MAANDELIJKSCHE M E D EDEELI NGEN. om in paragraaf G 7 IV aan de zinsnede: ,,den aard en de samenstelling der burgerij ter plaatse" tce te voegen: „de ligging cier in de omgeving liggende gemeenten ten opzichte van eikaar moet ontraden. De heer Boekraad, secretaris van de afdeeling ..Het Zuiden", zet uiteen, dat dit amendement de kleine plaatsen op het oog heeft, die in een verband moeten worden gezien. Zoowel de afdeeling Het Zui den", a's de Afdeelingsraad wenschen niet z< het Hoofdbestuur de-a toestand in een bepaalde ge meente, maar ter plaatse te doen onderzoeken e wel in verband met het geheel. De heer v a n B i e n e, Ie BedrijJ deeling Filmverhuurders, adviseert de leden der Be- drijfsafdeeling Filmverhuurders tegen dit amendement te stemmen. De Bondsdirecteur acht het amendement over bodig en onjuist. Spreker geeft in overweging, de be oordeeling van de plaatselijke toestanden aan de Com missie over te laten en verzoekt het amendement in te trekken. Nadat de Voorzitter heeft verklaard, dat onge twijfeld de toestand in hel verband der geheele omge ving door de commissie zal worden bekeken, trekt de heer Boekraad het amendement in. Namens het Hoofdbestuur ontraadt de B o n d s d i- recteur vervolgens aanneming van het amendei der Bedrijfsafdeel.ing Filmverhuurders, betreffende para graaf G. 7 IVc, wijl dit amendement, dat de mogelijk heid van stichting eener nieuwe bioscoop wil openen ingeval een bioscoopexploitant zich wegens concurren tie daartoe genoodzaakt acht, de grondslagen van het geheele besluit aantast. Iedereen, die meent, dat hem concurrentie wordt aangedaan, zou krachtens dit amen dement een nieuw theater kunnen bouwen. Dat zou on gezonde expansie zijn. De heer van B i e n e betreurt dit afwijzend adN Het nieuwe besluit wil immers een gezonde expansie het bedrijf wederom mogelijk maken. Het amende ment wil dan ook slechts een tegengaan van deze ex pansie voor de leden verhinderen. Spreker hoopt dan ook. dat aan dezen bescheiden wensch van de film verhuurders tegemoet wordt gekomen. Spreker wijst er nog op, dat het nimmer de bedoeling van dit besluit kan zijn om den vrijen handel tusschen de leden onder ling eenige beperking op te leggen. Het spijt den Voorzitte r. dat men niet inziet, dat dit amendement tot vernietiging van het bedrijf moet leiden. Het is zelfs mogelijk via dit amendement buiten staanders langs een omweg het bedrijf binnen te halen. Spreker vraagt den leden het standpunt van het Hoofd bestuur ter zake met den grootsten ernst onder het oog te zien. Het amendement der Bedrijfsafdeeling wordt ver volgens bij hoofdelijke stemming met 18636 stemmen verworpen. Ten aanzien van het amendement van de Bedrijfsaf deeling Filmverhuurders, betreffende paragraaf G. 7 IVe (verbod van combinaties e.d.) geeft de Bonds directeur namens het Hoofdbestuur het Bestuur der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders in overweging in dezen geest een bedrijfsbesluit uit te werken en aan de eerstvolgende aigemeene vergadering ter goedkeuring voor te leggen. De betreffende materie past niet in het Bondsbesluit; zij is er juridisch mee in strijd. Het Hoofdbestuur is het trouwens ook niet eens met de strekking van dit amendement. De heer van B i e n e trekt het amendement in op juridische gronden en wijl het niet past in het kader van het onderhavig besluit. De Bedrijfsafdeeling be houdt zich echter het recht voor de betreffende materie in den vorm van een bedrijfsbesluit aan de aigemeene vergadering voor te leggen. Het amendement van de Bedrijfsafdeeling filmver huurders ten aanzien van paragraaf G. 7 IVf (bouw van nieuwe theaters in de drie groote steden, ingeval er lefte is aan gelegenheid voor eerste opvoeringfilms) wordt