Peters, Secretaris, M. de Haas, Penning meester, Y. Brusse, B. Haanstra en T. de Wit, leden, terwijl als Administrateur op trad de heer L. Claassen. Er zijn in het verslagjaar 11 Bestuursvergaderingen ge houden tegen 12 in 1963. Aan de Commissie Nieuwe Zaken werden dit jaar geen adviezen uitgebracht. Wel zijn op voordracht van het Bestuur door het Hoofd bestuur op de Lijst van Geen Bezwaar ge plaatst de heer J. Vrijman, Cineproduktie te Amsterdam, de heer J. Apon, Aviofilm te Scheveningen en de N.V. Chanowski Film Productions te Amsterdam. Er vonden verscheidene besprekingen plaats met vertegenwoordigers van de televisie commissie van de Vereniging voor Erkende Advertentiebureaux en met vertegenwoordi gers van het Bureau voor Filmverzekerin gen, welke hebben geresulteerd in de beslui ten die reeds onder het hoofd Ledenverga dering zijn vermeld. De in 1960 geïnstalleerde Studiecommissie voor werk- en rusttijden in het productie- en laboratoriumbedrijf, werd in de eerste helft van het jaar voor wat onze delegatie betreft, uitgebreid met de heren Mr J. M. Landré en Ytzen Brusse, aangezien het eerste ontwerp-voorstel van de Studiecom missie, in het productiebedrijf diverse bezwaren van praktische aard heeft opge leverd. Het werd daarom wenselijk geoor deeld, dat enige exponenten van het pro ductiebedrijf mede zouden deelnemen aan het beraad over de vraag in hoeverre aan deze bezwaren tegemoet zou kunnen wor den gekomen. Tegen het einde van het verslagjaar was de Commissie vrijwel met een tweede ontwerp gereed en dit zal in het komende jaar ter beoordeling aan de Afdelingsleden worden voorgelegd. De reeds in het vorige jaarverslag gesigna leerde moeilijkheden met de Rijksvoorlich tingsdienst rondom de door de heer L. van Gasteren uitgebrachte rapporten inzake zijn films „Het Huis" en „Alle vogels hebben nesten" konden tegen het einde van het ver slagjaar tot een voor alle betrokkenen be vredigende oplossing worden gebracht. De reclametelevisie-uitzendingen die in de tweede helft van het verslagjaar door de REM werden verzorgd, hadden de volle aandacht van het Bestuur en er zijn diverse besprekingen gehouden met als voornaamste doel de kwestie der reclametelevisie orga nisatorisch en kwalitatief in zo goed moge lijke banen te leiden. Met de kwestie der co-productie-accoorden is gedurende het verslagjaar weinig voort gang gemaakt. Het schijnt dat deze aange legenheid op Overheidsniveau wordt ge stagneerd en aangezien het bestaan van zulke accoorden in de toekomst van belang kan zijn, is er bij het Hoofdbestuur nog maals op aangedrongen de totstandkoming daarvan, speciaal voor wat betreft de E.E.G.-landen, te bevorderen. De in de voorjaarsledenvergadering geopper de suggestie om films van Bondsleden te voorzien van een kenmerk of vignet, werd door het Bestuur nader uitgewerkt en aan enige leden is gevraagd ontwerpen voor een vignet te doen vervaardigen. Per het einde van het verslagjaar waren van de betrokken leden een aantal ontwerpen ontvangen, doch de behandeling daarvan kon niet meer ge schieden en zal dus in het komende jaar plaats vinden. Tenslotte zij nog vermeld dat het Bestuur was vertegenwoordigd bij talrijke evene menten op filmgebied, waarvan wij speciaal willen noemen het initiatief van de Ge meente Heerlen tot het doen vertonen op 19 november in het Royal Theater ter plaatse, van een aantal korte Nederlandse films voor een geselecteerd publiek uit Heerlen en omgeving. Na afloop van de voorstelling, die veel bijval oogstte, vond een receptie in het Raadhuis plaats, waarin een tentoonstelling was ingericht gewijd aan het beleid van de Rijksoverheid met betrekking tot de film. Aan dit evenement dat waar schijnlijk navolging zal vinden, verleende de Rijksvoorlichtingsdienst en het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen medewerking. INTERNATIONALE CONTACTEN Evenals in 1963 was gedurende het verslag jaar de Bond, respectievelijk de Afdeling door de heer C. R. Roem vertegenwoordigd in de vergaderingen van de Internationale Producenten Federatie (F.LA.P.F.) en van de Europese Federatie van Filmtechnische Bedrijven. Nadere gegevens omtrent de vergaderingen welke door deze organisaties werden be legd, zijn opgenomen in het jaarverslag van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, waar naar op deze plaats moge worden verwezen. DE PRODUCTIE Er kwamen in 1964 drie hoofdfilms in première (vijf in 1963) te weten: „Mensen van Morgen" op 15 oktober, „Plantage Tamarinde" op 29 oktober en „Spuit Elf" op 21 december. De succesvolle vertoningen 65

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 62