De commissie werd bij enige aanvragen voor nieuwe bioscopen in Amsterdam geconfronteerd met een verzoek van het Bestuur van de Afdeling A er rekening mede te houden, dat door de vestiging van nieuwe theaters problemen kunnen rijzen op het gebied van de filmvoorziening voor de bioscoopexploitanten die niet in concernverband werken. Naar de mening van de commissie zal deze specifieke bedrijfsproblematiek in het algemeen moeilijk bij het te voeren ves tigingsbeleid kunnen worden betrokken. Zij heeft het daarom juist geoordeeld deze problematiek aan het Hoofdbestuur voor te leggen. Het Hoofdbestuur heeft hierin aanleiding gevonden een commissie in het leven te roepen die tot taak heeft de vraagstukken, samenhangende met de normen van het Algemeen Be- drijfsreglement, te bestuderen. In deze commissie hebben zitting de Hoofdbe stuursleden de heren M. Gerschtanowitz, P. J. N. R. Ooms en Drs. J. Ph. Wolf f, alsmede de Bondsdirecteur de heer J. Th. van Taalingen. De Commissie Nieuwe Zaken hield vijf zittingen, waarin zij behandelde 24 aan vragen voor de vestiging en exploitatie van 22 permanente bioscopen, een film verhuurkantoor en een filmproduktiezaak. Alle zittingen stonden onder leiding van Drs. F. L. Schimsheimer. De commissie verleende de gevraagde toestem ming aan de B.V. Metro-Goldwyn-Mayer Filmmaatschappij voor een filmver huurkantoor, (categorie a; alle films, behalve journaals); aan Scorpio Films B.V. voor een filmproduktiezaak (categorieën a en c, respectievelijk hoofdfilms en korte films), aan de Exploitatie Mij. Amstelodamum B.V. voor het inbouw- theater Rivoli (balkon Rialto Amsterdam); de heer Ch. L. Hart voor het inbouw- theater Kennemer 2 te Beverwijk; de City Exploitatie Maatschappij B.V. voor drie nieuwe kleine bioscopen in een nieuw te bouwen woon-, winkel- en amuse mentscomplex in Groningen; de Tuschinski Theaters B.V. voor het inbouw- theater Tuschinski 2; de N.V. Damrak Theater voor drie inbouwbioscopen in het Damrak Theater te Amsterdam; de B.V. Astra Film Mij, voor het inbouwtheater Luxe in Rembrandt-Arnhem; de heer W. G. Smit voor de inbouwbioscoop Apollo 2 te Kaatsheuvel; het Theaterbedrijf Cinerama Exhibitors Nederland B.V. voor de nieuwe bioscoop Saskia in de winkelgalerij van het Rembrandtsplein te Amsterdam; de Bioscooponderneming A. F. Wolf f B.V. voor de nieuwe bioscoop Catharijne in het winkelcentrum Hoog Catharijne te Utrecht; de City Exploitatie Maatschappij B.V. voor het inbouwtheater City 2 te Amsterdam en het inbouw theater Lumière-3 (de aanvraag voor no. 2 zou later komen) te Rotterdam; de Firma Bouts Putzeist voor een nieuwe bioscoop te Valkenburg (heropbouw van de vele jaren geleden opgeheven bioscoop aldaar). Voorts gaf zij aan de B.V. Vereenigde Theaters toestemming tot het exploiteren van vier nieuwe bioscopen in een daartoe te verbouwen complex te Heerlen, doch weigerde daarbij de gevraagde toestemming voor nog twee bioscopen in hetzelfde pand. Tegen de beslissing op de aanvragen voor zes nieuwe permanente bioscopen te Heerlen werd beroep aangetekend door de N.V. Zuid Nederlandse Theaters- en Bioscopen- exploitatie aldaar. COMMISSIE BEROEP NIEUWE ZAKEN De samenstelling van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken heeft in het verslagjaar enige wijzigingen ondergaan, aangezien de heren C. S. Roem en B. W. G. van

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1973 | | pagina 50