door den Bondsdirecteur namens het Hoofdbestuur op principiee |rond( i ontraden. er van Bi en e betoogt, dat dit amendement omdat het nieuwe besluit niet voldoende rekening houdt met de belangen der filmverhuurders. De eerste-week vertooning in de groote steden is voor filmverhuurders steeds een groote moeilijkheid ge- st. Er moet een wijziging komen in den filmverhuur, teneinde het mogelijk te maken, dat alle films kunnen den uitgebracht en het geïnvesteerde kapitaal ren dabel wordt. De toestand wordt voor de filmverhuur- steeds nijpender, omdat zij hun productie niet meer op tijd kunnen uitbrengen, dus steeds meer achterop geraken. Spreker waarschuwt, dat de ondergang van de filmverhuurders ook de ondergang van het theaterpark zal worden. Spreker wijst erop, dat wanneer dit amen dement zou worden aangenomen, het zelfs na afloop van het nieuwe besluit nog geruimen tijd kan duren voor het eenig effect sorteert. De heer W. van Royen (vice-voorzitter van de afd. Amsterdam) verklaart, dat de afdeeling Amster dam met de opvatting van het Hoofdbestuur accoord gaat. De heer J. Miedema geeft den filmverhuurders in overweging allereerst in eigen kring die maatregelen te nemen, die tot saneering kunnen leiden. Allereerst dient de filmimport onder de loupe genomen te worden, om dat deze inderdaad ongezond moet worden genoemd. De heer J. P a e r 1 merkt op, dat de leden der be drijfsafdeeling wel eens tegen het Bondsbesluit zouden kunnen stemmen, wanneer de vergadering dit amende ment zou verwerpen. De Voorzitter heeft den indruk, dat de Bedrijfs afdeeling haar amendement niet aan een grondige stu- heeft onderworpen. Wanneer de toestand in den filmverhuur zorg baart, laat men dat dan aantoonen met cijfers. Dit is noodig. omdat de meeningen hieromtrent uiteenloopen. Wel kan daarentegen worden aange toond, dat de toestand in de exploitatie nog steeds ach teruitgaat. Een goede recette wordt nog sporadisch ge maakt. De filmverhuurders zullen moeten toegeven, dat voor de groote steden geen uitzondering kan worden gemaakt, voor wat de eerste-week vertooningen betreft. Wanneer kan worden aangetoond, dat de producties niet kunnen worden geplaatst, omdat er te weinig thea ters zijn, dan zal het Hoofdbestuur deze moeilijkheid gaarne onder de oogen zien. De heer van B i e n e antwoordt nog, dat limiteering der productie pas zin heeft voor de toekomst, aangezien zij voor het eerste seizoen reeds gereed is. Onder de wisselende economische omstandigheden is het onmoge lijk zoover vooruit te zien; daarom vragen de filmver huurders reeds nu bescherming.. Dit amendement is voor de verhuurders een levensvraag. Bij hoofdelijke stemming wordt dit amendement ver volgens met 15231 stemmen verworpen. Op advies van het Hoofdbestuur wordt besloten een amendement betreffende paragraaf G 7 IVe, ingediend door de leden P. Vermeer Jr., E. Pelster, NV. Nova Film, NV. Filmverhuurkantoor „Nederland". NV. Kinotechniek v/h. Firma P. R. van Duinen, NV. Me- teor Film, N.V. Filmex en N.V. Firn Film. allen te Amsterdam in het nieuwe besluit op te nemen. Dit amendement luidt als volgt: tusschen de woorden „combinaties en „of" in te voegen de woorden ..monopolistische positie". De Bondsdirecteur deelt mede, dat het Hoofd bestuur afwijzend staat tegenover het amendement van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders om in paragraaf H 1 te schrappen de bepaling: ,,de Nederlanders boven vreemdelingen" en verder de geheele clausule onder H 2. Spreker licht de betreffende aigemeene bepaling nader toe. Volgens deze bepaling gaat bij een vergunning een lid van den Bond boven een niet-lid; bij een gelijk-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1936 | | pagina 5