Afdeling Het Westen Afdeling Het Zuiden drijven in de provincies niet langer belast worden met filmhuren, welke uiteindelijk belangrijk hoger liggen dan voor de grote steden. Schreven wij vorig jaar in ons Jaarverslag, dat wij twijfelden aan films met een langere vertoningsduur, thans zijn wij van mening dat er door dit soort films, met alle consequenties van dien, geen ver betering in het bedrijfsklimaat is gekomen. Ook de sfeer in ons bedrijf wordt er niet beter op. Ons inziens ligt hier een taak voor de Afdelingsraad en de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, om in onderling overleg tot een gezondere bedrijfsvoering te komen. Kan dit binnen niet al te lange tijd plaats vinden, dan is het niet nodig dat er be drijven gesloten moeten worden. In dit jaar werden de exploitaties in Borne en Glanerbrug beëindigd. Het afdelingsbestuur bestond in 1964 uit de navolgende personen: J. Nijland, voor zitter; J. Thedinga, vice-voorzitter/penning meester; H. Miedema, secretaris; R. Nas- sette, lid; J. H. H. v. d. Mars, lid. In de Afdelingsraad hadden namens onze Afdeling zitting de heren J. Nijland, J. Thedinga en H. Miedema. In de Ledenraad werd onze afdeling ver tegenwoordigd door de heer H. Miedema. Namens het Afdelingsbestuur spreek ik de hoop uit, dat het komende jaar voor de leden bedrijfsgenoten een voorspoedig jaar mag zijn. Namens het Afdelingsbestuur, H. Miedema (Secr.). AFDELING HET WESTEN Over de resultaten van het afgelopen jaar kunnen wij slechts kort zijn. De statistische gegevens, welke wij maandelijks van het Bondsbureau ontvangen, spreken voor zich zelf. Deze gegevens zijn navenant aan die van 1963 en de gegronde vrees bestaat dat deze teruggang voorlopig nog niet tot stil stand is gekomen. In het verslagjaar kwam de Afdeling twee maal in vergadering bijeen. In het bestuur deden zich geen mutaties voor. Het bestond uit de heren: C. van Liere, Voorzitter; A. J. Ch. Silvius, Vice- Voorzitter; A. A. Moser, Secretaris; E. J. Weier, Penningmeester en H. W. M. Janssen, Lid. Door het verkopen van zijn theater te Dordrecht, zal de heer A. J. Ch. Silvius aftreden als bestuurslid van onze Afdeling. Sinds 1936 heeft de heer Silvius onafge broken zitting gehad in het bestuur in de functie van Vice-Voorzitter. Vanaf dezelfde datum was hij lid van de Afdelingsraad. De Afdeling zal deze vertrouwde figuur slechts node zien gaan. februari 1963. A. A. Moser, Secretaris. 74 Ook 1964 heeft ons niet gebracht wat wij er allen van hebben gehoopt n.1. een verbe tering in de algemene toestand van ons bedrijf en een vermindering der drukkende lasten, die ook de gelukkig nog zeer velen optimistische en energiek doorwerkende le den in onze afdeling soms ogenblikken van zorg voor de toekomst moeten hebben ge bracht. Ook het afgelopen jaar is het nog steeds niet tot de gemeentelijke autoriteiten doorgedrongen dat de vermakelijkheidsbe- lasting op korte termijn zal moeten worden afgeschaft, wil men niet, zoals dit jaar in meerdere plaatsen is voorgekomen, de bioscopen zien verdwijnen, wat de bewoon baarheid en het aanzien van deze gemeenten zeker niet ten goede komt en een bron van ergernis en teleurstelling moet zijn voor het ongetwijfeld toch nog altijd zeer beduidende en zeker niet het minst goede deel van onze landgenoten die de cinematografie hebben leren kennen en waarderen als een onmis baar centrum van nuttige en gezonde ont spanning en steeds belangrijker wordende vorm van cultuur in het maatschappelijke leven van onze tijd. Met volle begrip voor de moeilijke situatie waarin ook de filmverhuurders leven wer den toch wederom ook het afgelopen jaar vele vooral kleine exploitanten, en niet alleen in het Zuiden, voor zware problemen gesteld. Ook voor hen geldt dat een nor maal goed programma lang niet altijd vol doende belangstelling krijgt en dat de films die zij in deze tijd broodnodig hebben hun ook geen lonende exploitatie brengen, door de hoge huurprijzen die zij niet zoals vele grotere plaatsen door lange prolongaties tot redelijke proporties op den duur kunnen terugbrengen. Hierbij moet men ook reke ning houden met het feit dat juist door de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1964 | | pagina 71