Afdeling 's-Gravenhage
69
inderdaad op de voorwaarde als door het
Bestuur van de Afdeling Amsterdam gesug
gereerd.
Evenals de Afdelingsraad stonden de leden
der Afdeling Amsterdam afwijzend tegen
over een door de Bedrijfsleiding Filmver
huurders in het contact met de Afdelings
raad gelanceerd idee om een pool te
vormen van bioscopen voor het hervertonen
van tien a twaalf populair geworden films
per jaar in een aantal bioscopen uit deze
pool, onder een collectieve garantie voor
een zekere minimum opbrengst. De Afde
ling kon niet de mening delen van de Be
drijfsafdeling Filmverhuurders, dat hier
mede verlichting zou worden verkregen in
de concurrentiepositie der bioscopen ten
opzichte van de televisie.
In de laatstelijk gehouden ledenvergadering
werd door een der leden de idee geopperd
om aan gepensioneerd Amsterdams bio
scooppersoneel met tenminste 25 dienstja
ren een bioscoopdiploma te verstrekken.
Het Bestuur zegde toe deze kwestie in de
eerstvolgende vergadering te zullen over
wegen.
Met betrekking tot de door het Hoofdbe
stuur per circulaire van 17 november aan
de leden ter kennis gebrachte voorstellen,
die het bij de Ledenraad had ingediend tot
vaststelling van nieuwe Bedrij f sbeslui ten
terzake van de Filmvertoning, inzake de
Programmering en het Bedrijfsreglement
inzake Filmexploitatierechten, alsmede tot
wijziging van artikel 4 van het Reglement
op de Lijst van Geen Bezwaar en tot wij
ziging van het Bedrijfsreglement Geschenk
bonnen besloot het Bestuur hiervoor geen
aparte ledenvergadering te beleggen, daar
uit de reacties van verschillende leden wel
was gebleken, dat deze voorstellen geen
aanleiding gaven tot het maken van op- of
aanmerkingen.
Bestuurs- en Ledenvergaderingen wijdden
voorts aandacht aan diverse problemen van
ondergeschikte aard, waarbij nog wel ver
melding verdient het besluit van het dag
blad Trouw om voor het eerst sedert zijn
bestaan annonces voor bioscoopvoorstellin
gen op te nemen. Ingevolge de hieruit
voortvloeiende offerte werd besloten ook in
deze krant de wekelijkse kaderannonce te
plaatsen.
De operateurspool welke door een aantal
bioscoopondernemers te Amsterdam werd
gesticht heeft ook in het afgelopen jaar
enige leden van dienst kunnen zijn. Van
vier aanvragers konden er drie worden ge
holpen door het inzetten van een rempla-
cant.
In de lidmaatschappen kwam geen verande
ring. Het Apollo Theater werd opgeheven
vanwege de slechte bedrijfsresultaten.
De Afdeling Amsterdam telde aan het eind
van het verslagjaar 38 bioscopen met 21.689
zitplaatsen.
Aan personeelsleden werden verstrekt voor
respectievelijk 40 jaar, 25 jaar en 10 jaar
trouwe dienst: 2 eretekens in goud met
diamant, 9 eretekens in goud en 12 insignes
in zilver.
De hierna genoemde leden der afdeling of
hun vertegenwoordigers waren wederom
betrokken bij de Bondswerkzaamheden en
wel: de heren S. Barnstijn, C. J. Blad, W.
F. Dubbeldeman, M. Gerschtanowitz, J.
van der Horst, W. HuJshoff Pol, Mr. P. A.
Meerburg, B. W. G. van Royen, W. K. G.
van Royen, J. P. M. A. Smulders, Ing. E.
F. W. Trijssenaar en C. van Willigen.
In enkele commissies en instanties buiten
het bedrijf, die contact met de Afdeling
hebben, hadden daarnaast nog zitting de
heren: J. G. J. Bosman, W. F. Dubbelde
man, W. K. G. van Royen en J. G. Bloem.
J. van der Horst,
Secretaris.
Onze afdeling is in het verslagjaar slechts
eenmaal in vergadering bijeen geweest na
melijk op de jaarvergadering op 27 februari
1964. Het bestuur vergaderde eveneens
eenmaal.
Evenals andere jaren waren de vertegen
woordigers van onze afdeling door het bij
wonen van de vergaderingen van de Leden
raad en de Afdelingsraad bij de werkzaam
heden van onze Bond betrokken.
Verder was er regelmatig informeel contact
tussen de leden op de filmbeurs. Er waren
in het verslagjaar echter geen onderwerpen
aan de orde die het bijeenroepen van een
ledenvergadering noodzakelijk maakten.
Met ingang van 2 januari 1964 werd de
berekening van de omzetbelasting gewij
zigd. Vanaf genoemde datum is geen om
zetbelasting meer verschuldigd over het
aandeel van de filmverhuurder in de netto
recette.
Buiten toezeggingen die wij van de regering
hebben ontvangen is dit in 1964 de enige
kleine tegemoetkoming van de Overheid
gebleven in de steeds stijgende lasten waar
onder het bioscoopbedrijf gebukt gaat.