MAANDELIJKSCHE M E D EDEELINGEN.
De officieele viering van het jubileum van Louis Lu
mière in de Sorbonne is een grootsche en indrukwek
kende plechtigheid geworden. De groote aula van de
Sorbonne bleek te klein te zijn voor de enthousiaste
menigte, die er samengekomen was om hulde te brengen
aan den Franschen geleerde, die aan de wereld gegeven
heeft ,,le petit moulin a images" (de kleine plaatjesmo-
len), het wonder van den modernen tijd.
De heer Albert Lebrun, President van de republiek,
nam plaats op de eerste rij, omgeven door den heer
Jeanneney, president van den senaat, de ministers Ma-
rin, William Bertrand, Blaisot, Paganon. Maupoil, den
generaal Nollet, grootkanselier van het Legioen van
Eer, den heer M. Chlapowsky, ambassadeur van Polen,
den heer Cerutti, ambassadeur van Italië en talrijke
vertegenwoordigers van het corps diplomatique, leden
van het parlement en delegaties van wetenschappelijke
en cinematografische vereenigingen uit het buitenland.
Op de eeretribune zat Louis Lumière met aan zijn
rechterhand de heer Mario Roustan, minister van on
derwijs, die de zitting presideerde, terwijl links van hem
gezeten was Sir Robert Mond van de Royal Photo-
graphic Society, vertegenwoordiger van de buitenland-
sche delegaties; daaromheen de leden van het instituut,
de voorzitters van de groote wetenschappelijke vereeni
gingen in Frankrijk en talrijke personen uit de Fransche
bioscoopwereld, w.o. de heeren Léon Gaumont, uitvin
der van de sprekende film, en Charles Delac, president
van de Chambre Syndicale,
De buitenlandsche delegaties bestonden uit: Duitsch-
land: de heeren Dr. Scheuermann en Bertram; Enge
land: Sir Robert Mond, en de heeren Bromhead, Jeaps,
Alfred Clark, Modrey en Nevil Kearney; Oostenrijk:
Dr. Pilzer; België: de heeren Verschafelt, Gevaert,
Breny en Guillaume; Spanje: de heeren Buruaga en Cer-
vantès; de Vereenigde Staten: de heer Harold Smith;
Nederland: de heeren Hamburger, de Hoop en Mullens;
Hongarije: Dr. Pilzer; Italië: de heeren Fredi, Roncoro-
ni, Lombardo. Bazzarello en Monaco; Polen: de heer
Ordynsky; Zweden: de heeren Anderson en Berglund;
Zwitserland: de heer Brandt; Tschecho-Slowakije: de
heeren Havel, Lepka en Siratek; Rusland: de heer Sa-
dowsky.
De heer Leone Armbruster, president van de Renais
sance Francaise, welke vereeniging het initiatief nam
tot de organisatie van het jubileum, nam als eerste het
woord en schetste het werkzame leven van Louis Lu
mière en de stadia van zijn uitvindingen om ,,de glorie
te vieren van een beroemd geleerde en de eer van
Frankrijk, die hij grooter gemaakt heeft door zijn werk"
en „hem tegelijkertijd de hulde te brengen die hem toe
komt, het scheppend Fransche genie te verheerlijken en
aan de wereld te herinneren, dat het op onzen bodem is
dat het prachtige instrument van onderwijs, werk, ont
spanning en toenadering tusschen de volkeren ontstaan
is en waarmee de menschheid verrijkt is.
Hij noemde de talrijke eerbewijzen, die Louis Lu
mière reeds ten deel vielen in verband met zijn jubileum.
Dit waren: de Kuhlmann medaille van de vereeniging
van industriëelen van Noord Frankrijk, het comman-
deurskruis van de Leopoldsorde van België, de gouden
medaille van de stad Parijs, van de Fransche regeering
het Legioen van Eer en verschillende buitenlandsche
eerbewijzen waar onder die van Nederland, Italië enz.
Speciaal memoreerde spreker nog de warme hulde,
welke Nederland den heer Lumière heeft bereid.
Tenslotte overhandigde spreker den heer Lumière een
medaille, geslagen naar diens beeltenis, als herinnering
aan het jubileum.
