c thans nog niet te overzien. Volgens de ter beschikking staande gegevens daalde het aantal voor het buitenland ver vaardigde commercials, dat in 1972 op circa 80 werd getaxeerd, tot ruim 50. Vooralsnog kan niet worden gezegd, of hier sprake is van een toevallige omstandigheid, respectevelijk een tijdelijk verschijnsel. Opdrachtfilms Zoals reeds eerder werd opgemerkt, was 1973 voor deze sektor van het produktiebe- drijf nog geen florisant jaar, hoewel er ten opzichte van 1972 wel verbetering in het klimaat viel te bespeuren. Volgens de aan wezige gegevens is het aantal opdrachtfilms gestegen, en wel van 50 tot 67, maar het staat nog niet vast of dit ook het geval is geweest met de produktie-omzet. De tendens in de richting van aanverwante audiovisuele media zette zich ook in 1973 voort en er wordt derhalve naar gestreefd om ook deze media in een afzonderlijke be drijfstak binnen het Bondsverband te bren gen. Deze aangelegenheid zal bij de meer genoemde herstrukturering van de Afdeling zeker opnieuw aan de orde komen. C.R.M.-films Er zijn in 1973 22 (13) korte films met subsidie van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk tot stand gekomen, waarvan er 4 (5) door of met behulp van Afdelingsleden zijn vervaar digd. Daar er, naar de mening van het Bestuur, wel behoefte bestaat aan goede Nederlandse korte films, die geschikt zijn voor verto ning in bioscopen, en de indruk bestaat dat bij de behandeling van subsidie-aanvragen gevestigde filmproducenten minder kans van slagen hebben dan anderen, werd deze kwestie tegen het einde van het verslagjaar schriftelijk aanhangig gemaakt bij de sektie film van de Raad voor de Kunst met het verzoek om een onderhoud over deze ma terie. Aan het einde van het jaar had een dusdanig gesprek nog niet plaatsgevonden. Onder dit hoofd kan verder worden gerap porteerd, dat de subsidiepost op de Rijks begroting voor korte Nederlandse films is verhoogd van 1.325.000,— in 1973 tot 1.780.000,— in 1974. Ook hier dus een flinke verhoging, die echter per 31 decem ber de Volksvertegenwoordiging nog niet was gepasseerd. LEDENTAL -'■>■ ,,Vl Tot het lidmaatschap werd gedurende het verslagjaar toegelaten Scorpio Films BV., terwijl Jan Schefer zijn lidmaatschap per 31 december beëindigde. Er waren lidmaat- schapsaanvragen van Joop van Essen Film- produktie, Walter Productions BV. en van Koedijk Film BV., terwijl op de aanvragen van BIZ Productions N.V., Fons Radema kers' Productie BV. en Appletree Produc tions B.V. ook in 1973 bij gebrek aan vol doende informaties van de kant van de aan vragers door de Commissie Nieuwe Zaken niet kon worden beslist. In het laatste kwar taal werd ook aan Target Films CV. het advies gegeven het lidmaatschap aan te vra gen. Het aantal Afdelingsleden bleef aldus ge handhaafd op 32. Het aantal filmlaboratoria/studio's daalde van 13 tot 12, aangezien Regeneto Film wegens verlies van de vereisten door het Hoofdbestuur van het lidmaatschap verval len werd verklaard. Tegen het einde van het verslagjaar werd van Spectrum Film be richt ontvangen, dat zij haar bedrijfstak voor een geluidsstudio niet meer uitoefent, zodat ook deze kan worden geschrapt. Op 31 december was deze uitschrijving door het Hoofdbestuur nog niet geëffektueerd. LIJST VAN GEEN BEZWAAR Er zijn in 1973 8 produktiebedrijven over eenkomstig het advies van het Afdelingsbe stuur door het Hoofdbestuur op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst, te weten René van Nie (Burgwalfilms) BV., Amsterdam; the Forum Filmmakers BV., Amsterdam; Connection, Amsterdam; Olof Productions BV., Amsterdam; Maggan Films B.V., Eindhoven; Jaap van Rij Filmproduktie BV., Amsterdam en Lindner Film B.V., Amsterdam. Laatstgenoemde 4 bedrijven houden zich speciaal bezig met de vervaar diging van hoofdfilms. Gedurende het verslagjaar werden nog en kele verzoeken om inlichtingen ontvangen aangaande de mogelijkheden tot plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar, maar deze leidden niet tot definitieve aanvragen. Scor pio Films B.V. ging in 1973 van de Lijst van Geen Bezwaar over naar het lidmaat schap, hetgeen betekent, dat het aantal plaatsingen op de Lijst van Geen Bezwaar steeg van 10 in 1972 tot 17 in 1973. Gelet op hetgeen elders in dit verslag is vermeld, mag verwacht worden, dat in het komende jaar een aantal van deze bedrijven het lid maatschap van de Bond zullen verkrijgen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1973 | | pagina 75