MAANDEEIjKSC'HË' MEDEDEELINGEN.
Het Bestuur van de Afdeeling Rotterdam van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond heeft aan Burgemees
ter en Wethouders van de gemeente Rotterdam een
request, d.d. 20 Augustus 1934 gezonden, waarin aan
gedrongen werd op halveering van het bestaande per
centage (20%) der vermakelijkheidsbelasting.
Het Hoofdbestuur van den Bond heeft op 7 Septem
ber 1934 een adres aan den Raad der gemeente Utrecht
gezonden, waarin met aandrang verzocht wordt de ver
ordening tot verbod van bioscoopbezoek aan personen
beneden veertien jaar te willen intrekken, althans
buiten werking te willen stellen.
In dat adres zet het Hoofdbestuur uiteen:
dat reeds herhaaldelijk gepoogd is den Raad er van te
overtuigen, dat de vastgestelde verordening rnet betrek
king tot het bioscoopverbod voor personen beneden
veertien jaar overbodig moet worden geacht, daar alle
in Nederland vertoonde films onderworpen zijn aan de
keuring door de Centrale Commissie voor de Filmkeu
ring;
dat het o.m. de taak van deze Centrale Commissie
voor de Filmkeuring is te bepalen, welke films toelaat
baar zijn resp. voor personen boven achttien jaar, voor
personen ouder dan veertien jaar en voor personen van
alle leeftijden;
dat door deze keuring en door de wijze van samen
stelling van de Centrale Commissie voor de Filmkeu
ring, waarin alle geestelijke stroomingen van de bevol
king van ons land vertegenwoordigd zijn, de waarborg
wordt verkregen, dat voor jeugdige personen geen
films worden vertoond, die voor hen niet toelaatbaar
zouden zijn;
dat thans algemeen de overtuiging is verkregen, dat
de belangen van de jeugd, voor wat betreft de vertoo
ning van films, volkomen door de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring worden beschermd, zoodat in na
genoeg geen enkele gemeente van ons land, zelfs ook
nagenoeg niet meer in de Zuidelijke provincies, nog een
verbod bestaat om jeugdige personen tot de bioscoop
toe te laten;
dat het dan ook bevreemdend moet worden geacht,
dat een dergelijk verbod in de vierde gemeente van ons
vaderland nog steeds gehandhaafd is;
dat overigens het geldende verbod een ernstig nadeel
beteekent voor het bioscoopbedrijf in de gemeente
Utrecht, dat onder de huidige omstandigheden behalve
de lasten, die op alle andere bedrijven drukken, nog ge
troffen wordt door een zakelijke belasting in den vorm
van de vermakelijkheidsbelasting, waarvoor niet minder
dan één zesde gedeelte van de bruto-ontvangsten aan
den fiscus moet worden afgedragen.
Kort na onzen collega Sips uit Breda, van wiens ver
scheiden wij in ons vorig nummer melding maakten,
is ons medelid Jac. Mühlrad, die aan dezelfde
kwaal is bezweken, voor eeuwig van ons heengegaan.
Op betrekkelijk jongen leeftijd heeft hij afscheid moe
ten nemen van zijn gelukkig gezin, dat hem zoo lief
was en van zijn ondernemingen, die hij vooral in de
laatste jaren tot bloei heeft weten te brengen.
De D. L. S. Film Holland N.V., de N.V. Monopole
Film en het City Theater te Rotterdam verliezen in den
heer Mühlrad een werker, die dag en nacht klaar stond
om al deze zaken op zijn best te dienen, en aan wien
zij veel, heel veel verplicht zijn.
Allen in den Nederlandschen Bioscoop-Bond betreu
ren zijn te vroeg heengaan.
Bij de teraardebestelling op de begraafplaats „Toe
pad" te Rotterdam op Dinsdag, 18 September j.]., was
het Hoofdbestuur van den Bortd vertegenwoordigd door
de heeren H. Ehrlich en J. Veerman.
Vervolgens hebben het voltallig Bestuur van de Af
deeling Rotterdam, alsmede vele leden van den Bond
den overledene de laatste eer bewezen.