Vervolgens spraken: de heeren Georges Méker, se
cretaris generaal van de commissie ter voorbereiding, de
heer Charles Fabry, lid van het „instituut" en president
van de Société Francaise de Photographie et de Cine-
matographie, Sir Robert Mond, vertegenwoordiger van
de buitenlandsche delegaties, de heer Charles Delac,
president van de Chambre Syndicale Francaise de la
Cinématographie. De heer Delac riep o.m. bij de aanwe
zigen in de herinnering terug den kelder van het Grand
Café op de Boulevard des Capucines, waar het Parijsche
publiek was uitgenoodigd om voor de eerste maal een
bioscoopvoorstelling bij te wonen; de totale recette van
dien dag was 35 francs.
Veertig jaar later kan men de recettes van de ver
schillende bioscopen over de geheele wereld schatten op
dagelijks 125.000.000 francs.
Het kapitaal, dat heden ten dage in de filmindustrie
gestoken is, wordt geschat op 50 milliard francs; het
aantal cinema's is 62.000 waarnaar wekelijks
200.000.000 bezoekers gaan, terwijl dit werk geeft aan
500.000 menschen in de verschillende takken van de
industrie.
Vervolgens wees hij er op, dat de filmindustrie jaar
lijks \y2 milliard francs uitgeeft voor reclame en dat de
lengte van de films die jaarlijks geproduceerd worden
600.000.000 meters bedraagt, hetgeen gelijk is aan een
band. die 15 maal om de aarde gaat.
Spreker besloot zijn rede met te zeggen, dat hij getui
ge was geweest van de groote manifestaties, die zoowel
in Italië als in België en Nederland ter eere van zijn
beroemden landgenoot zijn georganiseerd; in den groo-
ten eerbied en de grenzelooze bewondering van al deze
volkeren, heeft hij nog meer de geheimzinnige aantrek
kingskracht van de film tot uitdrukking zien komen.
Spreker drukte zijn bijzondere dankbaarheid uit jegens
de buitenlandsche bioscoopwereld, die zoo spontaan
hulde heeft gebracht aan den grooten Franschman, wien
thans in zijn eigen land zulk een hooge eer te beurt valt.
De heer Georges Lecomte van de Académie Fran
caise, bracht hulde namens de schrijvers op filmgebied.
Het meest indrukwekkende deel van de plechtigheid
naderde bij het aanbieden van huidebetuigingen van
wetenschappelijke en cinematographische Vereenigin
gen uit Frankrijk en het buitenland. Door de eerbetui
gingen van de buitenlandsche vertegenwoordigers de
Bondsvoorzitter, de heer D. Hamburger Jr., bracht de
hulde van Nederland over kreeg de nationale hulde
internationale beteekenis en werd de dankbaarheid van
Frankrijk jegens een groot Franschman nog meer on
derstreept.
Onder den indruk van de eensgezindheid dezer impo
sante bijeenkomst hebben allen den uitvinder staande
toegejuicht.
De heer Louis Lumière verhief zich dan van zijn zetel
om ontroerd te danken voor de eer, die hem te beurt
viel, doch hij deed daarbij het verzoek, dat een deel van
de eer zou worden overgedragen op zijn broer, niet al
leen voor diens broederlijke samenwerking, maar ook
voor diens ontdekkingen op medisch gebied, die, aldus
besloot de grijsaard, „veel nuttiger voor de menschheid
zijn dan de mijne".
Dit voorbeeld van bescheidenheid en broederliefde
kan den roem van Lumière nog slechts vergrooten.
De heer Mario Roustan, minister van Onderwijs, aan
wien de eer te beurt viel om Louis Lumière uit naam van
de regeering te begroeten, schetste in welgekozen be
woordingen de beteekenis van deze plechtigheid.
Vervolgens werd de zaal in het donker gezet teneinde
het wonder van veertig jaar geleden opnieuw op doek
•te kunnen projecteeren. Achtereenvolgens zagen we nu
de bekende eerste films van Lumière, getiteld: Het uit
gaan van de fabriek; Het voeden van de baby; Vertrek
van een boot uit den haven van La Cictat; Aankomst
van een trein; Gefopte tuinman.
Deze eerste bewegende beelden zijn niet enkel histo
rische getuigenissen, zij hebben reeds een hooge artis
tieke kwaliteit en geven blijk van een fijn gevoel voor
cinematographische expressie.
De vertooning van een serie lichtbeelden uit de per
soonlijke verzameling van Louis Lumière, bracht ons
vervolgens onder de magische betoovering van de kleu
ren, waardoor hij nog meer aanspraak kan maken op
den universeelen eeretitel van „vader der cinematoqra-
phie
Frankrijk huldigt Louis Lumière.