ook bank- of girochèques in vooruitbetaling aan te nemen, waardoor de risico's van het transport over straat van aanzienlijke geld bedragen worden vermeden. Krachtens een reeds eerder in onze afdeling genomen besluit moest ons bestuur enige malen afwijzend beschikken op ingekomen verzoeken om toestemming tot het houden van collecten in de zaal of aan de uitgangen der bioscopen. Van de zijde der Bedrijfsafdeling Filmver huurders bereikte ons bestuur het voorstel om de collectieve wekelijkse advertentie niet meer in de woensdag-edities der ochtend bladen te plaatsen, doch in de donderdag edities. Gezien het feit, dat aan dit punt reeds vele besprekingen in onze afdelings- vcrgaderingen gewijd waren geweest, waar bij om verschillende redenen de voorkeur was gegeven aan de woensdagochtendbladen, antwoordde het bestuur dat een wijziging in het eenmaal gevolgde systeem niet in overweging kon worden genomen. De door de buitenlandse vennootschap Orbi S.A. bij de Commissie Nieuwe Zaken inge diende aanvrage om toestemming tot het gaan exploiteren van het Cinerama theater als permanente bioscoop-A stelde ons be stuur voor een niet eenvoudige taak bij het bepalen van zijn standpunt, gezien de daar bij aan de orde komende aspecten, welke zich bij zijn weten nog niet eerder in onze bond hadden voorgedaan. Noch de vraag of de bondsstatuten voorzagen in de toetre ding van een in het buitenland gevestigde onderneming tot het lidmaatschap, noch de vraag of de opzet en de omvang van de betrokken buitenlandse vennootschap rele vant was bij de afweging van de in het Algemeen Bedrijfsreglement opgesomde cri teria, was tot dusverre in de beslissingen der Commissie Nieuwe Zaken en Beroep Nieuwe Zaken beantwoord. Het bestuur be sloot derhalve deze vragen aan het oordeel van beide instanties te onderwerpen. Nadat de Commissie Nieuwe Zaken de gevraagde toestemming in eerste aanleg had verleend, besloot ook de Commissie Beroep Nieuwe Zaken tot inwilliging, zij het op anders ge formuleerde gronden, en bij schrijven dd. 3 december 1964 ontving aanvraagster de mededeling van het Hoofdbestuur, dat zij tot het bondslidmaatschap was toegelaten. In de buitengewone ledenvergadering, welke op 24 augustus 1964 ter bespreking dezer aanvrage werd gehouden, kwam bovendien naar voren, dat enkele leden de functie van afdelingsbestuurder in principe onverenig baar achtten met het lidmaatschap der Com missie Nieuwe Zaken, resp. Commissie Be roep Nieuwe Zaken. Ons bestuur bracht dit punt ter sprake in de eerstvolgende verga dering van de Afdelingsraad, die na een uitvoerige bespreking van alle argumenten tot de slotsom kwam, dat de bezwaren der betrokken leden niet konden worden on derschreven. In zijn schrijven dd. 17 no vember 1964, gericht aan ons bestuur, gaf de Afdelingsraad een gemotiveerde uiteen zetting van zijn opvattingen te dezer zake. Het bestuur kwam enige malen in vergade ring bijeen ter behandeling der vorenge noemde en nog een aantal andere onder werpen. Zo werd besloten om niet in te gaan op het verzoek van een Amsterdams dagblad tot plaatsing der collectieve adver tentie in zijn Rotterdamse editie; wel werd medegedeeld, dat individuele annonces uiter aard zonder bezwaar geplaatst konden wor den. Op soortgelijke verzoeken van adver tentiebladen uit de naaste omgeving onzer stad moest eveneens afwijzend worden ge antwoord onder verwijzing naar de bepalin gen van het Bedrijfsreglement ter zake van reclame voor permanente bioscoopvoorstel lingen. Op de door een aantal onzer leden ontvangen circulaire van het „Comité Af scheid Burgemeester" werd namens de ge zamenlijke leden onzer afdeling, uiteraard in positieve zin, gereageerd. Nog kan worden vermeld, dat op 12 augus tus 1964 een delegatie uit het Noorse bio scoopbedrijf, welke een tweetal dagen door het Hoofdbestuur in ons land werd ont vangen, een bezoek bracht aan enige Rot terdamse bioscooptheaters. De bezoekers be toonden zich zeer enthousiast over de mo derne vormgeving, inrichting en technische uitrusting zowel van de geheel nieuw ge bouwde als gemoderniseerde theaters in onze stad, die zij zich gaarne ten voorbeeld hoopten te stellen bij de voorgenomen ver nieuwing van het Noorse theaterpark. Enige bestuursleden onzer afdeling namen aan de rondleiding deel. In december werd de door de Rotterdamse Kunststichting ingestelde Pierre Bayleprijs, welke jaarlijks aan een Nederlandse kunst criticus wordt toegekend, ten tweeden male uitgereikt aan een filmcriticus en wel dit maal aan de heer Charles Boost. Deze prijs uitreiking, waarbij ook ons afdelingsbestuur vertegenwoordigd was, vond plaats in het daartoe door de directie van deze bioscoop beschikbaar gestelde Kriterion Theater en droeg een zeer geanimeerd karakter. Het valt slechts te betreuren, dat de vele activiteiten van bestuur en leden onzer af deling niet werden bekroond door een alge mene opleving in de gang van zaken; daar om moge dit verslag worden besloten met het uitspreken van de, hoop dat het nieuw- 71

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 68