer P. Kijzer trad af als directeur van de N.V. Hafbo en werd opgevolgd door de heer P. J. Paternotte, die tot dan toe leider van de N.V. Luminafilm was. In de N.V. Spiendal Film werd naast de heer E. Alter tot directeur benoemd de heer P. M. Buis. INTERNATIONAAL CONTACT Met betrekking tot het in de E.E.G. geboren plan voor een zogenaamde auto- financement behelzende een internationale financiering van producties in de E.E.G.- landen, nam het Bestuur een afwijzend standpunt in. Aan het Hoofdbestuur werd een desbetreffende nota gezonden, waarin het eveneens afwijzend standpunt van dit college werd ondersteund. Het Bestuur der Afdeling was van mening, dat een extra heffing bij de theaters, bestemd voor E.E.G.-filmproducties, voor ons land slechts nadelige gevolgen zou kunnen heb ben. Tegenover de bedragen die de Neder landse bioscopen zouden moeten opbrengen heeft ons land niets of bijna niets te ver wachten uit de E.E.G.-landen, aangezien Nederlandse films in Duitsland, Frankrijk en Italië maar hoogst zelden en dan nog in een beperkt aantal bioscopen worden ver toond. Bovendien zou deelneming aan zulk een internationale financiering van produc ties in de E.E.G. repercussies uitlokken van niet-E.E.G.-landen, die namelijk hun aandeel zouden moeten leveren uit de ont vangsten met hun films gemaakt, voor de 59

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 56