MAANDELIJKSCHE M EDEDEELINGEN. Het Hoofdbestuur vond hierin aanleiding zijn con cept-besluit zoodanig te wijzigen, dat reizende biosco pen per jaar in eenzelfde gemeente ten hoogste op 12 dagen bioscoopvoorstellingen mogen geven, resp. in totaal op 24 dagen, wanneer in zulk een gemeente per manent geen bioscoop gevestigd is, echter met de bepa ling, dat voor voorstellingen in eenzelfde gebouw deze aantallen resp. 12 en 18 bedragen. Een namens de leden der Afdeeling „Het Centrum" ingediend amendement, volgens hetwelk reizende bio scopen slechts voorstellingen zouden mogen geven in plaatsen, die tenminste 5 K.M. verwijderd zijn van da plaatsen, waar een of meer permanente bioscopen ge vestigd zijn, welk amendement door het Hoofdbestuur met klem werd ontraden wegens de onbillijkheid er van ten opzichte van reisbioscopen en filmverhuurders, werd hierop door de overgroote meerderheid der vergadering verworpen. Vervolgens werd het gewijzigd concept-bedrijfsbe- sluit van het Hoofdbestuur zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Ook het voorgestelde bedrijfsbesluit nopens de zgn. smalfilms vormde een onderwerp van discussie, waarbij tegenover bedenkingen betreffende de practische uit voering van het besluit werden gesteld de nadeelen. ■welke het gevolg kunnen zijn van het uitblijven eener doeltreffende regeling ten aanzien van de smalfilm rechten van die films, welke door de leden worden ge distribueerd en vertoond. Het bedrijfsbesluit werd dan ook overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur vastgesteld. Op voorstel van het Hoofdbestuur werd bovendien nog besloten tot het instellen van een Bondscontract voor filmproducenten/componisten, waarvan het con cept door de vergadering werd goedgekeurd. Tot slot kan nog worden medegedeeld, dat binnen kort aan de leden zal worden toegezonden een boekje, bevattende den tekst der hiervoren bedoelde gewijzigde reglementsbepalingen en nieuwe bedrijfsbesluiten. De Voorzitter de Centale Commissie voor de Film keuring verzoekt ons de navolgende beslissingen ter algemeene kennis van het Nederlandsche film- en bio scoopbedrijf te willen brengen: De Centrale Commissie voor de Filmkeuring, gelet op Artikel 16, 4e lid der Bioscoopwet, besluit: A. Vast te stellen, de navolgende regeling ten aanzien van de vertooning in het openbaar van films, be treffende onderwerpen van actueel belang, vóórdat deze aan haar oordeel zijn onderworpen. Degene, die een film van actueel belang in het open baar wil vertoonen of wil doen vertoonen, vóórdat deze aan het oordeel der Centrale Commissie voor de Filmkeuring is onderworpen, is verplicht: Ie. van het voornemen om tot de vervaardiging van de opname(n) over te gaan, vooraf kennis te geven aan den Voorzitter der Centrale Commissie voor de Filmkeuring; 2e. Op den eersten werkdag, volgende op dien van de totstandkoming der films des morgens uiterlijk om 9.30 uur, een copie van die film, vergezeld van de noodige bescheiden, op het Bureau van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, Joan van Hoorn straat 1 te 's-Gravenhage, ter keuring in te leveren; 3e.de Plaatselijke Commissie(s) van Toezicht op de bioscopen in of indien dergelijke commissies niet be staan de(n) Burgemeester(s) van de gemeente(n), waar de film zal worden vertoond, daarvan vooraf te verwittigen; B. Te bepalen: Ie. dat deze regeling slechts van toepassing is op in Nederland opgenomen actualiteiten en wel in geval len, waarin door het uitstellen der vertooning tot na de keuring, de actueele waarde der film ernstig zou worden geschaad; 2e. dat in het buitenland vervaardigde actualiteitssfilms steeds vóór de vertooning in het openbaar aan het oordeel der Centrale Commissie voor de Filmkeuring moeten worden onderworpen. C. In te trekken: de regeling, welke op dit punt werd vastgesteld in haar schrijven van Maart 1928. De Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring verzoekt ter kennis van belanghebbenden het volgende te willen brengen: Zooals bekend werden tot dusverre voor iedere copie van een film 3 keuringskaarten afgegeven. In verband met het meer en meer toenemen van het aantal copieën dat van een film door de ver schillende filmverhuurkantoren in omloop wordt gebracht (44 en meer copieën zijn geen zeldzaam heid tegenwoordig) kan deze regeling niet besten digd blijven. Door ons wordt derhalve nader be paald, dat in het vervolg voor speelfilms e.d. 3 keuringskaarten per copie zullen worden verstrekt tot een maximum van 3 copieën (9 kaarten). Voor journaals wordt het aantal te verstrekken keuringskaarten vastgesteld op 1 per copie, plus 1 voor den keuringsaanvrager. Meerdere verlangde exemplaren kunnen volgens de bestaande regeling door de belanghebbenden zelf, via het Bureau van den Ned. Bioscoop-Bond worden geproduceerd. Er is op te letten, dat alle gegevens worden over genomen (óók coupures) en dat bij het ter afstem peling inzenden van de zelf geproduceerde kaar ten steeds een der oorspronkelijk door ons Bureau uitgereikte exemplaren ter fine van vergelijking en. controle medegezonden wordt. Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop- Bond heeft bericht ontvangen, dat de vacantie der Cen trale Commissie voor de Filmkeuring is vastgesteld van 29 Juli t/m 10 Augustus 1935. Voor het doen keuren van de wekelijksche journaals zal gelegenheid bestaan op de Vrijdagen, 2 en 9 Augus tus, des voormiddags te 12 uur. Op 16 Juli j.1. overleed te Zandvoort de heer Karl Ignatz Hinke in den ouderdom van 65 jaar. De overledene die met zijn zoon het Nationaal-, Asta- en West End Theater te Amsterdam exploiteerde, was vooral in de kringen der Amsterdamsche bioscoopdirec teuren en van filmverhuurders, met wie hij relaties had, zeer bemind. Bij de plechtige uitvaart in de Parochiekerk St. Agatha te Zandvoort op Vrijdag 19 Juli alsmede bij de begra fenis op het R. K. Kerkhof aldaar waren het Hoofd bestuur en het Bestuur van de Afdeeling Amsterdam van den Nederlandschen Bioscoop-Bond vertegenwoor digd door den Bondsdirecteur. Het keuren van actualiteiten-films. De afgifte van keuringskaarten. Yacantie Centrale Commissie voor Filmkeuring. K. I. H. Hinke overleden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1935 | | pagina 4