Voorwoord
Algemeen
Het verslagjaar 1988 zal de geschiedenis ingaan als
het jaar waarin de discussies over meer of minder
gewenste ontwikkelingen op het terrein van de media
in hogere versnelling kwamen.
De mogelijke introductie van commerciële televisie in
Nederland, de Europese positie in het algemeen en de
ontwikkeling van High Defmition Television, de toe
passelijkheid van het Europese mededingingsrecht op
de cultuur, de voorstellen van de Europese Commis
sie ter ondersteuning van de audio-visuele industrie,
de fiscale harmonisatie, het zijn slechts enkele van de
onderwerpen die op de politieke agenda voorkomen.
De Bond nam waar mogelijk en zinvol intensief aan
de meningsvorming deel.
Het is verheugend te constateren dat in deze discus
sies in toenemende mate het belang onderkend wordt
van een krachtige, op de eigen cultuur georiënteerde
programma-industrie. Het besef wint terrein dat de
ontwikkelingen op hard-ware gebied (satelliet televi
sie; HDTV en dergelijke) op den duur weinig soelaas
bieden, wanneer de ontwikkeling van de Europese
software daarmee geen gelijke tred zou houden. Het
is al vaker gezegd, het zij hier dan nog eens benadrukt:
het heeft weinig zin de mooiste wegen aan te leggen
om vervolgens te constateren dat er alleen buitenlan
ders overheen rijden. Daarmee komt ook de strategi
sche positie van filmproduktie en zijn natuurlijke
partner de bioscoop nadrukkelijk in het zicht van de
discussie. Er moet voor worden gewaakt en de pro
ducenten hebben daar de aandacht voor gevraagd,
dat de grote verscheidenheid in de Europese cultuur
geofferd word aan een te stringente toepassing van
het vrije mededingingsrecht. Film is een economisch
goed maar zeer bepaald ook een cultuuruiting. De
beste bijdrage die landen van de Europese Gemeen
schap aan de filmindustrie kunnen leveren is te zorgen
voor een sterke op de eigen cultuur georiënteerde
filmproduktie. Uit reacties van de Minister van Wel
zijn, Volksgezondheid en Cultuur op het manifest van
de producenten kan worden opgemaakt dat de over
heid dit standpunt deelt.
Europees Jaar
Onder de aegis van het Europese Film en Televisiejaar
werd door de NBB een internationaal seminar geor
ganiseerd over de specifieke problemen van de film
produktie in kleine taalgebieden. Verschillende spre
kers boden uitzicht het turbelente krachtenveld
waarin de filmproduktie moet opereren. De grote
internationale belangstelling voor dit seminar beves
tigde de organisatie in haar opvatting dat hiermee in
een belangrijke behoefte werd voorzien. Een andere
belangrijke activiteit in het kader van dat jaar was de
organisatie door de Bond van de Nationale Bioscoop-
dag. Deze dag was zonder meer een succes maar
tegelijkertijd de enige activiteit waardoor het publiek
kennis kon nemen van dit speciale jaar.
Bezoekcijfers
Niet voorkomen kon worden dat het bioscoopbezoek
in de verslagperiode een lichte daling vertoonde tot
14,8 miljoen bezoekers (1987: 15,5 miljoen). De bru-
torecette bleef nagenoeg gelijk. Ondanks lichte
schommelingen kan met betrekking tot de afgelopen
jaren gesproken worden van een zekere stabilisatie
van het bioscoopbezoek na de scherpe terugval in het
begin van de jaren '80. De Nederlandse positie steekt
in dat opzicht gunstig af bij de tendens, in de meeste
Europese landen, die een veel scherpere daling ver
toont. De krachtige positie van de Nederlandse film
produktie in 1987 kon in 1988 niet gecontinueerd
worden, vooral door een sterk verminderd aantal
nieuwe speelfilms (10 in 1988; 17 in 1987). Voor het
eerst sinds lange tijd is het aantal bioscopen stabiel
gebleven en het aantal stoelen zelfs licht gestegen.
In 1988 is het structuurverbeteringsproject met de
NEHEM tot een afronding gekomen. In het vorige
jaar is al grote erkentelijkheid voor de verdiensten
van de NEHEM uitgesproken. Het komt er nu op aan
op eigen kracht de kwaliteitsontwikkeling in de be
drijfstak te bewaken en te ondersteunen en er tevens
voor te zorgen dat het bioscoopbezoek voor een groot
publiek aantrekkelijk blijft. Dat daarbij enige fiscale
aanmoediging meer dan welkom is is al vaker be
toogd.
Het Bondsbureau heeft zich - en niet zonder succes
nationaal én internationaal buitengewoon inge
spannen om de BTW-problematiek op de politieke
agenda te krijgen en zal ook in het komende jaar de
discussie over fiscale harmonisatie in de gemeenschap
waar mogelijk proberen te beïnvloeden. Ook de na
tionale overheid heeft meer oog gekregen voor de
fiscale aspecten, getuige een door WVC georgani
seerd congres over cultuur en BTW. Daar werd ge
pleit voor een lager BTW-tarief voor de gehele cultu
rele sector, waarbij de gedrukte media helaas een
enigszins afwijkend standpunt innamen.