II INTERN-ORGANISATORISCHE AANGELEGENHEDEN Hoofdbestuur Bondsraad Door de benoeming tot Bondsvoorzitter einde 1972 van de heer J. Nijland, die tot dan toe qualitate qua lid was van het Presidium als voorzitter van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten, was er een vacature ontstaan in beide laatstvermelde functies. Daarin werd begin 1973 voorzien door de benoeming van de heer M. Gerschtanowitz, die voordien gewoon lid van het Hoofdbestuur was, tot voorzitter van genoemde bedrijfsafdeling. In de daardoor ontstane Hoofd bestuursvacature werd op 19 februari van het verslagjaar voorzien door de be noeming van Drs. J. Ph. Wolff. In 1973 waren de heren C. J. Blad, P. J. N. R. Ooms en P. Silvius aan de beurt van aftreden als leden van het Hoofdbestuur. De heren Ooms en Silvius werden voor een nieuwe zittingsperiode van twee jaren herbenoemd. In de plaats van de heer Blad, die zich geleidelijk uit zijn Bondsfuncties wenste terug te trekken, werd benoemd Mr. P. A. Meerburg. Het Hoofdbestuur was einde 1973 bijgevolg samengesteld uit de heren J. Nijland, voorzitter; M. Gerschtanowitz en J. P. M. A. Smulders, leden van het Presidium; J. Arkenbout, G. F. de Clerck, Mr. P. A. Meerburg, P. J. N. R. Ooms, P. Silvius, J. van Willigen en Drs. J. Ph. Wolff. De heer Gerschtanowitz volgde de heer Nijland op als Bondspenningmeester. In het verslagjaar kwam het Hoofdbestuur negen keer bijeen (in 1972 twaalf keer). Het Presidium vergaderde acht maal (elf maal in 1972). De Bondsraad, die statutair de functie van algemene ledenvergadering vervult, is in het verslagjaar tweemaal bijeengekomen. De eerste vergadering vond plaats op 19 februari in Hotel Krasnapolsky te Am sterdam. In deze vergadering werd voorzien in de tussentijdse vacature van lid van het Hoofdbestuur door de benoeming van Drs. J. Ph. Wolff. Op 1 mei werd de jaarvergadering van de Bondsraad in het Hilton Hotel te Am sterdam gehouden. Goedgekeurd werd het jaarverslag over 1972, evenals de fi nanciële stukken. Besloten werd een bedrag van ten hoogste f 200.000,be schikbaar te stellen ten behoeve van het productiefonds voor Nederlandse Films en tot een maximum van 500.000,bedragen tijdelijk beschikbaar te stellen ten behoeve van filmproducenten op basis van garantiecontracten met bioscoop exploitanten. Voorts werd voorzien in de periodieke Hoofdbestuursvacatures. Bij de aanvang van 1974 was de Bondsraad als volgt samengesteld: J. Nijland, Voorzitter; vanwege de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten: de heren C. J. Blad, J. van Dommelen, C. Geerts, M. Gerschtanowitz, R. H. Gerschtanowitz, H. Holman, B. A. Holtslag, H. W. M. Janssen, I. Keizer, C. van Liere, Mr. P. A. Meerburg,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1973 | | pagina 47