Bij Koninklijk Besluit is ter uitvoering van de wet op
toelating van buitenlandsche arbeidskrachten bepaald,
dat werkgevers arbeid zonder schriftelijke vergunning
van den directeur van den Rijksdienst der Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling niet mogen
doen verrichten door vreemdelingen, o.a. in filmfabrie
ken; als regisseur, productieleider, cameraman, archi
tect en technicus voor het opnemen en vervaardigen
van geluids- en andere films; als musicus, artist of in
welke functie ook in bioscopen.
Het besluit treedt in werking op 1 Januari 1935. Voor
vreemdelingen, die nog niet in dienst zijn moet binnen
drie weken een vergunning zijn verkregen. Dit betee
kent practisch: wie vreemdelingen in dienst hebben, mo
gen die tot 31 December in dienst houden zonder toe
stemming.
Dit K.B. geldt voor alle vreemde arbeidskrachten,
van welke nationaliteit zij ook zijn.
Aanvragen om een vergunning tot het in dienst nemen
of houden van vreemde arbeidskrachten iii de genoem
de bedrijven en beroepen moeten worden ingediend bij
den directeur van den Rijksdienst der Werkloosheids
verzekering en Arbeidsbemiddeling, Bezuidenhoutsche-
weg 97, te 's-Gravenhage, en wel: betreffende krachten
reeds in dienst, vóór 31 December a.s.; voor werk
krachten, die nog in dienst moeten treden, binnen drie
weken, d.w.z. uiterlijk 8 October moeten de werkgevers
in het bezit van een vergunning zijn.
Formulieren voor de aanvragen zijn kosteloos ver
krijgbaar bij de directeuren van gemeentelijke arbeids
beurzen en de agenten der openbare arbeidsbemidde
ling.
De behandeling der aanvragen vraagt uiteraard
eenigen tijd. Het verdient derhalve aanbeveling, de aan
vrage tijdig bij den directeur van bovengenoemden
dienst in te zenden en wel voor eiken vreemdeling op
een afzonderlijk aanvraag-formulier.
Requesten aan Gemeenteraden.
3ac. Mühlrad overleden.
Wering van vreemdelingen in filmstudio's
en bioscopen.
Uitspraken der Commissie van Geschillen.
De Derde Kamer der Commissie van Geschillen van den Ne
derlandschen Bioscoop-Bond heeft in haar op 18 en 23 Juli 1934
gehouden zittingen de navolgende uitspraken gedaan:
Inzake een geschil van de N.V. Kinotechniek v.h. firma P.
R. van Duinen te Amsterdam contra den heer Joh. Geusebroek, v.h.
exploiteerende de Cinema Royal te Medemblik, dat de vordering
van eischeres behoort te worden toegewezen en gedaagde mitsdien
moet worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting
aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag vermeerderd met de
kosten van het geschil, zulks op grond van de overweging:
dat eischeres stelt, dat zij van gedaagde heeft te vorderen een
bepaald bedrag wegens verschuldigde filmhuur en geleverde tech
nische artikelen, doch dat het haar ondanks herhaalde aanmaning
niet is mogen gelukken betaling van dit bedrag te verkrijgen;
dat gedaagde zich erop beroept, dat het gevorderd bedrag zou
moeten worden verminderd, Ie met ƒ25.op grond, dat aan de
door eischeres aan gedaagde op 3 Februari 1933 geleverde film de
daarbij behoorende gramofoonplaten ontbraken, 2e. de filmhuur van
de op 24 Maart 1933 door eischeres aan gedaagde geleverde film,
welke gedaagde niet heeft kunnen vertoonen, daar hij toen door
den Nederlandschen Bioscoop-Bond geboycot was, 3e. de filmhuur
van de op 25 Augustus 1933 door eischeres aan gedaagde geleverde
films „Haar eigen rechter" en „Mysterieslot Alcaras", waarbij gra
mofoonplaten waren geleverd, welke niet tot die films behoorden,
zoodat de vertooning van die films voor gedaagde niet het ver^
wachte resultaat heeft gehad;
dat eischeres hiertegen aanvoert, dat zij gedaagde reeds herhaal
delijk ten aanzien van de betaling van het gevorderd bedrag tege>
moet is gekomen en dat gedaagde haar bij schrijven van 26 October
1933 heeft toegezegd het gevorderd bedrag binnen vijf weken te
betalen;