In rouw gedompelcL--
No. 22
20 FEBRUARI 1936
J- j» UITGAVE VAN DEN J- J-
NEDERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND
ACHTERGRACHT 19 J- AMSTERDAM-C.
DIT ORGAAN VERSCHIJNT TEN MINSTE
J- j» ÉÉNMAAL PER MAAND J- j*
In den morgen van Zaterdag den achtsten Februari is
van het Bondsbureau de Nederlandsche driekleur half
stok geheschen. Er was rouw gekomen over onzen
Bond, rouw over de Afdeeling Amsterdam, rouw over
gezin en familie van een der onzen. Hij, die naar
waarheid ons aller vriend genoemd mocht worden, de
heer Jacques Veerman, was dien nacht van ons heen
gegaan. Vrij plotseling is hij door den dood verrast,
na den avond nog bij een zijner beste vrienden te heb
ben doorgebracht en zij het niet, dan nadat hij zijn dier
baren voor het laatst om zich heen had mogen zien.
Zelfs twee dagen tevoren nog, op Donderdag 6 Fe
bruari, had hij de vergadering van de Afdeeling Am
sterdam, welke nog nimmer zoo druk bezocht was, op
een meesterlijke wijze geleid, zoo zijn laatste krachten
bestedend aan de totstandkoming van het belangrijke
nieuwe Bondsbesluit, dat eenige dagen later in werking
zou treden.
Een ongeneeslijke kwaal heeft tenslotte de krachten
van deze uiterlijk zoo sterke figuur gesloopt, hem neer
geveld midden in het leven, dat hij zoozeer liefhad, dat
hij zoo nuttig wist te besteden en waarin veel droefheid
hem niet gespaard gebleven was.
Slechts 45 jaar oud is de heer Veerman geworden.
en toch, wanneer wij bij dit verscheiden een terugblik
werpen op voorbije jaren, dan staan wij verbaasd over
hetgeen deze ziekelijke, maar energieke en hardwerken
de mensch in betrekkelijk korten tijd tot stand heeft
weten te brengen.
In leven directeur van Cinema Royal te Amsterdam,
is hij de grondlegger geworden van het Royalconcern,
dit vooraanstaand hoofdstedelijk bioscoopbedrijf met zijn
drie theaters in Amsterdam en twee in Rotterdam
krachtig leiding gevend en stuwend naar zijn tegen-
woordigen omvang en beteekenis.
Wijlen de heer Veerman was een bioscoopexploitant
van de bovenste plank, iemand die zijn vak liefhad, die
een uitstekenden kijk op het bedrijf had, daarbij gezond
inzicht parend aan breeden kijk en goeden smaak.
Wij verliezen echter meer in den heer Veerman, veel
meer dan een bekwaam leider en goed zakenman. Wij
verliezen in hem een Bondslid met zeldzame toewijding
en buitengewoon groote verdiensten. Ongelooflijk is het,
hoeveel tijd de heer Veerman temidden van zijn vele be
slommeringen wist vrij te maken om het Bondsbelang,
het belang dus van zijn collega's te dienen en te be
vorderen.
Reeds op 27 Maart 1924 werd hij gekozen in het be
stuur van de Afdeeling Amsterdam van den Neder-
landschen Bioscoop-Bond; 13 November van dat jaar
werd hij tot vice-voorzitter van deze afdeeling benoemd
en op 26 Januari 1928 tot voorzitter.
Deze functie heeft hij sedertdien onafgebroken, stipt
en met groote bekwaamheid vervuld.
Vanaf 1927 had de overledene zitting in het Hoofd
bestuur van den Bond.
Alleen zij, die uit ervaring weten, welk een tijd deze
functies vergen en welk een reusachtigen arbeid daarin
moet worden verzet, kunnen bij benadering de verdien
sten afmeten, die vriend Veerman zich voor het bedrijf
in het algemeen en voor zijn Amsterdamsche collega's
in het bijzonder heeft verworven.
Met groote eere heeft de heer Veerman de hem toe
vertrouwde posten bekleed. Wij treffen hem aan in tal
van commissies, die in den loop der jaren uit de nooden
en behoeften van het drukke, zich steeds wisselende
Bonds- en Bedrijfsleven zijn voortgekomen. Zoo was
hij lid van de Studie-Commissie inzake het vraagstuk
van de reizende bioscopen, van de Orgaan-Commissie
tot stichting van een eigen Bondsblad, van de Lustrum-
Commissie tot viering van het tien-jarig bestaan van
den Bond, van de Studie-Commissie inzake de adver
tentietarieven, van de Commissie welke bij beroep even
tueel belanghebbenden ter zitting van de herkeurings
commissie te Amsterdam heeft bij te staan, van onder
linge arbitrage-commissies etc.
In de jaren 1925 en 1926 is hij bovendien lid geweest
van het hoogste rechtscollege in den Bond, om in 1931
opnieuw deze belangrijke vertrouwensfunctie te vervul
len. In 1933 was hij voorts nog lid van de Commissie
van Geschillen.
Bergen van werk heeft deze knappe bestuurder in al
deze functies verzet, en hij heeft het gedaan geheel
belangeloos, zonder er zich op voor te laten staan, zon
der ooit eenig recht op waardeering te laten gelden!
Zijn specifieke verdienste is daarbij steeds geweest,
dat hij het juiste woord op het juiste oogenblik wist te
spreken; aan zijn scherp inzicht, zijn helder oordeel, zijn
weloverwogen betoog werd dan ook steeds de grootste
waarde gehecht.
In den heer Veerman herdenken wij tenslotte den
mede-oprichter van het Bio-Vacantieoord. Mede door
zijn harde werken en zijn taai volhouden is onze prach
tige sociale instelling er tenslotte gekomen.
Hij was er de toegewijde vice-voorzitter van, en nie
mand van de kleinen, die er verzorgd en gesterkt wor
den, zal wellicht ooit beseffen welk een hartelijk vriend
zij in hem verloren hebben.
Laat het pieus herdenken van dezen onversaag-
den werker ons in onze saamhoorigheid sterken!
En laten zijn verweesde kinderen al weten wij dan
ook al te zeer dat de droeve regels van den dichter:
op hen van toepassing zijn, zich getroost weten door het
besef, dat wij allen hun dierbaren overledene nimmer
zullen vergeten, dat zijn naam onuitwischbaar geschre
ven staat in de annalen van onzen Bond.
,,Hoe zal dan 't hart van even teedre schade
genezen, nu om U de rozen vielen,
nu Uw handen Stil zijn, diep in 't gras".