Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
bestuur met betrekking tot de benoeming
van leden in de arbitragecommissies, de
Commissies Nieuwe Zaken, de Sociale Com
missie voor het Bioscoopbedrijf en het be
stuur van de Inkoopstichting.
Er werd op wens van het Bestuur der Be
drijfsafdeling Filmverhuurders aan de le-
den-bioscoopexploitanten verzocht om erop
toe te zien, dat ernstig beschadigde film-
kopieën niet naar volgende bioscopen wor
den doorgezonden, maar de betrokken film
verhuurders te waarschuwen. Op verzoek
van onze kant zond het Bestuur der Be
drijfsafdeling Filmverhuurders zijn leden
een circulaire met verzoek om de films be
ter te verpakken en te controleren voor de
verzending.
Het secretariaat werd belast met de inning
van de vakbondsbijdragen der leden, die
niet zonder moeite verliep. Er waren enige
leden die bezwaar tegen de heffing maak
ten.
Met betrekking tot de Hoofdbestuursvaca-
tures, ontstaan door het periodiek aftreden
van de heren J. van Willigen en M.
Gerschtanowitz adviseerde de raad tot her
benoeming van de betrokkenen.
De Raad, respectievelijk zijn Bestuur, was
vertegenwoordigd bij gedenkwaardige ge
beurtenissen in het bedrijf en vanzelfspre
kend ook bij de receptie ter gelegenheid
van het afscheid van de heer Bosman en
diens benoeming tot erelid. Namens Raad
en afdelingen werd de Secretaris bij zijn 40-
jarig Bondsjubileum gelukgewenst onder
aanbieding van een geschenk.
A. H. Pieterse, Secretaris
ALGEMEEN
Vooropgesteld moet worden, dat het bedrijf
een deel van de bezoekerswinst, geboekt in
1971, in het verslagjaar heeft moeten prijs
geven. Ten dele is dat toe te schrijven aan
het ontbreken van een paar formidabele
films zoals de twee Nederlandse hoofdfilms,
die in 1971 zulke buitengewoon goede re
sultaten hebben opgeleverd, namelijk „Wat
zien ik" en „Blue movie". Aan de andere
kant zijn er enige potentiële bioscopen
door brand verwoest en niet herbouwd.
Ook een verdere inkrimping van het theater
park heeft plaats gevonden, al is dat ge
lukkig enigszins opgevangen door de stich
ting van enige nieuwe bioscopen.
Over het algemeen zijn de leden van onze
Afdeling niet geheel tevreden met de in
het verslagjaar bereikte resultaten, vooral
als men in aanmerking neemt, dat de kleine
stijging der filmhuuropbrengsten nauwelijks
voldoende en in verschillende gevallen zelfs
onvoldoende is geweest om de stijging van
de licenties en de loonkosten te compen
seren.
FILMHUURBEREKENING
In het vorig jaarverslag is gewag gemaakt
van de bezwaren der filmverhuurders tegen
de wijze, waarop bij de berekening van de
filmhuur sedert 1 januari 1969, toen het
nieuwe stelsel van heffing van omzetbelas
ting in werking trad, omzetbelasting
(B.T.W.) van de recettecijfers werd afge
trokken. Daarbij werd het systeem, dat bij
de oude omzetbelasting was toegepast,
voortgezet, hetgeen neerkwam op een bijna
dubbele aftrek, hetgeen voor de filmver
huurders bijzonder nadelig uitkwam. Dat
zij aanvankelijk niet in verzet zijn gekomen,
vindt zijn verklaring in de moeilijkheden,
die zich hebben voorgedaan in de periode
die gelegen is tussen het aanhangig maken
van het wetsontwerp tot afschaffing van
de vermakelijkheidsbelasting en de feitelijke
afschaffing. Hoewel er ter zake reeds eer
der contact met het Hoofdbestuur was ge
weest, heeft het Afdelingsbestuur zich op
8 november 1971 in opdracht van de leden
vergadering schriftelijk tot het Hoofdbestuur
gewend met het dringend verzoek een her
ziening van de filmhuurberekening in over
weging te nemen.
In het begin van het verslagjaar bleek het
Hoofdbestuur er de voorkeur aan te geven,
dat er eerst overleg zou plaats vinden
tussen de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
en de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten.
Door allerlei omstandigheden kwam er van
dat overleg weinig terecht. Het Bestuur van
de filmverhuurdersafdeling stelde daarom
het Bestuur van de exploitantenafdeling
voor een samenspreking te houden op 5
juni. Enige weken eerder gaf de Voorzitter
van de Exploitantenraad echter te kennen,
dat hij de bespreking wilde uitstellen tot na
de vergadering van de Bondsraad, te houden
op 20 juni. Aangezien van de zijde van de
Exploitantenafdeling niet op deze zaak
werd teruggekomen, heeft het Bestuur op
19 september het Bestuur van de Bedrijfs
afdeling Bioscoopexploitanten uitgenodigd
tot een bijeenkomst op 6 oktober later