Afdeling Rotterdam Het bioscoopbezoek in 's-Gravenhage be droeg in 1964 4.173.722 en liep met 5.6% terug ten opzichte van 1963. De bruto- recettte bedroeg in 1964 ƒ7.891.661,— en steeg hiermede 2,1% boven het bedrag van 1963. Met voldoening kan worden vastgesteld dat de aangename betrekkingen met de ge meentelijke autoriteiten in het verslagjaar werden bestendigd. In december werd het Apollo-theater na een sluiting van enkele weken, in welke periode het een grondige restauratie onderging, op feestelijke wijze heropend. Tenslotte valt er nog te vermelden dat op de gehouden jaarvergadering de aan de beurt van aftreden zijnde bestuursleden, de heren W. F. Dubbeldeman, Mr. P. A. Meerburg en R. Uges in hun functies wer den herkozen. 's-Gravenhage, J. R. Schoonbeek, Secretaris. 70 Omtrent de ontwikkeling, welke het Rotter damse bioscoopbedrijf in het afgelopen jaar te zien heeft gegeven, valt in algemene zin weinig opwekkends te vermelden. Ondanks het feit dat ook ditmaal enige succesfilms grote aantallen bezoekers trokken, zette de daling in het stedelijke bezoekerstotaal zich voort; de teruggang bedroeg bijna 7% in vergelijking met het voorafgaande jaar. De druk der vermakelijkheidsbelasting onder ging geen verlichting, terwijl de exploitatie kosten bleven stijgen; de loonkosten liepen op met circa 17% en als gevolg van de prijsbeweging stegen ook de kosten van on derhoud e.d. aanmerkelijk. Het enige licht punt was het gewijzigde systeem van bere kening der verschuldigde omzetbelasting, waarmede een geringe kostenverlichting werd bereikt. Afgezien van het feit, dat Orbi S.A. als exploitante van het sinds enige jaren buiten bondsverband geëxploiteerde Cinerama- theater aan de Westblaak tegen het einde van het verslagjaar toetrad tot het lidmaat schap van de Nederlandsche Bioscoop Bond, onderging het aantal bioscooptheaters in onze afdeling ook in het afgelopen jaar geen verdere uitbreiding. Op 20 februari 1964 hield onze afdeling haar jaarlijkse ledenvergadering. In deze vergadering werden de aftredende bestuurs leden C. van Willigen en I. Keizer in hun functies herkozen, terwijl de heer C. J. Blad werd herkozen als lid van de Ledenraad. Het jaarverslag van de secretaris werd even als de door de penningmeester opgestelde rekening en verantwoording over 1963 te zamen met de begroting voor het jaar 1964 onder dankzegging goedgekeurd. Besloten werd tot ondersteuning der candidaturen van de heren Joh. Miedema en R. Uges tot herverkiezing in het Hoofdbestuur. De ver gadering nam voorts kennis van de door de Sociale Commissie voorgestelde wijzi gingen in de collectieve arbeidsovereenkomst voor het bioscoopbedrijf, waarmede zij zich accoord verklaarde. Bij wijze van proef namen de leden het be sluit om een gezamenlijke bijdrage aan het door de uitgeverij „De Driekleur" in onze stad verspreide „Weekprogramma Rotter dam" te verstrekken. Gezien de bezwaren, welke verbonden ble ken te zijn aan de door sommige handels ondernemingen georganiseerde gratis bio scoopvoorstellingen waaraan een verkoop campagne voor diverse huishoudelijke arti kelen was gekoppeld, kwamen de leden tot de slotsom, dat het aanbeveling verdiende om deze vorm van zaalverhuur te staken. Op grond van de bezwaren, die door ver schillende leden werden ingebracht tegen de geringe aandacht, welke door sommige dagbladen werd besteed aan Rotterdamse premières van films, welke voordien reeds waren besproken bij de eerste vertoning in Amsterdam of elders, stelde ons bestuur zich met de betrokken redacties in verbin ding, hetgeen er toe leidde, dat de opmaak der filmpagina's enigszins werd herzien. Ook de opmaak der advertentiepagina's voldeed niet altijd aan de daaraan te stellen eisen; bij de betrokken dagbladen moest dan ook bij herhaling op verbetering worden aange drongen. Het bestuur nam voorts contact op met de ontvanger der Gemeentebelastingen ten einde te bereiken, dat de belasting op ver makelijkheden niet meer bij vooruitbetaling in contanten voldaan behoefde te worden. Voorgesteld werd, dat er rekeningen zouden worden uitgeschreven, welke binnen twee weken per bank of giro voldaan dienden te worden, en dat daartegenover door de leden gezamenlijk een garantie zou worden afge geven ter waarborging van het aldus door de gemeente te verlenen crediet. Het ge meentebestuur bleek dit voorstel niet te kunnen aanvaarden; de Ontvanger volstond er daarom mede om in plaats van contanten

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 67